„Nieuwe regels doodsteek voor koosjere slacht”
Onverdoofd ritueel slachten, mag volgens nieuwe afspraken alleen nog gebeuren voor de Nederlandse markt en met aangescherpte slachtregels. „Deze nieuwe regels vormen de doodsteek voor de joodse rituele slacht.”
Oud-rabbijn Lody van de Kamp windt er geen doekjes om. „De nieuwe afspraken waaronder demissionair staatssecretaris Van Dam en diverse betrokken organisaties begin juli hun handtekening zetten, betekenen een verdere beperking van de vrijheid van religieus handelen. Ik kan het niet anders zien. Dit kan leiden tot het einde van de joodse rituele slacht in Nederland.”
Op 5 juli tekende Van Dam een document waarin in samenspraak met vertegenwoordigers van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK), het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) en de Vereniging van Slachterijen en Vleesverwerkende bedrijven (VSV) nadere regels worden gesteld voor onverdoofde rituele slacht. De regels vormen een aanvulling op het bestaande convenant hierover. Dit convenant is in 2012 opgesteld met het oog op het dierenwelzijn.
In de nieuwe afspraken staat dat er alleen nog mag worden geslacht voor de Nederlandse markt. Er komt ook een nieuwe slachtregel. Controle van de ooglidreflex door de slachter is nodig om vast te stellen of een rund wel of niet bewusteloos is. Als dat niet binnen 40 seconden vaststaat, moet het dier alsnog worden doodgeschoten. Daarmee is het vlees voor veel orthodoxe joden niet meer koosjer. Probleem is dat die ooglidreflex geen goede indicator is om bewusteloosheid vast te stellen. In 85 procent van de gevallen werkt dit controlemiddel niet, blijkt uit onderzoek van deskundigen van Wageningen Universiteit.
De ooglidreflex is de enige indicator die nog geldig is. Vier andere indicatoren voor bewustzijn komen in de nieuwe afsprakenlijst te vervallen: reactie op een pijnprikkel van neustussenschot, spontane ritmische ademhalingen, een opricht- en een dreigreflex.
De joodse rituele slacht garandeert volgens Van de Kamp een pijnloos proces. „Er wordt gewerkt met een scherp geslepen mes met een vastgestelde lengte waarmee de halsslagader in één keer wordt doorgesneden. Dat snijden gebeurt pijnloos, het is geen scheuren. Zodra het bloed wegstroomt, vermindert de doorbloeding van de hersenen en treedt bewusteloosheid op. Het convenant gaat voorbij aan de realiteit van het ritueel onbedwelmd slachten.”
Van de Kamp: „Toen de tekst van het eerdere convenant in 2012 onder politieke druk vanuit de Tweede Kamer het licht zag, stond ik daar al zeer sceptisch tegenover, ook al gingen andere rabbijnen toen wel akkoord met de inhoud van het convenant. Het vormde in mijn opinie een opstapje naar een uiteindelijk verbod. Mijn bezwaren van toen lijken bewaarheid te worden.”
Mr. Herman Loonstein van Loonstein Advocaten in Amsterdam zit op dezelfde golflengte als Van de Kamp. „Alleen nog werken voor de Nederlandse markt betekent dat er feitelijk sprake is van een exportverbod. Als dit doorgaat, leidt het tot het faillissement van mijn cliënt Marcus, de enige koosjere slagerij in Nederland en daarmee tot het einde van de joodse rituele slacht. De situatie is zorgwekkend.”
Volgens Loonstein wilde de staatssecretaris een aantal zaken nader regelen en ging opnieuw met de betrokken partijen, waaronder het NIK, in overleg. „Dat gebeurde in alle stilte en op zijn initiatief. De betrokkenen zeggen dat ze onder druk zijn gezet. Het overleg leidde uiteindelijk tot een addendum met nieuwe aangescherpte afspraken die in 2018 moeten ingaan. Een groot deel van de joods-orthodoxe gemeenschap is hierdoor onaangenaam verrast.”
Over de bewuste passage over slachten voor de Nederlandse markt verschillen de visies, zo meldde NRC woensdagmorgen. Het NIK stelt dat er geen sprake is van een exportverbod. Er zou tijdens de onderhandelingen duidelijk zijn afgesproken dat de koosjere slagerij mag blijven exporteren. Het ministerie is minder eenduidig. Feitelijk zou zijn afgesproken om het aantal onbedwelmd geslachte dieren zo veel mogelijk te beperken door de Nederlandse vraag inzichtelijk te maken.
Volgens een woordvoerder van het ministerie kan op verzoek rekening worden gehouden met „bijzondere omstandigheden.” Er kan desgewenst een ontheffing worden aangevraagd.
Loonstein wil meer helderheid en gaat bij de Rechtbank Amsterdam een verzoek indienen voor een getuigenverhoor van de betrokken partijen. „Voor mij is de letterlijke tekst leidend. En daarin lees ik niets over de gemelde nuanceringen die mondeling zouden zijn besproken.” Wat Loonstein betreft gaat het hele addendum van tafel. „Er is geldt ten allen tijde een opzegtermijn van zes weken. Dus dat kan.”