Naam:
Gerrit Brink
Woonplaats: Vollenhove
Leeftijd: 52 jaar
Opleiding: lts elektro, (internationale) avond- en bijscholingscursussen op mbo-niveau
Ontslag: april 2004, werkloos: oktober 2004 (halfjaar opzegtermijn)
Laatst werkzaam als: kalibratietechnicus bij het NLR
Zoekt werk als: kalibratietechnicus/inspecteur elektrotechniek.
VOLLENHOVE - Zijn ontslag was een schok. „Ik heb thuis zitten huilen. Donderdag 28 januari kreeg ik de boodschap. Het was een mooie dag. De onheilstijding kwam echter als een donderslag bij heldere hemel.” Nog altijd loopt Gerrit Brink met vragen. Ook over Gods leiding in zijn leven. „En toch geldt: bij U schuil ik.”
De jonge Gerrit kwam -na een open sollicitatie- in 1979 in dienst als elektronicamonteur bij het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR). „Ik had geen idee wat ze in dat luchtvaartlab precies deden, maar het werk trok me erg.”
Brink volgde in de loop der jaren avondcursussen voor bedrijfselektromonteur en technische industriële elektronica van het voortgezet elektronica vakonderwijs (VEV). Om aan de eisen van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA te voldoen, volgde hij opleidingen in Duitsland en Engeland.
De laatste vier jaar werkte Brink als kalibratietechnicus in het IJklaboratorium voor Elektro Magnetische Grootheden. „Veel meetinstrumenten moeten elk jaar volgens ISO 9001 worden gekalibreerd en daarna eventueel gejusteerd.” Dit ijken en bijstellen gaf hem veel voldoening. „Ik had het buitengewoon naar m’n zin.”
Onverwacht schoof een zwarte wolk voor de zon. Door een terugloop van opdrachten moest het NLR, een semi-overheidsinstelling zonder winstoogmerk, afslanken. Eind januari kregen 60 van de circa 750 personeelsleden ontslag aangezegd. Ook Brink stond op de zwarte lijst. Het leven van de kalibratietechnicus schudde op z’n grondvesten. „Dit was onze D-day. In negatieve zin dan.”
Brink werd met onmiddellijke ingang op non-actief gesteld. Het ontslag ging officieel op 1 april in, maar door een opzegtermijn van een halfjaar belandt hij pas per 1 oktober in de WW. „Ik was stomverbaasd, was helemaal uit m’n doen. Ik zat, met een dikke jas aan, te trillen op mijn stoel.”
De NLR-technicus had zijn ontslag niet zien aankomen. „Naïef misschien, maar wij deden belangrijk werk. Daar kon het bedrijf niet zonder, dachten we.” Twee van de drie kalibratie-collega’s stonden op hetzelfde moment op straat. Het luchtvaartlab besteedt het werk tegenwoordig uit.
Collega’s hebben Brink naar huis gebracht. „Op het lab heb ik geen traan laten zien.” Thuis kwamen de emoties. „Ik heb gehuild. Er gebeurt op zo’n moment iets heel raars met je. Je krijgt ontslag aangezegd, zoals ze dat zo mooi zeggen. Nou, je staat gewoon op straat. Je wordt keihard met de neus op de feiten gedrukt. Verschrikkelijk.” Brink is bij zichzelf te rade gegaan. „Ik heb me afgevraagd of ik mezelf iets kon verwijten. Ik heb 25 jaar lang leuk werk gedaan, belangrijk werk. Nee, ik hoef mezelf niets te verwijten.”
Brink, vader van vier kinderen, ontmoette thuis begrip en medeleven. „Mijn vrouw steunt me door dik en dun. Ze zegt: Jij kunt er toch niets aan doen?” Ook dochter Mirjen (6) reageerde ontdaan. „Als papa niet meer mag werken, kan hij ook geen centjes verdienen. Dan kan hij dus ook geen brood meer kopen.” Ze kwam spontaan met háár spaarpot aanlopen. „Dat doet je toch wel wat”, vertelt Brink. „De tranen springen je op zo’n moment in de ogen.”
De veranderingen door het ontslag zijn ingrijpend. „Ik moet solliciteren. Dat heb ik 25 jaar lang niet gedaan.” De ontslagen NLR-medewerker vult zijn tijd inmiddels met het zoeken van vacatures in de krant en op internet. Dat valt niet mee. Een stuk of tien brieven heeft hij inmiddels de deur uitgedaan. Het resultaat is nihil. Twee brieven op nieuwe vacatures bij het NLR hebben geen succes gehad. „In de eerste hebben ze een ontslagen NLR-collega benoemd die reuma heeft. Fantastisch, ik was daar blij om. Zo iemand komt ergens anders zeker niet meer aan de slag.”
Brink is er nog niet aan toe om zijn dagelijks leven fulltime te vullen met vrijwilligerswerk. „Ik ben 52 jaar. Daar vind ik me nog te jong voor.” Het huis schilderen, een beetje klussen of de tuin opknappen doet hij nog niet. „Ik kruip een beetje in mijn schulp. Je schaamt je toch een beetje voor je situatie. Het voelt alsof je een etiket hebt opgeplakt gekregen.”
Op de kast in de kamer staat een kaart met de tekst: „Bij U schuil ik.” Brink beaamt de tekst volmondig. „We mogen daar troost uit putten. Ook in deze omstandigheden. Je hebt dat echter niet altijd in de hand. De ene keer is het sterker dan een andere keer. De omstandigheden kunnen je soms ineens weer naar de keel vliegen.”
„Ik zit ook nog met een heleboel vragen. Over de leiding in mijn leven. Waarom dit ontslag? Wat is de bedoeling van de Heere God hiermee? Welk plan heeft Hij met ons? Ik ben daar niet uit”, geeft Brink eerlijk toe. „Ik heb er wel rust op gekregen. We mogen ook dit in Zijn hand geven.”
Dit is het eerste deel van een serie portretten van werkzoekenden. Dinsdag deel 2.