Miljarden gaan er om in de game-industrie. Jongeren zien videogames als een van de belangrijkste vormen van vermaak. Spellen zitten vol met religie, maar christelijke games zijn er niet of nauwelijks.
De Nederlandse gamemaker Guerrilla Games bracht begin deze maand het spel ”Horizon Zero Dawn” op de markt. Met een budget van naar verluidt meer dan 45 miljoen euro is het de grootste Nederlandse mediaproductie ooit. De kritieken zijn lovend.
In het spel neemt de vrouwelijke hoofdrolspeler, Aloy, het in een postapocalyptische wereld op tegen allerlei vechtende machines. Aloy is lid van de Nora-stam: diepgelovige mensen die bidden tot hun vrouwelijke god All Mother. Het moederschap geldt binnen de stam –die er allerlei rituelen op nahoudt– als iets heiligs.
Het is niet denkbeeldig dat ”Horizon Zero Dawn” binnenkort zijn intrede doet in de huiskamer van menig refogezin. Reformatorische jongeren verschillen in hun gamegedrag niet veel van seculiere, waarvan de jongens gemiddeld zestien uur per week videogames spelen (meisjes spelen een stuk korter: vierenhalf uur).
En ”Horizon Zero Dawn” is niet de enige game waarin religieuze elementen een belangrijke rol spelen. ”Assassin’s Creed: Syndicate” bijvoorbeeld draait om de lijkwade van Turijn, waarin volgens sommigen Jezus zou zijn begraven. Het spel staat hoog in de top vijf van favoriete games onder 13- tot 15-jarigen.
Johannesevangelie
Theoloog Frank G. Bosman doet al jaren onderzoek naar religie in games. Hij schudt nog veel meer voorbeelden uit zijn mouw. „In ”Metal Gear Solid. The Phantom Pain” citeert slechterik Skullface de openingswoorden van het Johannesevangelie, „het Woord is vlees geworden.” En in de games ”Mass Effect” en ”Fallout 3” wordt de speler uitgenodigd om uit eigen vrije wil zijn leven te offeren, om de door eigen toedoen gevallen mensheid een nieuwe kans te geven.”
Het lijkt er dus op dat religie mainstream is geworden in games. Dat móét kansen bieden aan christelijke gameontwikkelaars. En toch: een zoektocht naar expliciet christelijke spellen levert hoegenaamd niets op. Hoe komt dat?
Bosman: „Christelijke games –van, voor en door christenen gemaakt om over het christelijke verhaal te vertellen– sneuvelen eigenlijk altijd vanwege gebrekkige uitvoering, zowel qua spel als qua verhaal. En dat is natuurlijk het criterium om jouw game, jouw verhaal bij zo veel mogelijk mensen te krijgen. Als je geen goede game maakt, krijg je geen goede recensies, geen goede spelersreacties, geen positieve aandacht, en dan ga je onderuit.”
De spaarzame christelijke games die er zijn, komen vooral uit de Verenigde Staten. En die zijn volgens Bosman van een „abominabel niveau.” „De graphics zijn slecht, de besturing is niet-intuïtief en ze komen niet verder dan het braaf oplossen van op de Bijbel gebaseerde puzzels, het opzoeken van stichtelijke figuren in de game of het moeten bekeren van zo veel mogelijk heidenen. Echt heel erg bedroevend, ik schaam mij daar als christen voor.”
Morele keuzes
Journaliste Marieke Westerterp recenseert regelmatig spellen voor het Nederlands Dagblad. Ook zij komt weinig christelijke games tegen. Ze vermoedt koudwatervrees. „De budgetten voor games zijn hoger dan voor sommige Hollywoodfilms. Kennelijk is dat geld binnen de christelijke markt niet te vinden, of is er niet de bereidheid te investeren.”
Intussen ziet ze binnen de seculiere games wel een trend van spellen die de speler voor morele keuzes stellen. Keuzes die invloed hebben op het spelverloop. Dat duidt ze positief. „Een mooi voorbeeld is ”Renowned Explorers”, een Nederlandse strategiegame waarbij je je tegenstander moet overwinnen. Dat kun je echter ook op een sympathieke manier doen, door overtuigingskracht. Geweldloos dus, terwijl je voor geweld had kunnen kiezen.”
Waar Westerterp het betreurt dat christelijke initiatieven vaak sneuvelen, zit Bosman niet direct te wachten op een opleving van het christelijke gamesegment. Games vormen wat hem betreft sowieso een ideale omgeving, zeker voor pubers, voor sociaal-ethische experimenten. „Je kunt onderzoeken wat het betekent om goed- of boosaardig te zijn en je kunt experimenteren met uitkomsten van ethische beslissingen.”
Dat de „RD-lezende ouder” veel seculiere videogames zonder aarzelen zal verbieden, snapt de rooms-katholieke Bosman wel. „Maar diezelfde ouders zullen heel goed weten dat hun kroost deze games –en alle andere zaken die zij namens God verboden hebben: seks, drugs en rock-’n-roll– elders zullen halen. Je kunt beter met je kinderen in gesprek gaan over die games, en met hen meekijken. Dat werkt duizendmaal beter dan verbieden. Er is namelijk écht wel verschil tussen spel X en Y als het gaat om christelijke normativiteit. En er is echt wel iets over te zeggen dat keuze A in een spel ‘christelijker’ is dan keuze B. Maar dan moet je wel het geduld hebben om dat te willen zien.”
„Papa speelt het eerst”
Rcent onderzoek (2015) onder reformatorische jongeren laat zien dat een op de drie ouders geen regels stelt bij het gamen. En als er al regels zijn, dan is het hooguit een verbod op rare of schietspelletjes. Veel ouders voelen zich machteloos, en ze zouden het liefst een lijstje hebben: deze game wel, die game niet. Hoe kunnen ouders hun kinderen helpen hun weg te vinden in de overvloed aan games die op de markt is?
Westerterp:„Ik zie een dubbele houding: als iemand kiest voor een carrière in het leger zijn we trots, terwijl we schieten in games afkeuren. Tegen je zoon van 18 red je het niet met het verbieden van een schietspel. Dat vraagt om een veel dieper gesprek. De verhalen in games kunnen allerlei thema’s opwerpen waar je met je kind over kunt praten. Kijk van tevoren ook eens op de christelijke gamewebsite deeperlevel.nl.
Er ligt voor ouders de taak om jongeren te leren selecteren. Reik daarvoor handvatten aan. Vraag wat voor game je kind speelt. Vertel wat jij ervan vindt. Dat mag best afkeurend zijn, maar dan wel onderbouwd met concrete argumenten. En stel ook eens een positieve vraag: Heb je gewonnen? Was het leuk? Ze zullen nooit alles vertellen, maar als je er niet naar vraagt...”
Bosman: „Mijn kinderen hebben voor het spelen van games maar één regel meegekregen: „Papa speelt het eerst.” Nu kan ik me voorstellen dat niet elke ouder bereid is of zelfs maar in staat is om dat ook te doen met zijn of haar kinderen. Op YouTube zijn oneindig veel ”playthroughs” te vinden, filmpjes van andere mensen die aan het gamen zijn. Je krijgt dan een goed beeld van wat er in zo’n spel gebeurt.
En verder: ga eens naast je kind zitten als het aan het gamen is. Stel belangstellende vragen. Dus niet: „Vind je het oké om al die mensen dood te schieten?” Maar: „Hoe bepaal je nu wie je wel of niet dood moet schieten?” Neem het gesprek serieus.”