Bezwaar tegen vaccinatie: „Ook ik ben bezorgd om mijn kind”
Eelco van Berkum (39) is vader van een zoontje van drie jaar oud. Zijn vrouw is zwanger van hun tweede kind. Beide ouders zijn zelf als kind gevaccineerd en hadden zich daar tot kort voor de geboorte van hun zoon nooit in verdiept. Totdat iemand in 2014 hem attendeerde op de discussie hierover.
„Toen ben ik er boeken over gaan lezen en documentaires gaan kijken”, vertelt Van Berkum. „Ik hoorde verhalen van ouders en artsen, er ging een beerput open. Ik ben er nu bijna dagelijks mee bezig. Het is een uit de hand gelopen interesse.”
Het echtpaar besloot zijn kind niet te laten vaccineren. Het frustreert Van Berkum wat ouders over zich heen krijgen, als ze deze keuze maken. Tot aan het verwijt van „kindermoordenaar” toe, vertelt hij. „Terwijl ik net als elke andere ouder bezorgd ben voor mijn kind. Ik heb al acht boeken gelezen en veel lezingen van artsen gevolgd om dit besluit te kunnen verantwoorden. Het is een keuze tegen de stroom in, en dan moet je driedubbel zeker zijn van je zaak.”
Het doorslaggevende argument is voor hem dat vaccins niet goed genoeg zijn onderzocht. „Overal kom je altijd deze ”bumperstickerwijsheid” tegen: „Vaccins zijn veilig, effectief en goed onderzocht.”” Maar dat is volgens hem niet zo. „Er is geen enkel farmaceutisch product dat in een gezond kind wordt gestopt en zo slecht onderzocht is.” Voor een goed onderzoek wordt een medicijn getest en vergeleken met een groep die een placebomiddel krijgt, stelt Van Berkum. „Vaccins zijn nooit op die manier getest.”
Of hij nooit bang is dat zijn kind mazelen of polio krijgt? „Nee, als je je in de risico’s van die ziektes verdiept, hoef je niet erg angstig te zijn.” Wel voor kinkhoest, voegt hij er direct aan toe. „Ik ben een realist. Als je kind onder de zes maanden kinkhoest krijgt, kan dat ernstig verlopen. Als er tegen die aandoening een goede en veilige vaccinatie was, zou ik die wel halen.” Het probleem met het huidige vaccin is dat dit in zijn ogen niet goed werkt.
Hij is dus niet principieel tegen inenting van kinderen. „Als een moeder hepatitis B-draagster is, moet het kind zeker dat vaccin krijgen. Maar elke vrouw wordt daarop getest bij de verloskundige. Als ze het niet heeft, is de kans dat een kind het krijgt zo minimaal dat het schandalig is dat vaccin toch op jonge leeftijd te geven.”
Hij begrijpt dat het verzet tegen de huidige vaccinatiepraktijk kan worden geassocieerd met complotdenken. Zo is een vermeende relatie tussen vaccinatie en autisme zeer omstreden en bestaat daarvoor volgens het RIVM geen enkele aanwijzing. Een recente wetenschappelijke studie in Denemarken bevestigde dat een verband tussen autisme en de vaccinatie tegen bof, mazelen en rodehond (bmr) niet bestaat. Volgens Van Berkum schiet dat onderzoek tekort. „Er is tot nu toe maar één vaccin onderzocht, namelijk de bmr-prik. En maar één werkzame stof: thiomersal. Van alle andere vaccins en ingrediënten weten we het dus nog steeds niet. Het enige wat wij willen is serieus onderzoek.”