Pieter van Dijk brengt een Alkmaarse Bach
Opnieuw heeft een Nederlandse organist het plan opgevat om alle orgelwerken van Bach op te nemen. Pieter van Dijk gaat ten minste de helft van Bachs oeuvre op ‘zijn’ orgel in de Grote Kerk in Alkmaar vertolken. „Het klinkt hier zó mooi.”
In de Grote of Sint-Laurenskerk in Alkmaar toont Pieter van Dijk (59) zich verrukt over het orgel van Van Hagerbeer (1646) en Schnitger (1725). De organist, die hier in 2000 werd benoemd, noemt het een breed instrument. „Je kunt er alle kanten mee op. Behalve muziek van Bach komt ook romantische muziek of een modern werk hier heel goed tot z’n recht.”
Hij krijgt weleens de vraag of hij niet graag zou zien dat het orgel in middentoon gestemd zou worden, zoals het Van Hagerbeerorgel in de Leidse Pieterskerk. „Maar dan kun je met veel muziek niet meer uit de voeten. Ik speel hier heel graag Bach. Maar ik ben ook blij dat ik een werk van Reger en Franck kan programmeren.”
Bachorgel
Het was de Duitse organist Helmut Walcha die er in de jaren 50 van de vorige eeuw voor zorgde dat het instrument in Alkmaar bekend werd als Bachorgel, vertelt Van Dijk. „Hij was op vakantie in Bergen aan Zee. „Weet u wel dat hier vlakbij in Alkmaar een groot orgel staat?” zei iemand. „Alleen als het morgen regent, ga ik er kijken”, antwoordde Walcha. En ja, het regende de volgende dag. En zo maakte de Duitse organist kennis met het instrument. Hij was er zo van onder de indruk dat hij hier niet lang daarna een lp maakte, met Bachs Kunst der Fuge. Ik krijg nog gasten uit de Verenigde Staten die die opname kennen en zeggen daardoor geraakt te zijn.”
Later heeft Piet Kee, die tot 1986 organist was in Alkmaar, het instrument van Van Hagerbeer en Schnitger als Bachorgel op de kaart gezet. En dr. Hans van Nieuwkoop, die van 1990 tot 2000 als organist aan de Alkmaarse kerk verbonden was, noemde het instrument ooit een van de mooiste Bachorgels te wereld.
Mix
Nu is het Pieter van Dijk die zijn Bachintegrale ten minste voor de helft in Alkmaar wil opnemen (zie ”Van Alkmaar tot Trondheim”). Wat volgens hem het Van Hagerbeer/Schnitgerorgel zo geschikt maakt voor Bachs orgeloeuvre? „Het is in de kern een klassiek Hollands stadsorgel, zangerig en vocaal. Franz Caspar Schnitger heeft het in 1725 naar het Noord-Duitse concept gerenoveerd. Die mix is heel gelukkig.”
Van Dijk noemt bijvoorbeeld het volle werk, het plenum, dat Bach vaak voorschrijft. „Dat kun je hier in alle soorten en maten laten horen. Bijvoorbeeld omdat je alle drie de klavieren aan elkaar kunt koppelen, waardoor je heel veel mogelijkheden hebt. Behalve de mixturen kun je ook de tertsregisters en de tongwerken goed in het plenum gebruiken. Van de tongwerken hebben we er hier maar liefst dertien. Zo veel variëteit op een historisch orgel vind je zelden.”
Ook heeft het orgel volgens de Alkmaarse organist een aantal bijzondere individuele registers die goed te gebruiken zijn in het oeuvre van Bach. Hij noemt de Fiool di Gamba van het hoofdwerk. „Op veel orgels kom je dat register tegen als strijker. Heel bijzonder is dat het hier een tongwerk is, dat ook nog eens helemaal van Schnitger is.”
Hij laat het register horen in Bachs bekende koraalvoorspel ”Ich ruf zu dir”. In de begeleiding van de linkerhand klinkt het unieke tongwerk. De rechterhand speelt op de Vox Humana van het bovenwerk, gecombineerd met Baarpijp, Quintadeen en tremulant, de melodie. „Dat kwartet is een van de weinige oud-Hollandse registratievoorbeelden die we kennen.”
Is ‘Alkmaar’ het mooiste Bachorgel dat Van Dijk kent? „Dat is heel subjectief. Het is een van de mooiste ter wereld. Maar dat vind ik ook omdat ik hier heel veel geleerd heb. Dit instrument is een van mijn beste leermeesters. Maar ik hoor het ook van gastorganisten. De Passacaglia vijftien minuten lang op hetzelfde plenum spelen, is hier geen enkel probleem. Of één enkel register. Ik noem dat weleens als norm: hoelang kun je op één prestant spelen? Hier ben ik het na een halfuur nog niet zat.”
Fit genoeg
Van Dijk is al jarenlang als concertorganist en als docent aan de conservatoria van Amsterdam en Hamburg met de muziek van Bach bezig. Hij is bijna 60. Is dat een mooie leeftijd om de integrale Bach vast te leggen? „Het was niet mijn idee. Ik heb ooit de collectie met de naam Clavier Übung III hier opgenomen. Dat wilde ik graag nog een keer doen. Toen ik daarover met opnameman Daniël van Horssen in gesprek was, kwam hij met het idee om de integrale orgelwerken te doen. Daar ben ik in meegegaan. Áls ik het nog een keer wil doen, moet het nu. Nu ben ik fit genoeg. En het inspireert me.”
De leeftijd speelt niet zozeer een rol, zegt Van Dijk. „Een goede organist kan op z’n 30e ook alles van Bach vastleggen.” Wel is zijn Bachspel nog altijd in ontwikkeling. „Deze muziek kun je je hele leven studeren zonder dat het verveelt. Ik ontdek ook nog steeds nieuwe dingen. Bijvoorbeeld door het project ”Bach digital” van het Bach-Archiv in Leipzig. De Es-Dur (BWV 552), waarmee de Clavier Übung III begint, kun je zo in handschrift op je scherm toveren. Dan kom je dingen in de oorspronkelijke partituur tegen die in de gedrukte uitgaven niet voorkomen. Heel interessant.”
Nu hij alles gaat opnemen, ontdekt hij ook werken die hij eigenlijk niet kende. „De Neumeister Sammlung bijvoorbeeld. Losse koraalvoorspelen uit die verzameling heb ik weleens gespeeld, maar het geheel kende ik niet goed. Onterecht, want het is een heel mooie collectie.”
Schone poëzie
Voor welke interpretatie tekent Van Dijk? Welke huidige of eerdere Bachvertolker inspireert hem? „Naar opnamen van collega’s luister ik eigenlijk zelden. En Helmut Walcha is ook niet mijn inspirator. De Bachopnamen die Gustav Leonhardt in de Waalse Kerk in Amsterdam maakte, die heb ik grijsgedraaid. Verder heb ik veel met dr. Hans van Nieuwkoop gesproken over hoe je Bach moet uitvoeren. Ook speelt het orgel waarop je veel studeert een grote rol in hoe je deze muziek speelt.”
Hoe hij zijn eigen Bachspel typeert? „Dat hangt af van het karakter van het stuk. In de Clavier Übung III speel ik ”Aus tiefer Not” stevig. In het ”Vater unser” zoek ik naar diepte, poëzie. Over het algemeen ga ik voor helderheid. Afhankelijk van de ruimte moet je dan je tempi soms aanpassen. Details zijn voor mij heel belangrijk. Daarbij moet de muziek gaan zingen; zoals een violist zulke muziek zou spelen. De noten van Bach zijn voor mij heilig. Versieringen maak ik eigenlijk alleen wanneer de componist ze zelf voorschrijft.”
Als Van Dijk binnen Bachs oeuvre één werk moest kiezen? „Dan wordt het toch de Clavier Übung III. Daarin vind ik zo veel breedte en monumentaliteit. En tegelijk de schone poëzie van een ”Allein Gott in der Höh sei ehr” of het ”Vater unser”: ongelooflijk diep.”
---
Van Alkmaar tot Trondheim
De Bachintegrale van Pieter van Dijk gaat tien dubbel-cd’s tellen. De eerste box, waarop Van Dijk in Alkmaar onder andere de Clavier Übung III (ook wel Grote Orgelmis genoemd) vertolkt, komt volgende maand vlak voor het Orgel Festival Holland in Alkmaar uit. Het is de bedoeling dat er iedere acht maanden een nieuwe cd-box verschijnt, zodat het project in zo’n vijf jaar is afgerond. De opnamen verschijnen op het label DMP-records van Daniël van Horssen.
Behalve het instrument in Alk-maar heeft Van Dijk nog zes andere orgels uitgekozen voor Bachs orgeloeuvre. In Nederland zijn dat de instrumenten van Hinsz in Bolsward en Harlingen en het orgel van Garrels in Purmerend. Hinsz en Garrels waren, evenals Franz Caspar Schnitger, leerling van Arp Schnitger. In Purmerend wil Van Dijk onder andere Bachs Orgel-Büchlein opnemen.
In het buitenland heeft de organist zijn oog laten vallen op Noorwegen en Duitsland. In Noorwegen wil hij het orgel in Trondheim opnemen. In Duitsland gaat hij naar Freiberg (Saksen) en Hamburg.
In de dom van Trondheim bevindt zich een tweeklaviers orgel van Joachim Wagner uit 1741 waarin volgens Van Dijk de Midden-Duitse orgelstijl goed tot uitdrukking komt. Het orgel in de dom van Freiberg is van Gottfried Silbermann, over wiens instrumenten Bach zich lovend heeft uitgelaten. Hier klinken volgens de organist Frans getinte Bachwerken als het ”Pièce d’orgue” heel goed. In Hamburg kent Van Dijk de reconstructie die Flentrop recent in de Katharinenkirche in Hamburg realiseerde heel goed. Vanwege zijn docentschap aan de Hochschule für Musik und Theater in Hamburg zat hij in de commissie die de bouw van het orgel begeleidde. Op dat instrument wil hij Bachs orgelwerken in Noord-Duitse stijl opnemen, zoals de fantasieën over ”Ein feste Burg” en ”Christ lag in Todesbanden”.
Op de eerste cd-box worden in de Clavier Übung III de koralen gezongen door sopraan Elma Dekker. Van Dijk is er nog niet helemaal over uit of hij dit concept ook bij andere koraalgebonden werken van Bach gaat toepassen.
De uitgaven gaan 25 euro per cd-box kosten. Bij inschrijving op de complete serie kosten de albums 20 euro per stuk.
Meer informatie: www.dmp-records.nl