Eenverdiener moet -opnieuw- geduld hebben
De Tweede Kamer wijdde donderdagmiddag voor het eerst een heus debat aan de belastingdruk van eenverdieners. Maar veel schoten die daar ook weer niet mee op. „Ik voel mij prettig bij de motie die niet om maatregelen vraagt.”

Het debat had plaats naar aanleiding van de recente beleidsbrief ”Eenverdieners onder druk” van het Centraal Planbureau. Volgens SGP-Kamerlid Stoffer blijkt uit dat rapport „zonneklaar” dat eenverdieners onevenredig zwaar worden belast. „Het is logisch dat je als eenverdiener één salaris binnenkrijgt, maar het voelt als discriminatie dat daar via het belastingstelsel veel minder van overblijft. Dat voelt niet alleen zo; het ís ook zo.”
Een deel van de oppositie denkt daar net zo over. Zo zei SP-Kamerlid Leijten dat „het afschaffen van wat schamper de aanrechtsubsidie wordt genoemd een ordinaire boete is voor gezinnen waarin, om welke reden dan ook, maar één ouder werkt.”
Ook GroenLinks-Kamerlid Snels gaf aan „mee te voelen met de zorg van de christelijke partijen” over eenverdieners. „In het najaar zei ik dat ook al eens. Zelden kreeg ik zó veel positieve reacties vanuit deze hoek als toen.”
Wel vroeg Snels zijn „christelijke vrienden” een tikkeltje meer aandacht te schenken aan de lagere inkomens. „Ik heb de brieven van eenverdieners doorgenomen en het valt mij op dat het allemaal mensen zijn met een laag inkomen: mensen die in de zorg werken, chauffeurs, bouwvakkers. Ik vind het dan zo gek dat de verkiezingsprogramma’s van SGP, CDA en CU vaak erg gaan over lastenverlichting voor hóge inkomens, waar vooral de tweeverdieners zitten.”
VVD en D66 hingen aan de andere zijde van de boot. Volgens de laatste partij is er zelfs nu nog „een wereld te winnen” als het gaat om het aantrekkelijker maken van het tweeverdienersschap. VVD-Kamerlid Lodders verwoordde het zo: „als één van de partners ervoor kiest om thuis te blijven, dan is dat hun goed recht, maar dat hoeft niet fiscaal gestimuleerd te worden.”
De PvdA nam een middenpositie in. Arbeidsdeelname en emancipatie vindt die partij volgens Kamerlid Nijboer nog altijd zéér belangrijk, maar de druk op gezinnen waarbij één partner langdurig ziek is en echt niet kan werken „is iets waar je eigenlijk wat aan zou moeten doen.”
ChristenUnie en CDA (die met VVD en D66 een coalitie vormen), maar ook staatssecretaris Snel benadrukten tijdens het debat vooral dat het huidige kabinet meer doet dan de vorige kabinetten bij elkaar. Snel: „Het verschil in belastingdruk tussen een- en tweeverdieners wordt niet gedicht, maar ook niet vergroot. Ik denk dat we daar heel blij mee moeten zijn.”
Bruins (CU) noemde dit resultaat „niet ideaal”, maar „by far de beste stap” in jaren. „In het regeerakkoord konden we voorkomen dat het verschil in belastingdruk oplopen zou tot een factor 8 à 9.” Al erkende Bruins dat ná deze kabinetsperiode de kloof opnieuw verder groeit. „Bij een volgend regeerakkoord zullen dus opnieuw maatregelen genomen moeten worden.”
CDA-Kamerlid Omtzigt zou dat ook graag zien. Want het draagkrachtbeginsel is volgens hem het raam uitgegooid. „Een niet-werkende partner met een kind, die 20.000 euro gaat verdienen, betaalt nul belasting. Terwijl een kostwinner in een huurwoning die zijn inkomen weet te verhogen van een minimumloon naar modaal van de 16.000 euro die hij méér verdient slechts 1800 euro overhoudt. Dat is doorgeslagen.”
Uiteindelijk werden er door de SGP twee moties ingediend. De eerste verzoekt het kabinet met Prinsjesdag maatregelen aan te kondigen. De tweede vraagt slechts om „opties te schetsen voor de langere termijn om de pijnpunten in de marginale druk, bijvoorbeeld voor eenverdieners, weg te nemen”.
Alleen die tweede zal het hoogstwaarschijnlijk redden, zo viel al op te maken uit de woorden van staatsecretaris Snel. „De ene motie gaat verder dan de andere. Ik voel mij prettig bij de motie die vraagt om na te blijven denken. Ik voel mij minder prettig bij de motie die stelt dat dit ook in maatregelen moet worden omgezet.”
De eenverdiener moet dus -opnieuw- geduld betrachten. Onder Rutte-III zit er niets meer in het vat. Schrale troost is dat diens onevenredige belastingdruk tot aan het einde van deze kabinetsperiode wel „structureel gemonitord” wordt.