De tatoeage is niet meer alleen voor zeebonken, motormannen en voetbalfanaten. Ook steeds meer andere Nederlanders laten hun lijf beschilderen. De tattoo duikt zelfs aan het Binnenhof op.
Ben je er klaar voor, Monique?”
Tatoeëerder Rob Boerman, die zijn klant de vraag stelt, heeft zwarte handschoenen aan. Zijn tatoeëermachientjes en zes minuscule potjes inkt staan gereed.
Ja, Monique Visscher (27), liggend op haar buik op een zwarte dokterstafel, is er deze dinsdagochtend helemaal klaar voor.
In tattooshop Blue Heart in hartje Zwolle heeft ze in de spiegel een laatste blik geworpen op het stencil – de blauwdruk die Boerman op haar arm heeft geplakt. De jonge vrouw gaat voortaan door het leven met een grote tijgerkop op haar arm.
„Die tijger staat voor schoonheid en vechten”, zegt de zwartharige vrouw, werkzaam in de horeca. „Iedereen, ook ik, moet zich weleens door een periode heen vechten. Bijvoorbeeld als een familielid is overleden.”
Ze ontdekte een paar maanden geleden de tijgertattoo op internet. En ze viel ervoor. „Wauw, hij bleef in mijn hoofd hangen. De tattoo is gewoon heel gaaf. Nee, hij kan er niet zomaar weer af. Dat is een clichétekstje dat je van iedereen hoort.”
Professor
De opmars van tatoeages is niet te stuiten. Tattooshops schieten als paddenstoelen uit de grond. Nederland telt inmiddels 1200 tattooshops met een GGD-vergunning. Dat is het dubbele van vijf jaar geleden. Zo’n 10 procent van de Nederlanders zou inmiddels met een afbeelding in inkt rondlopen.
Was de tattoo voorheen vooral de liefhebberij van rauwe zeelieden en ruige motormannen, tegenwoordig laat Jan en alleman zijn lijf beschilderen. De sleeve (mouw) is populair: een tattoo over de volle lengte van je arm. Al dan niet in bijvoorbeeld oosterse of Zuid-Amerikaanse stijl.
„Een tattoo wordt steeds gewoner, ook voor vrouwen”, zegt Boerman, terwijl hij de naald van zijn tatoeëermachine in een potje inkt doopt. „Vroeger was een tatoeage asociaal. Bedoeld voor criminelen. Maar dat stigma is weg. Ik tatoeëer mensen uit alle lagen van de bevolking. Van stratenmaker tot geleerde. Zaterdag zet ik een tattoo bij een professor uit Rotterdam. Die wil een dolk met roos. Bij een vrouw die een domineesopleiding volgt, heb ik een lantaarn op haar bovenarm gezet. Voor haar is die tattoo een symbool van het licht van God.”
Sierlijk
Waarom is de tatoeage zo populair? Belangrijke reden is dat de afgelopen jaren in verscheidene tv-programma’s tatoeëren voor het voetlicht kwam. Voorbeeld: de Amerikaanse tv-show Miami Ink, over de bezigheden in een tatoeagestudio in Miami Beach. In Nederland is het programma te volgen via Discovery Channel, een televisienetwerk dat populairwetenschappelijke uitzendingen verzorgt.
Andere zwaarwegende reden: tal van stervoetballers en tv-bekendheden laten de laatste jaren hun lijf beschilderen. Opzichtig vaak: in de nek, over de hele arm. Fans apen dat vaak na. Nadat presentatrice Wendy van Dijk een tatoeage op haar arm liet zetten –papa in het Tibetaans, als eerbetoon aan haar overleden vader– kreeg tatoeëerder Boerman „een golf van nieuwe klanten” over de vloer. „Veel vrouwen wilden toen ook zo’n sierlijke, vrouwelijk uitziende tattoo.”
Beunhazen
Het is niet alles goud wat er blinkt in de tattoobranche. Dat benadrukt Hugh Stoffers, voorzitter van de vakorganisatie Belangenbehartiging voor Tatoeëerders en Piercers, en zelf krap dertig jaar actief in de sector.
Grote zorgen maakt Stoffers zich over beunhazen. Tatoeëerders die voor een habbekrats een krakkemikkig tattoosetje aanschaffen. Thuisprikkers die op zolder aan de slag gaan en tattoos ver onder de marktprijs aanbieden. Die zich weinig gelegen laten liggen aan hygiënevoorschriften. Door bijvoorbeeld huisdieren in hun studiootje te laten rondlopen of niet tijdig schone handschoenen aan te trekken. Of die smerige naalden laten slingeren, waardoor bloed van de ene klant via zogeheten kruisbesmetting terecht kan komen in het lijf van een andere klant.
Pijnpunt is dat het huidige stelsel van vergunningverlening en toezicht rammelt, vindt Stoffers, die een tattoostudio runt in het Noord-Hollandse Kreileroord en wiens eigen lijf „voor 80 procent” is bedekt met tattoos, onder meer de namen van zijn vrouw, kinderen en drie honden.
De GGD verleent vergunningen, in samenspraak met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), en voert eens per drie jaar aangekondigde controles uit. „De GGD-vergunning biedt slechts schijnveiligheid. Het is een fluitje van een cent om een tattooshop te beginnen. Wil je een vergunning krijgen, dan is slechts nodig dat je op hygiënische wijze een tattoostip kan zetten. Maar daarmee kan iemand nog niet goed tatoeëren. De kans bestaat dat die van een roos een platgeslagen inktvlek maakt. Ik vind het funest dat zo’n beginnende tatoeëerder na het verkrijgen van zijn vergunning pas na drie jaar weer een aangekondigde GGD-controle krijgt. Het gevaar is groot dat een tatoeëerder het jarenlang niet zo nauw neemt met de hygiëne.”
Verplichte training
Dat ook tattooshops met een GGD-vergunning hun zaakjes lang niet altijd op orde hebben, bewijzen onaangekondigde inspecties van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), benadrukt Stoffers. „Bij die onverwachte NVWA-controles voldeed in 2012 35 procent van de vergunninghoudende tattooshops niet aan de richtlijnen. In 2013 was dat zelfs 42 procent.”
Meer onaangekondigde controles, verplichte training en scholing omtrent hygiëne van beginnende tatoeëerders. Dat is de wens van Stoffers. Zijn hoop is gevestigd op een nieuwe richtlijn die voor de Europese tattoobranche moet gaan gelden. De beraadslagingen daarover zijn een eind op streek. Mogelijk wordt de nieuwe richtlijn medio volgend jaar van kracht. „Die Europese richtlijn gaat hopelijk training en examinering van tatoeëerders verplicht stellen”, zegt Stoffers.
Broddelwerk
De kritische geluiden van Stoffers over amateurisme in de tattoobranche kan Thijs Veenstra „enigszins begrijpen.” Veenstra is namens het RIVM betrokken bij het opstellen van richtlijnen voor de tattoobranche, ook in samenspraak met de GGD. Verder is hij tijdens de besprekingen voor de nieuwe Europese normen delegatieleider namens Nederland. Dat binnen de groep van 1200 tattooshops met een GGD-vergunning sommigen broddelwerk leveren, sluit Veenstra „absoluut niet uit.”
Duidelijk moet zijn dat de GGD-vergunningverlening uitsluitend betrekking heeft op hygiëne en veiligheid in een tattooshop, benadrukt hij. „RIVM en GGD bemoeien zich dus niet met het vraagstuk of een tatoeëerder zijn ambacht onder de knie heeft. Iemand die zijn vak in artistiek opzicht niet goed verstaat maar wél veilig en hygiënisch werkt, krijgt dus wél een vergunning. Dat dit voor frustraties zorgt bij Stoffers kan ik wel begrijpen. Het verbeteren van de kwaliteit van de tatoeages is een zaak van de branche zelf. Overigens heb ik geen signalen dat tattooshops na een GGD-inspectie ineens hygiëneregels aan hun laars lappen.”
Net als Stoffers hoopt ook Veenstra dat de ophanden zijnde Europese richtlijn de tattoobranche naar een hoger plan tilt. „De kans bestaat dat in de toekomst beginnende tatoeëerders een verplichte training krijgen. Dat zou ik toejuichen.”
Moet de NVWA de touwtjes aantrekken? Zegsvrouw Paula de Jonge reageert: „De capaciteit bij de NVWA is niet onbeperkt. Daarom controleren we zo veel mogelijk risicogericht. Dat houdt in dat we controleren op plaatsen waar we verwachten dat de kans op overtredingen het grootst is.” Ze wijst erop dat de NVWA in de periode van medio 2011 tot 2015 bijna 500 illegale tatoeëerders opspoorde. „Dankzij meldingen van consumenten en vanuit de branche zelf.”
Zeemanstatoeages
Aan de wanden van tattooshop Blue Heart in Zwolle hangen tal van voorbeelden. Een schip, een roos, een kruis, een hart, een doodskop, een vrouw in erotische pose.
De tijgerkop op de arm van Monique Visscher krijgt steeds meer gestalte. „Dit is een bewerkelijke tattoo, met veel details”, zegt tatoeëerder Boerman, terwijl het elektromotortje van zijn apparaat zoemt. De op en neer gaande naald prikt in de huid van de vrouw. Nee, snijden en kerven, dergelijke woorden wil de rechtgeaarde tatoeëerder niet horen. Príkken, dat is wat er gebeurt. „De haartjes op de kin van de tijger doe ik in een wat donkerder tintje, anders valt dat aspect weg”, praat Boerman zijn klant bij. „Straks na de koffie doen we de highlights. Dat de ogen van de tijger mooi glinsteren.”
Monique is in haar nopjes. Drie uur op de dokterstafel liggen? Prikpijntjes? Pakweg 350 euro lichter? Ze heeft het er graag voor over.
Boerman, vader van een dochter van 9 en een zoon van 6, kijkt zelf niet op een tattoo meer of minder. Zijn armen, vingers, borstkas en rug zitten er vol mee. „Old-schooltattoos, dus traditionele, westerse zeemanstatoeages.”
Hij trekt zijn T-shirt omhoog. „Voor op mijn lichaam is er aandacht voor het leven. Daar staan bijvoorbeeld tattoos van de geboortekaartjes van mijn kinderen. Wat ik wil uitdragen: hoe je leven ook gaat, probeer altijd te blijven genieten. Op mijn rug staat de vergankelijkheid van het leven centraal. Een grote schedel, een zandloper.”
Op zijn arm prijken een dolk én kruis. „Ik ben christelijk opgevoed, al ga ik niet meer naar de kerk. Maar ik geloof dat er meer is tussen hemel en aarde.” Dit is het eerste deel in een tweeluik over tatoeages. Maandag in Puntkomma: Hoe christenen denken over tattoos.
Tattoo weer weghalen? Dat kost je nogal wat
Spijt van een tatoeage? Dan kun je de inktschildering laten weghalen. Doorgaans via een laserbehandeling. Maar dat is wel een tijdrovend en kostbaar traject, waarschuwt Theo Teunissen van Tattoo & Piercing Veenendaal.
Hij behandelt zo’n veertig mensen die af willen van hun tatoeage. „Dat kost tien keer meer dan het plaatsen van je tattoo. Dus liet je voor 50 euro een tatoeage zetten, dan moet je nu 500 euro betalen voor de verwijdering ervan.”
Om een tattoo helemaal weg te krijgen zijn zo’n tien tot vijftien laserbehandelingen nodig. Tussen elke sessie zit ongeveer twee maanden. „Je bent dus zo anderhalf jaar verder.” Een laserbehandeling zorgt ervoor dat het door de tattoo ingekapselde inkt weer in de bloedbaan komt en uiteindelijk via de urine het lichaam verlaat. „Na elke behandeling adviseren we extra water te drinken.”
Spijtoptanten zijn onder meer mensen die vanwege hun tatoeage moeilijker aan een baan komen. „Zo kan een ober met tattoos op zijn vingers problemen krijgen.”
Soms staan mensen niet meer achter een levensovertuiging die gekoppeld is aan een tattoo. „Mensen die vroeger bijvoorbeeld nogal nationalistisch waren, kunnen daarop terugkomen en willen dan een tatoeage van de Nederlandse vlag weg laten halen.”
Omdat Teunnissen weet dat een tattoo zich als een boemerang tegen je kan keren, biedt zijn shop geen tattoos voor op iemands gezicht, nek of vingers. „Als mensen de letters van het woord ”love” op hun vier vingers willen zetten, beginnen wij daar niet aan.”
SP-Kamerlid: Mijn tattoo heeft link met Psalm 57
SP-Kamerlid Peter Kwint heeft sinds enkele jaren een tattoo op zijn linkerbovenarm.
Een stevig getatoeëerde politicus aan het Binnenhof – roept dat ontstemde reacties op? Dat valt erg mee, zegt Kwint. „Tegenwoordig hebben velen een tattoo. Mensen reageren soms verrast, maar zijn ook geïnteresseerd. Ze willen weten wat mijn tattoo voorstelt. Als een criticus zegt: „Ik vind een tattoo geen stijl voor een Kamerlid”, dan respecteer ik die opvatting.”
Kwints tatoeage –een zogeheten halve sleeve (mouw)– stelt een Chinese feniks voor. „Die symboliseert vijf deugden: menselijkheid, eerlijkheid, kennis, integriteit en voornemendheid. De tattoo bevat ook de passage: ”Arise my soul and sing” (Ontwaak mijn ziel en zing). Die zinsnede verwijst onder meer naar Psalm 57”, zegt de SP-politicus, die opgroeide in de Alblasserwaard en in zijn jeugd naar de gereformeerde kerk in Brandwijk ging.
Weet waar je aan begint als je een tattoo laat zetten, waarschuwt de linkse politicus. „Het weghalen van een tatoeage is me nogal een procedure. Ik nam mijn besluit niet lichtzinnig. Tijdens een jarenlang traject bekeek ik eerst allerlei schetsen.”
Het Kamerlid legde meer dan 1000 euro op tafel voor de creatie. In drie sessies werd hij zestien uur lang onder handen genomen. „Fijn is anders. Vooral tussen je schouderbladen is het vel dun. Dan voelt het alsof er iemand met een schuurpapiertje op je lijf zit te wrijven. Dat is wat minder prettig.”
„Paradox rond tattoos”
Het tattoovirus grijpt om zich heen. Wat vindt socioloog en filosoof dr. Bas van Stokkom daarvan?
„Ik bespeur een opvallende paradox”, zegt Van Stokkom, verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Aan de ene kant duidt de populariteit van tatoeages op individualisering van de samenleving, zet de maatschappijvorser uiteen. „Zo van: Ik bepaal zelf of ik een plakkaat op mijn lijf laat zetten. Het uiterlijk wordt belangrijker. Narcisme speelt ook een rol: nogal wat burgers hebben een opgeblazen zelfbeeld. Dat heeft te maken met de verwende samenleving. Veel jongens en meisje worden thuis behandeld als prinsjes en prinsesjes. Ze worden op de troon gezet en aan al hun verlangens moet worden voldaan.”
Aan de andere kant verraadt de tattoocultus echter dat de moderne mens helemaal niet zo zelfstandig is, analyseert Van Stokkom. „Burgers volgen toch vaak gedwee de mode. Wanneer een popster of een sporter een tattoo zet, ontlokt dat navolgingsgedrag. Mensen willen zich identificeren met hun idolen.”