Groot gezin in China: mogen of weer moeten?
Tientallen jaren was het Chinese eenkindbeleid de schrik voor echtparen. Nu hangt hun een meerkinderenbeleid boven het hoofd. Want de bevolking krimpt en Peking vindt dat er wat móét veranderen. Maar hoe?
Een postzegel waarmee regeringsbeleid wordt aangekondigd. In China kan dat. Zo werd onlangs een zegel op de markt gebracht met daarop een beer, een zeug en drie biggetjes. Pas volgend jaar begint in Azië het jaar van het varken, dus het lijkt wat vroeg om daar nu al mee te komen. Maar misschien is de timing toch wel uitgekiend, gezien die drie biggetjes.
Dat aantal van drie kan geen toeval zijn, stelde Friederike Böge vorige week in de Frankfurter Allgemeine Zeitung. Een Chinees gezin mag sinds 2016 maximaal twee kinderen tellen; daarvoor was één zelfs kind de norm. Wie daarvan afweek, kon rekenen op fikse straffen. En dan duikt er een plaatje op van een ‘gezin met drie kinderen’, weliswaar in varkensgedaante, maar toch. Dat kan maar één ding betekenen, aldus Böge: de afschaffing van het tweekindbeleid is ophanden. Sommige waarnemers verwachten dat nog dit jaar, anderen begin volgend jaar.
Er zijn meer aanwijzingen in die richting, weet Böge. Zo zou in het nieuwe burgerlijk wetboek de term ”gezinsplanning” niet meer voorkomen en ook ”geboortebeperking” zijn geschrapt.
Krimp
Verrassend is dat allemaal niet, want toen in 2016 het tweekindbeleid werd geïntroduceerd, waren de verwachtingen hooggespannen. We zijn nu twee jaar verder, maar een spontane babyboom bleef uit. Sterker nog: het aantal geboorten ten opzichte van het jaar daarvoor daalde met 630.000. Daarmee zet een trend door waarvan sinds 2011 duidelijk sprake is: de bevolking van China krimpt, alle maatregelen ten spijt.
Als het tij niet keert, stormt China af op een ernstig demografisch probleem. Dan is in 2030 een kwart van alle Chinezen ouder dan 60. Daarmee komt de financiering van de oudedagvoorziening en de gezondheidszorg serieus in de problemen. De kosten van arbeid zullen sterk stijgen en dat zal de concurrentiepositie van de Chinese exportmarkt ondermijnen. En wat te denken van de verhouding tussen het aantal werkenden en niet-werkenden?
Hoe komt het dat Chinese echtparen met name in de steden geen groter gezin willen, of zelfs helemaal geen kinderwens hebben? Er spelen verschillende factoren een rol. Veel echtparen geven aan dat ze zelf uit een eenkindgezin komen en nu met z’n tweeën voor maar liefst vier (schoon-)ouders moeten zorgen. Als daar ook nog eens kinderen bijkomen, wordt het leven wel erg druk en duur, vinden ze.
Uitgeblust
En dan zijn er de hoge huren en woningprijzen die belemmerend werken. Jonge echtelieden spenderen vaak uren aan pendelen van en naar hun werk, omdat dicht bij het werk wonen te duur is. Veel jonge stellen zitten zodoende ’s avonds uitgeblust op de bank en hebben geen energie om ook nog eens voor kinderen te zorgen.
Hoge kosten voor onderwijs spelen ook een rol. Vooral die van privéonderwijs rijzen de pan uit, terwijl veel ouders vinden dat hun kind dat juist nodig heeft om later de concurrentie op de arbeidsmarkt aan te kunnen. In 2016 bleken studenten met de hoogste cijfers extra lessen op maar liefst 51 privéscholen te hebben gevolgd.
Verder kampt China met hoge kosten voor gezondheidszorg en levensonderhoud. Wat dat laatste betreft: veel gezinnen vertrouwen het Chinese voedsel niet vanwege allerlei voedselschandalen in het verleden. Berucht is het schandaal in 2008, waarbij sprake was van vergiftigd melkpoeder. Welgestelde Chinese ouders kopen daarom liever producten uit het buitenland. Verder zijn werk en zorg voor kinderen maar moeizaam te combineren, klagen vooral moeders. Ze wijzen op het grote gebrek aan kinderopvang.
Dink
Dat beeld kan wat treurig overkomen, ware het niet dat er voor zo’n lifestyleprofiel alweer een trendy typering voorhanden is, overgewaaid uit steden als New York, Londen, Tokio en –wie weet– Amsterdam: dink. Dat staat voor ”double income, no kids” (dubbel inkomen, geen kinderen). Ook in China is het inmiddels een populaire typering onder de dertigers.
Of dat in China de sombere realiteit kan verbloemen, is maar de vraag. Diverse jonge Chinezen geven aan dat ze als enig kind nooit hebben ervaren wat het is om een broer of zus te hebben, en dus niet vertrouwd te zijn met een groter gezin.
En dan is er nog de bruutheid waarmee de staat tientallen jaren het eenkindbeleid heeft opgelegd, inclusief gedwongen abortussen, hoge boetes en andere vernederingen. Wat een gezonde opstelling zou moeten zijn voor jonge echtparen –de kinderwens– is in China verworden tot iets waarvoor je je moet schamen en wat je moet onderdrukken.
Intussen duikt er alweer een nieuwe vraag op: wordt het kindertal vrijgegeven, of blijft de staat zich bemoeien met het krijgen van kinderen, in die zin dat ouders straks gezinsuitbreiding wordt opgelegd?
Staatsaangelegenheid
Enkele weken terug werd in het Volksdagblad, de spreekbuis van de regering, al gesteld dat „geboorten een staatsaangelegenheid zijn en blijven.” In diverse provincies wordt dat al in praktijk gebracht. Zo is in Liaoning voorgesteld om kersverse ouders belastingvoordeeltjes te geven en tegemoetkomingen in de kosten voor onderwijs en gezondheidszorg.
Vanuit een andere hoek van het land klonk de oproep om ouders tot hun veertigste te verplichten een spaarpotje aan te leggen, dat ze pas mogen legen als er een tweede kind is geboren.
De reacties van jonge paren op deze plannen en voorstellen waren niet mals. „Je moet maar durven,” was te lezen op Weibo, China’s eigen versie van Twitter, „eerst dwingen ze ons tot het hebben van slechts één kind, nu pressen ze ons tot meer kinderen.”
Zoals altijd in China, zal het nog wel even duren voordat zo’n beleidsmatige ommekeer –mocht die er komen– tot in alle hoeken van het land is doorgedrongen. Zo vond een regeringfunctionaris het vorige week nodig om per mail burgers te laten weten dat overtreders van het tweekindbeleid een boete wacht van drievoudig het jaarsalaris van een werknemer. Een week later bleek de waarschuwing te zijn verwijderd. Het zou zomaar kunnen dat de man de boodschap op de postzegel gezien had en begrepen.