CU-wethouder armoedebestrijding levert zelf loon in
Een wethouder armoede- en schuldenbestrijding die zelf loon inlevert en zijn baan bij het stadsbestuur deels als vrijwilliger doet. Michiel Grauss (47) is vanaf donderdagmiddag het gezicht van de gideonsbende van ChristenUnie-SGP in de Rotterdamse raad.
Historisch is zijn beëdiging donderdagmiddag in de gemeenteraad van Rotterdam. Het is de grootste stad waar CU-SGP in de coalitie zit. Voor het eerst. Met slechts 1 van de 45 raadszetels. „Je hoeft niet veel te hebben”, weet Grauss. „Er is maar een beetje zout nodig om de boel op smaak te brengen, zegt de Bijbel. Ik hoop en bid dat wij zo’n smaakmaker zijn.”
De wethouder gaat aan de slag in de stad waar hij als „broekie” al meedacht met de politiek. In de jaren negentig zette hij zich –naast twee universitaire studies– in als secretaris van het plaatselijk bestuur van de RPF, die destijds samen met GPV en SGP een lijst vormde. En ook toen een fractie met één raadslid was.
De kans dat de CU-SGP 20 jaar later een wethouder zou leveren in Rotterdam, achtte hij nul. „En dat ik die wethouder zou worden was een totale verrassing.”
In de tussentijd was hij raadslid voor de ChristenUnie in Capelle aan den IJssel. Tot de verkiezingen van 21 maart. De nummer 3 op de CU-lijst kreeg zo veel voorkeurstemmen dat Grauss zijn zetel moest opgeven. „Ik merkte dat ik de politiek miste. En mijn vrouw ook”, lacht hij. „Dus heb ik om me heen verteld dat het mooi zou zijn als er iets nieuws op mijn pad zou komen.”
Sneller dan gedacht kwam de vraag. „Mijn vrouw en ik hebben ervoor gebeden. Onze conclusie was: het is goed om deze stap te zetten. Een christen heeft de roeping om dienstbaar te zijn.” Bovendien: als Capellenaar was hij de Rotterdamse politiek al die jaren blijven volgen voor zijn werk bij de gemeente en de GGD.
Sobere stijl
Grauss blijft met zijn vrouw en drie kinderen wonen in Capelle, op 1,3 kilometer afstand van Rotterdam. Hij is er duidelijk over: „Financieel gaan we er flink op achteruit, want ik krijg een functie voor 0,4 fte. Door te verhuizen zouden we schulden maken.” Geen goed voorbeeld voor een wethouder die armoede en schulden moet gaan bestrijden.
Een baan naast het wethouderschap is lastig, want „als de gemeenteraad of het college vergadert, ben ik daar gewoon bij.” In de praktijk zullen er dus heel wat onbetaalde uren in zijn nieuwe job gaan zitten. Misschien wel volledige werkweken. Maar dat is niet erg. „Christenen doen ontzettend veel vrijwilligerswerk: jeugdwerk, kerkenraad, de zondagsschool. Al die mensen krijgen geen loon. Dat is vrij gewoon in de christelijke wereld, maar niet in de politiek. Hoe kun je dat nou doen, vroegen mensen me.”
Grauss wil soberheid uitstralen. „Bij een wethouder armoede- en schuldenbestrijding hoort niet standaard een auto met chauffeur.” Al gebeurt dat soms ook uit beveiligingsoogpunt, haast hij zich te zeggen.
In de veelkleurige coalitie –met VVD, D66, GroenLinks, PvdA en CDA– is CU-SGP „een gideonsbende. We kunnen nooit op de macht spelen. Altijd zullen we moeten overtuigen met argumenten.”
Praten vanuit de bron van je argumenten levert de beste gespreken op, weet hij. „Ik probeer er zo eerlijk en benaderbaar mogelijk over te zijn dat mijn visie is gestoeld op de Bijbel.” Soms moet je vanuit die overtuiging een streep trekken, gaat hij verder. „Op zondag ben ik in principe niet bereikbaar. Die dag vul ik in met twee diensten in de christelijke gereformeerde kerk in Rotterdam-Oost, contacten met gemeenteleden en het gezin. Dat kan ik anderen niet opleggen, al gun ik ze dat wel. En dat vertel ik hun ook.”
Armoe
Maar liefst één op de vier Rotterdamse kinderen groeit op in armoede. Net als Grauss’ vader vroeger. „Soms was het de vraag: is er vanavond eten? Maar mijn vader werkte heel hard en ontwikkelde zich stapje voor stapje.”
Zo wil Grauss als wethouder kinderen uit arme gezinnen de kans geven hun talenten te ontplooien. „Maar ik ben ook van de harde lijn. Wie kansen krijgt, moet er voor 100 procent voor gaan. De bijstand is een vangnet, geen hangmat.”
Eigen wethouder was een breekpunt voor CU-SGP
Makkelijk was het niet altijd aan de onderhandelingstafel met VVD, D66, GroenLinks, PvdA en CDA. Toch heeft Tjalling Vonk (48), fractievoorzitter van CU-SGP in Rotterdam, naar eigen zeggen punten binnengehaald die zijn achterban herkent. Zoals de zorg voor het kwetsbare deel van Rotterdam. En, iets waar PvdA of GroenLinks niet snel mee zouden komen: „De erkenning van het belang van religieuze organisaties en kerken.” Tien jaar geleden werd de meerwaarde van hun bijdrage aan de samenleving al eens in kaart gebracht. De partijen spraken af dat er een update komt van het rapport ”Tel je zegeningen”. Vonk: „Dat was destijds een eyeopener voor veel mensen, maar is nu wat weggezakt. Bovendien hebben we de decentralisaties achter de rug.”
Coffeeshops
Het meest content is hij met de afspraak dat het Centrum voor Jeugd en Gezin vrijwillige relatie- en opvoedondersteuning gaat bieden. „Voor andere partijen zit dat al snel in de sfeer van betutteling.” Jammer vindt Vonk het dat het coffeeshopbeleid niet strenger is uitgepakt. „We maximeren het aantal coffeeshops, en dat is in het licht van de huidige discussie al winst. Maar minder winst dan ik had gewild.”
Over het dreigende verbod op kerkdiensten in Rotterdamse wijkcentra staat niets in het coalitieakkoord. „Wel hebben we de wens van andere partijen voor een verbod kunnen tegenhouden. In de coalitie kregen we niet unaniem de handen voor op elkaar voor onze mening. We hebben nu twee kansen om voor dit punt te strijden: in de coalitie en de raad. In de oppositie hadden we maar één kans.”
Of de CU-SGP een breekpunt had? „We wilden per se een wethouder leveren. Anders kun je geen gezicht geven aan de coalitie. Negatieve zaken stralen dan op je af; de mooie dingen kun je niet claimen.”