Een envelop met daarop handgeschreven de tekst: ”Goed nieuws”. Nabil Awees heeft vaak een paar exemplaren op zak om weg te kunnen geven aan mensen die hij tegenkomt. De Somalische ex-moslim getuigt er graag van hoe hij de Heere Jezus heeft leren kennen. „De dag van mijn doop was de mooiste in mijn leven.”
Geweld, misbruik, drugsverslaving. Het levensverhaal van Awees bevat veel donkere bladzijden. Toch zit de 31-jarige Somaliër stralend op de bank in zijn Veenendaalse flat. Hier woont hij sinds kort met zijn Nederlandse vrouw, Anne. In oktober zijn ze getrouwd. De kerkelijke bevestiging had plaats in de ICF-gemeente –een internationale kerk– in Veenendaal.
Awees groeit als kind van Somalische ouders op in Saudi-Arabië, waar zijn vader als gastarbeider werkt. De islam krijgt hij met de paplepel ingegoten. „Ik bezocht een koranschool en ging op vrijdag meestal met mijn vader mee naar de moskee. Een aantal hoofdstukken uit de Koran kende ik uit mijn hoofd.”
Als Nabil negen jaar is, verliest zijn vader z’n baan en moet het gezin binnen drie dagen Saudi-Arabië verlaten. Terugkeer naar Somalië is niet mogelijk vanwege de burgeroorlog. Het gezin vlucht naar Ethiopië en komt uiteindelijk in Jemen terecht. De jaren daarna zijn voor Awees „een nachtmerrie.” „Ik heb mishandeling, misbruik en een bijna-doodervaring meegemaakt”, zegt hij, zonder verder in detail te willen treden.
Op zijn dertiende vlucht hij met een broer en een tante naar Nederland. Via het aanmeldcentrum voor asielzoekers in Ter Apel komt hij in het azc in Leersum terecht. In 2001 krijgt hij een verblijfsvergunning. Zeven jaar later gaat hij bij de marine aan de slag.
Awees heeft dan al afstand genomen van de islam. „Door alle heftige dingen die ik had meegemaakt, kon ik niet meer geloven dat Allah bestaat.” Hij is nog maar kort in Nederland als hij een christen ontmoet die komt evangeliseren. „Ik zei dat ik geen behoefte had aan een gesprek. Maar de vredige blik in de ogen van die vrouw bleef me bij. Ze had iets wat ik niet kon grijpen.”
Depressief
In 2011 ontmoet hij een christelijk meisje met wie hij een periode bevriend is. Ook bij haar treft hem de vredige blik in de ogen. Met een groep jongeren brengen ze een bezoek aan New York, waar de ex-moslim met Kerst voor het eerst in een kerk komt. Tijdens een gospelvoorstelling ervaart hij een liefdevolle sfeer, maar hij wil zich er niet aan gewonnen geven.
Als uitgezonden marinier overleeft hij in 2012 een vuurgevecht. „Vanaf dat moment werd mijn wereld grijzer. Ik ging het verkeerde pad op, raakte verslaafd aan de drugs. Daarmee wilde ik problemen ontvluchten, maar het gaf me geen vrijheid. Ik belandde langdurig in de ziektewet.”
In deze periode vol moeiten begint Awees een „zoektocht naar God.” Hij verdiept zich eerst opnieuw in de islam, maar merkt al snel dat die hem geen rust en vrede biedt. „Daarna richtte ik me op het boeddhisme, maar ik ervoer dat dit ook mijn weg niet was.”
Op televisie ziet hij geregeld het programma De Verandering, waarin christenen aan het woord komen. „Het christelijke geloof kwam op de een of andere manier steeds weer in beeld in mijn leven. Toen ik me erin probeerde te verdiepen, werd ik heel depressief. In het dieptepunt van deze periode werd ik aangeraakt door God met de woorden: Houd Mijn rechterhand vast, alles komt goed, Ik zal met je zijn. Ik ervoer een enorme blijdschap, maar na een paar dagen was die weg. Ik vroeg me af of ik me toch niet verbeeldde dat God bestaat. Daardoor werd ik nog depressiever en deed ik zelfs een poging uit het leven te stappen.”
Als Nawees na zijn suïcidepoging wakker wordt, verbaast hij zich erover dat hij nog leeft. Hij gaat naar het ziekenhuis en meldt zich bij de afdeling eerste hulp. „Toen ik daar vertrok, ben ik naar de dominee op de kazerne gestapt en heb hem om een Bijbel gevraagd. De eerste keer dat ik erin las, ervoer ik rust in mijn hart.”
Geestelijke strijd
Het lezen in de Bijbel is niet altijd gemakkelijk „In Koningen gaat het veel over gevechten. Dat vond ik heftig. Toch las ik door, terwijl ik verder helemaal geen lezer ben. In twee jaar tijd las ik de Bijbel van begin tot eind.”
In 2015 bezoekt Awees evangelische gemeente Mozaiek0318 in Veenendaal. „De eerste keer dat ik daar kwam, voelde als thuiskomen.” Als hij overweegt zich te laten dopen, breekt er opnieuw een zware periode aan. „Ik voerde een heftige geestelijke strijd, maar ik merkte dat er voor me werd gebeden.” Hij krijgt diverse behandelingen in de ggz vanwege onder meer een posttraumatische stressstoornis. Intussen bemerkt hij bij zichzelf steeds weer „een verlangen naar Gods liefde.”
In 2017 besluit hij definitief zich te laten dopen. „Ik besefte dat de Heere de afgelopen jaren steeds bij me was geweest. Het was tijd om een keus te maken. Op Goede Vrijdag 2017 ben ik naar de kerk gegaan. Ik knielde bij het kruis en gaf mijn leven aan de Heere. Daar hebben mensen met mij gebeden. Twee maanden later, op 11 juni 2017, ben ik in de gemeente Mozaiek gedoopt. Dat was de mooiste dag van mijn leven.”
Nachtmerries
Ook na zijn doop blijft Awees last houden van psychische problemen. „In nachtmerries kwamen heftige gebeurtenissen uit het verleden terug.” Diverse keren begint hij weer te blowen. „Telkens lukte het om in Gods kracht te stoppen met gebruiken. Om af te rekenen met mijn verslaving en van de terugvallen af te komen, ben in zowel in 2017 als in 2018 voor gesprekken naar een kliniek gegaan, de eerste keer naar Trubendorffer en de tweede keer naar De Hoop.”
Nu heeft Awees het idee dat het drugsgebruik voorgoed verleden tijd is. „Ik dank het aan God dat er meer rust in mijn leven is gekomen. Pas vorig jaar heb ik echt leren praten over mijn problemen, ben ik opener geworden. Daardoor kan ik mijn levensverhaal nu ook met anderen delen. Daarin zie ik de leiding van de Heere. Ik heb iedereen die me in het verleden iets heeft aangedaan, kunnen vergeven.”
Terwijl een groep Somalische christenen in Nederland uit angst voor problemen met familie en landgenoten in het geheim samenkomsten bezoekt, komt Nabil openlijk voor zijn geloof uit. Hij vindt het bijzonder dat in zijn omgeving afwijzing of verstoting uitbleef, ook bij zijn naaste familie. Een deel van hen woont in Nederland, anderen verblijven elders in de wereld. Zijn vader is inmiddels overleden.
„Ik heb mijn getuigenis op Facebook gezet en het met familie en vrienden gedeeld. Een zus, die later dan ik naar Nederland is gevlucht, is zelfs in de doopdienst geweest. Andere familieleden waren er niet bij, maar respecteren mijn keuze. Mijn moeder, die vroeger fel tegen christenen was, volgde de dienst in het buitenland via internet. Ik ga nog net zo met mijn familieleden om als eerder. Sommige relaties zijn zelfs verbeterd. Mensen zien dat ik enorm veranderd ben en ik vertel waar dat door komt.”
Geruime tijd kent Awees geen andere Somalische christenen. Tijdens een conferentie van Opwekking hoort hij dat er ergens in het land geheime christelijke samenkomsten voor Somaliërs worden gehouden. Hij komt in contact met Simon van Dijk, die hierbij vanuit stichting Gave betrokken is. „Zo kwam ik erachter dat een nicht van mij eerder dan ik was bekeerd. Dat was bijzonder. Haar familie heeft er wel heel heftig op gereageerd.”
Behalve de diensten van de ICF-gemeente in Veenendaal, waarbij hij sinds enige tijd is aangesloten, bezoekt Awees nu ook geregeld de geheime samenkomsten van Somaliërs. Daar treft hij voor het eerst een groep Somalische christenen. „Het was heel bijzonder om landgenoten te ontmoeten die ook in de Heere geloven. Eerst dacht ik dat ik de enige was. In deze ”fellowship”, in een Somalische sfeer, voelde ik me meteen thuis.”
Bijbelschool
Zijn huwelijk met Anne Heijstek is een recent hoogtepunt in Awees’ leven. „Ik leerde haar kennen op de dag van mijn doop.” In de periode daarna krijgen ze een relatie en volgen samen een Alpha-cursus. „God heeft ons bij elkaar gebracht. Alles wat er in mijn verleden is gebeurd, heb ik met Anne gedeeld en ze heeft mij nooit veroordeeld, ook niet in periodes van terugval.”
Hoe het komt dat hij nu niet bang meer is ooit weer naar de drugs te grijpen? „Ik heb op God leren vertrouwen, terwijl ik eerder meer op mezelf vertrouwde. Het belangrijkste is dat mijn hulp van de Heere komt. Ik wil dicht bij Hem blijven. Dat gaat natuurlijk met vallen en opstaan, maar het is mijn verlangen om met Hem te wandelen.”
Na jaren bij de marine te hebben gewerkt, is Awees recent aan een nieuwe baan begonnen, als beveiliger. „Ik heb een Bijbelschool gevolgd omdat ik uiteindelijk graag evangelist wil worden. Maar dit is nog niet het goede moment. Mijn weg is zo geleid dat ik nu in de beveiliging werk.”
Intussen vertelt Awees graag aan anderen wat God in zijn leven heeft gedaan. Vandaar dat hij vaak een persoonlijk getuigenis op zak heeft, in drie talen, om te kunnen meegeven aan mensen die op zijn pad komen. „De Heere Jezus is de belangrijkste Persoon in mijn leven geworden. Zonder Hem zou mijn bestaan geen betekenis hebben.”