Ontstemde geitenhouder „gaf nooit een kuchje”
Kortzichtig, zegt de één. Begrijpelijk, vindt de ander. De beperkende maatregelen in geitenhouderij met het oog op de volksgezondheid roepen zaterdag tijdens het Geiten Event in Zwolle verschillende reacties op.
Het is deze zaterdag al geit wat de klok slaat in de IJsselhallen in Zwolle. Op het Geiten Event geven een paar meiden een zwart geitje te drinken, proberen fabrikanten fonkelnieuwe melkapparatuur te slijten en lopen mannen met hun dier aan een touw in een soort zandbak voor de Landelijke Geitenkeuring.
Aan banden gelegd
Geitenhouders boeren goed. De afgelopen jaren was er een dikbelegde boterham te verdienen in de geitenhouderij. Toch is het niet alles goud wat er blinkt. Sterker nog, de geitenhouderij wordt steeds meer aan banden gelegd.
De afgelopen vijftien maanden is in de provincies Brabant, Gelderland en Utrecht een geitenstop ingevoerd. Dat betekent dat zich daar geen nieuwe geitenbedrijven mogen vestigen en dat bestaande geitenboerderijen niet mogen uitbreiden. Sinds vrijdag geldt in de provincie Overijssel ook zo’n geitenstop.
Aanleiding voor die maatregelen is zorg over de volksgezondheid. Omwonenden rond geitenhouderijen zouden vaker dan gemiddeld kampen met longproblemen. Een nog lopend landelijk onderzoek daarnaar moet uitsluitsel geven over de kwestie.
Mekkerende geiten
Wie zaterdag temidden van de mekkerende geiten in de Zwolse IJsselhallen de meningen peilt over de beperkingen, hoort nogal wat onbegrip.
„Ik geloof niet dat de geitenhouderij schadelijk is voor de gezondheid”, zegt Ton van Wolleswinkel (40). De vader van vijf kinderen uit Maarsbergen heeft 1100 geiten. „Ik ken geen geitenboeren met longontsteking. Ik ben ook niet bang dat mij of mijn kinderen of medewerkers gezondheidsschade oplopen.”
Wellicht is het goed om het zekere voor het onzekere te nemen en dus de geitenhouderij in te perken? „Dat vind ik nogal bezwaarlijk. Wij dragen bij aan de voedselproductie voor de hele wereld. Die productie kun je niet zomaar stoppen. Dan zou je zo veel bedrijfsprocessen waar discussie over is, moeten stopzetten.”
Mocht in de toekomst worden bewezen dat de geitenhouderij wel degelijk tot longklachten leidt, dan zegt Van Wolleswinkel zijn bedrijfsvoering tegen het licht te willen te houden. „Denk bijvoorbeeld aan het terugdringen van de fijnstofuitstoot. We zouden geitenmest sneller kunnen afvoeren naar bijvoorbeeld akkerbouwers die de mest weer gebruiken.”
Kortzichtig
Ook Martijn van Leeuwen (34) uit Boven-Leeuwen, die honderd hobbygeiten houdt, is er allerminst van overtuigd dat de geitenhouderij tot longproblemen leidt. „Ik vind zo’n geitenstop in de verschillende provincies nogal kortzichtig. Dan zou iedere geitenhouder toch ziek moeten zijn?” zegt Van Leeuwen, in het dagelijks leven vruchtbaarheidsspecialist in de rundveesector. Met kennelijke overdrijving: „Ik heb nog nooit een snotneus gehad of een kuchje gegeven.”
Vooralsnog is het koffiedik kijken, zegt de met pet getooide geitenhouder. „Laten we de onderzoeken afwachten. Nu weten we niet of er een relatie is tussen de geitenhouderij en longproblemen.”
Zeker zo sceptisch over de geitenstop is de 31-jarige Donny Rienks uit Zoutkamp. Sinds twee jaar is hij dierverzorger op een zorgboederij met 200 geiten, vlakbij Pieterburen. „Ik vind zo’n geitenstop eigenlijk onzin. Wij krijgen ook cliënten met longproblemen bij ons op de boerderij. Maar ze knappen juist op van het verblijf op de zorgboerderij. Ze koesteren liefde voor de beesten.”
Rienks zelf kampt ook met longproblemen, al voordat hij twee jaar geleden aan de slag ging op de geitenboerderij. „Maar die problemen zijn op de boerderij niet verergerd. Ik vind het een genot om met geiten te werken. Ik zit dagelijks tussen die dieren, maar ben absoluut niet bang dat mijn gezondheid daar onder lijdt.”
Zaagsel
Een ander geluid komt van Nineke Kupers (60) uit Nieuwe Pekela. Zij en haar man hebben 80 geiten. Te midden van de beesten in de IJsselhallen knuffelt ze een kleinkind. Kupers heeft wél begrip voor de geitenstop in de diverse provincies. „Mensen gaan voor dieren”, zegt Kupers, zelf longpatiënt.
Ze denkt dat de fijnstof-uitstoot van grotere geitenhouderijen, met bijvoorbeeld zo’n 1500 geiten, slecht is voor de gezondheid. „In die grotere bedrijven liggen de dieren op matten of op zaagsel. Dan heb je daar een heel droge atmosfeer. Dat leidt er toe dat er meer fijnstof vrijkomt.”