Buitenland
Hollandse haring gepekeld in zout van Bonaire

Wie Bonaire per vliegtuig aandoet, ziet al van ver hoe de spierwitte zoutbergen tegen de blauwe lucht afsteken.

Marius Bremmer
15 June 2018 15:09Gewijzigd op 16 November 2020 13:32
Op Bonaire vormen de obelisken en de slavenhuisjes een ware attractie. beeld Marius Bremmer
Op Bonaire vormen de obelisken en de slavenhuisjes een ware attractie. beeld Marius Bremmer

Al eeuwen draait het op Bonaire om zout. Slavenhuisjes vertellen er hun hoofdstuk in de zoutgeschiedenis. Wonderlijke obelisken dienden als bakens voor de zoutschepen, die het witte goud onder meer naar Nederland brachten. Zaterdag is het Vlaggetjesdag in Scheveningen; tijd voor een terugblik.

Opeens werd zout in Europa van levensbelang: Willem Beukelszoon van Biervliet ontdekte rond het jaar 1400 het haringkaken. Bij deze handeling ontdeed hij de vis met een speciaal mesje van zowel kieuwen als ingewanden. Deze Zeeuws-Vlaamse visser kwam er als eerste achter dat je juist de alvleesklier in de haring moest achterlaten. Legde je de vis daarna in het zout, dan ging deze rijpen. De haring bleef veel langer houdbaar en ontwikkelde zo een lekkere smaak. Het geheim: de achtergebleven alvleesklier scheidt enzymen af.

Venezuela

Die ontdekking zorgde voor een ware revolutie in de Europese voedselvoorziening: de vis kon op deze manier veel langer bewaard worden en smaakte ook beter. Noord-Hollandse steden als Hoorn, Medemblik en Enkhuizen stortten zich op het conserveren van vis met behulp van zout. Toen de Nederlanders tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) hun zout niet meer uit het vijandelijke Spanje of Portugal konden halen, week de vloot uit naar de West. Vanaf 1600 zeilden jaarlijks wel honderd Hollandse schepen richting het Caraïbische zout.

De Hollanders voeren eerst vooral naar Punta de Araya, een schiereiland bij de kust van Venezuela. Daar vonden ze afzettingen van zout dat uit de bergen was gespoeld. Er ontstond ter plaatse bedrijvigheid, waarbij men kades en pieren aanlegde: kleinere boten brachten het zout naar de grotere zeilschepen.

Tot ook hier de Tachtigjarige Oorlog roet in het eten strooide. De Spanjaarden maakten het de Nederlandse zoutvaarders ook in de Caraïbische wateren, ver van huis, te moeilijk. De zoutvaarders weken uit naar bovenwindse eilanden als Tortuga en Sint Maarten, waar ook zoutpannen waren.

Toen de Nederlanders van de West-Indische Compagnie (WIC) uiteindelijk in 1634 het eiland Curaçao veroverden, stuurde het bestuur van deze handelsorganisatie (de Heeren XIX) een zoutexpert naar het eiland. Zijn naam was Maarten Jan Claesz van Campen, tot die tijd commandeur van Sint Maarten. Hij vond het zout uit de pannen van Curaçao van matige kwaliteit, maar prees het veel betere zout van Bonaire.

Vuurtoren

Met de Vrede van Munster eindige in 1648 de Tachtigjarige Oorlog. De onderhandelende partijen spraken af dat de Nederlanders weer zout uit Spanje en Portugal mochten halen. De grootschalige zoutwinning op Aruba en Curaçao nam af, maar niet die op Bonaire. Vanaf 1762 diende een stapel stenen met een brandend vuur hier ’s nachts als nachtelijk baken. Dat kon echter niet voorkomen dat er veel schepen voor de kust vergingen.

Lange tijd hikte men aan tegen de bouw van een vuurtoren. Enerzijds zou die bevriende handelsschepen helpen, maar anderzijds konden ook vijandelijke schepen er gebruik van maken. De knoop werd ten slotte doorgehakt en op 24 augustus 1838, de verjaardag van koning Willem I, kon de lamp van de vuurtoren voor het eerst worden ontstoken.

Later werden er nog meer vuurtorens op het eiland gebouwd, maar de in de vorm van een Dorische zuil gebouwde Willemstoren is de oudste. Die jaren was de Bonairiaanse zoutwinning winstgevender dan ooit. Het zuidelijke Pekelmeer was helemaal opnieuw ingericht, compleet met een systeem van sluizen en dammen. Met behulp van zeewater uit speciaal gegraven kanaaltjes voorzag men de pannen gecontroleerd van water, zodat de ‘oogst’ van het zout beter gespreid kon worden.

Obelisken

Men introduceerde ook een systeem van vier gekleurde obelisken, bedoeld om de zoutschepen van goede oriëntatiepunten te voorzien. De obelisken kregen de kleuren rood, wit, blauw en oranje: de kleuren van de Nederlandse vlag en het koningshuis. Bij het Pekelmeer kwam een grote vlaggenmast als belangrijkste baken voor de zoutschepen. Hees men de rode, witte, blauwe of de oranje vlag, dan kon de scheepsbemanning zien waar precies het zout voor transport klaarlag: bij de rode pan en de rode obelisk, bij de witte pan en de witte obelisk, bij de blauwe pan en de blauwe obelisk of bij de oranje pan en de oranje obelisk. Vanaf zee waren de obelisken goed zichtbaar en bij elk exemplaar kwam een goede ankerplaats.

Keukenzout

Tot 1840 was de zoutwinning op Bonaire in handen van het gouvernement, daarna ging ze over naar de Zoutexploitatie en Cultuuronderneming Bonaire. Pas in 1967 werden de zoutpannen nogmaals grondig gemoderniseerd. Tot het eind van de vorige eeuw was de Nederlandse multinational AkzoNobel actief op Bonaire; daarna nam het Amerikaanse Cargill Salt Bonaire de productie over. Dit bedrijf produceert jaarlijks 400.000 ton zout dat bestemd is voor industriële toepassingen.

Slechts een klein gedeelte van het geëxporteerde zout belandt in Amerikaanse keukenkastjes en ongeveer 1 procent wordt verkocht aan lokale vissers en bakkers. De grote zoutkristallen van Bonaire zijn van uitstekende kwaliteit door een unieke combinatie van factoren: vlak en diep zeewater, wind en veel zon – ideaal voor het proces van verdamping. Het blijft verbazend om te zien dat supermarkten op Bonaire desalniettemin het Nederlandse keukenzout van Akzo verkopen.

Naast de obelisken herinneren ook de slavenhuisjes aan het zoutverleden. Ze dienden als nachtverblijf voor de slaven die in de zoutpannen werkten: die hoefden daardoor niet langer elke dag heen en weer te lopen naar hun verder weg gelegen dorpen Tera Cora, Antriol en Rincon.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer