Bij de beoordeling van bekeringsverhalen van asielzoekers is er bij gehoorambtenaren van de IND soms sprake van vooroordelen „die tenenkrommend zijn en tot onrecht leiden in de beoordeling.”
Dat zegt dr. Arjan Plaisier, voorzitter van de naar hem genoemde commissie die bekeringsverhalen van asielzoekers beoordeelt, dinsdag in een interview in het Reformatorisch Dagblad. De deskundigheid van de IND inzake bekeringen is de laatste jaren verbeterd, aldus dr. Plaisier. „Maar er is een grote groep ambtenaren met dit soort zaken bezig, waarbij je natuurlijk verschillen ziet.”
De commissie-Plaisier, bestaande uit tien leden uit vier kerkverbanden, spreekt jaarlijks zo’n honderd bekeerlingen, overwegend ex-moslims uit Afghanistan en Iran. Asieladvocaten kunnen de beoordeling van de commissie inbrengen in de zaak van hun cliënt, wanneer de IND diens bekering ongeloofwaardig acht.
Gevraagd naar een vooroordeel bij gehoorambtenaren, zegt Plaisier: „Het gebeurt dat iemands bekering niet geloofwaardig wordt geacht omdat de persoon in kwestie alvorens zich te bekeren tot het christendom, zich toch eerst verder in de islam verdiept zou moeten hebben om te kijken of die misschien ook een ander gezicht heeft dan waar de bekeerling mee te maken had.”
Afgelopen maand kwam een Afghaans gezin in het nieuws dat vorig jaar maart in de gereformeerde kerk vrijgemaakt in Bergum werd gedoopt. De commissie-Plaisier achtte de bekering van beide ouders geloofwaardig, in tegenstelling tot de IND. Het standpunt van de IND roept bij Plaisier vragen op. „Dit is zo’n duidelijk voorbeeld waarbij een lokale kerk een sterk verhaal heeft en wij ook een positieve rapportage hebben gedaan, terwijl de IND toch nee zegt. Hoe kan dat?”
Asieladvocaat Willem Boelens van Schoolplein Advocaten te Utrecht was betrokken bij de zaak van het Afghaanse gezin. „De IND laat zich doorgaans weinig gelegen liggen aan positieve beoordelingen door bijvoorbeeld de commissie-Plaisier of stichting Gave. Terwijl die doorgaans wel (zeer) goed gemotiveerd zijn”, zei Boelens maandag.
De advocaat schat dat hij het de afgelopen twee jaar ruwweg tien keer heeft meegemaakt dat een asielaanvraag van een cliënt ondanks een positief rapport van de commissie-Plaisier en/of stichting Gave werd afgewezen. In het geval van het Afghaanse gezin lagen er twee rapporten van de commissie, na een afzonderlijk gesprek met de man en de vrouw. „De rapporten werden zonder enige inhoudelijke beoordeling afgeserveerd, omdat cliënten volgens de IND niet overtuigend over hun bekering hadden verklaard.”
De IND neemt een rapport van de commissie-Plaisier wel degelijk mee bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van de gestelde bekering, aldus een woordvoerster dinsdagochtend. „Welke waarde een dergelijk stuk heeft, is afhankelijk van de rest van het dossier en de inhoud van het ingebrachte stuk. Voorop staat dat de vreemdeling zelf, tijdens de gehoren, met zijn eigen verklaringen aannemelijk zal moeten maken dat hij is bekeerd.” Ze wijst erop dat de IND „een eigen verantwoordelijkheid en verplichting” heeft om zelf te komen tot een beoordeling van „alle feiten en omstandigheden.”
Een gehoor is, aldus de woordvoerster, primair bedoeld voor het verzamelen van informatie en om via vraagstelling de asielzoeker in de gelegenheid te stellen meer en beter te verklaren over zijn proces van bekering. „Deze vragen moeten onder geen beding worden opgevat als vooroordelen van de gehoorambtenaar. Op basis van het complete dossier neemt een IND-medewerker een beslissing over de aannemelijkheid van de bekering. De beoordeling die plaatsvindt is een zorgvuldige, individuele toets waarbij alle informatie wordt meegenomen die beschikbaar is.”
De woordvoerster wijst er ook op dat staatssecretaris Harbers (Justitie) op dit moment onderzoekt hoe het proces van beoordeling van bekeringsverhalen in z’n algemeenheid kan worden verbeterd.