Bijzondere expo in Hoeksche Waard
Museum Hoeksche Waard in het Zuid-Hollandse Heinenoord viert zijn vijftigjarig jubileum met een expositie.
Sleutels van Joden die niet terugkeerden uit vernietigingskampen. De bril van Suze Groeneweg, het eerste vrouwelijke lid van de Tweede Kamer. Die voorwerpen maken deel uit van de expositie ”4000 jaar Hoeksche Waard”, die te zien is tot 17 maart 2019.
In vijftig vitrines staan evenzoveel gebeurtenissen of personen centraal. „Bijvoorbeeld barbier Willem Tichelaar, die betrokken was bij de moord op de gebroeders De Witt in 1672”, vertelt museumdirecteur Belle van den Berg. „Ik houd zelf erg van architectuur. Dit onderwerp komt aan bod in de vitrine over De Stijl. Zo zijn het raadhuis in Strijen en een onderwijswoning in Sint Anthoniepolder ontworpen volgens de principes van deze kunstbeweging uit het begin van de twintigste eeuw.”
De watersnoodramp van 1953 vormde de aanleiding om een streekmuseum op te zetten. „Bij die ramp gingen veel gebruiksvoorwerpen verloren”, weet Van den Berg.
De collectie van Museum Hoeksche Waard telt inmiddels zo’n 35.000 objecten en is ondergebracht in het 18e-eeuwse landhuis Hof van Assendelft en in de herenboerderij Oost-Leeuwenstein in Heinenoord, gelegen op zo’n 100 meter van elkaar. „We bezitten aardewerk van 4000 jaar oud, maar het grootste deel van onze collectie dateert uit het einde van de 19e euw en de eerste helft van de 20e eeuw. Tijdens hun rondgang door het museum komen bezoekers langs acht dorpsbewoners uit de standenmaatschappij rond 1900: de herenboer en zijn knechten, een winkelierster in haar kruidenierszaak, de dokter in zijn huisapotheek en Sara van Assendelft, de ambachtsvrouwe van Heinenoord.”
Speelgoed, landbouwwerktuigen, kanten kappen; de collectie van het streekmuseum is breed. Het gebeurt regelmatig dat mensen bij de balie staan met een voorwerp dat ze willen schenken.
„We moeten hen soms teleurstellen, omdat iets al rijk vertegenwoordigd is in onze collectie. Een verrassing was de afgelopen jaren de schenking van een prachtig schilderij van de Oostmolen in Mijnsherenland. Zeker omdat we niet zoveel tekeningen en schilderijen van plekken in of personen uit de Hoeksche Waard bezitten.”
Jaarlijks bezoeken zo’n acht- tot tienduizend mensen het museum. „Veelal uit de Hoeksche Waard en de gebieden eromheen. Nu sinds 1 januari de Museumjaarkaart bij ons geldig is, trekken we meer mensen uit het hele land.”
Goed depot
De directeur is blij dat zowel landhuis als herenboerderij de afgelopen jaren kon worden gerestaureerd. „Maar er blijven wensen. Zo missen we een goed depot voor eenderde van onze collectie. De bouwplannen zijn er, nu het geld nog.”