Hoe Bunschoten het bolwerk van de ChristenUnie bleef
Niet twee, maar drie christelijke ‘concurrenten’ heeft de ChristenUnie in Bunschoten. Toch is de partij al sinds haar bestaan de grootste in de gemeenteraad.
Vier christelijke partijen in één dorp. Het bestaat in Bunschoten. Daar heb je naast CDA, CU en SGP ook de Christelijke Arbeiders Partij (CAP). Die partij, waarvoor de Bijbel het richtsnoer is, werd in de jaren vijftig opgericht omdat arbeiders niet vertegenwoordigd zouden zijn in de lokale politiek.
Toch steekt de CU nog altijd met kop en schouders boven de rest uit. Dat was vroeger bij het GPV al zo, dankzij de grote vrijgemaakt gereformeerde kerken in het dorp. Het automatisme om als lid van die kerk CU te stemmen, is er wel een beetje af, zegt fractievoorzitter Koelewijn. „We moeten met een goed verhaal komen, betrouwbaar zijn, een relatie met de kiezer onderhouden, vasthouden aan onze kernwaarden en ervoor uitkomen dat we onze route laten bepalen door de Bijbel”, somt hij op.
Het succes van zijn partij schrijft Koelewijn toe aan de keuze voor herkenbare kandidaten op de kieslijst. „Dat zijn mensen met een groot draagvlak in de samenleving, die zich verdienstelijk hebben gemaakt bij de sportvereniging, in het schoolbestuur of de kerk. Die trekken meer kiezers dan alleen de vrijgemaakten.”
De CU levert niet alleen acht van de negentien raadsleden in Bunschoten, maar ook twee wethouders én de burgemeester. De vorige verkiezingen pakten goed uit: de partij kreeg er twee zetels bij. En dat terwijl de SGP in 2014 na zestien jaar weer op de Bunschoter kieslijst stond én met twee man in de raad kwam.
Niet bang
Bij landelijke verkiezingen gingen steeds meer stemmen in Bunschoten naar de SGP, en die aanhang wilde de partij plaatselijk verzilveren. Wat ook meespeelde, zegt fractievoorzitter Heinen, was de ontevredenheid over het vorige college met CU, CDA en CAP. Op zondag werd er gewerkt aan een nieuw strandpaviljoen, en daar sprak de coalitie zich volgens sommigen niet duidelijk tegen uit. „Spakenburgers zijn recht voor z’n raap.”
De SGP’ers voerden stevig campagne, want in Bunschoten weten ze maar al te goed dat de stemmen hun niet komen aanwaaien. Het laatste jaar dat de partij meedeed aan de verkiezingen, dacht ze het alleen af te kunnen met een goede naam op nummer één. Een misrekening: de SGP verdween van het toneel.
De CU stond niet te juichen toen de SGP zich na jaren weer aan het front meldde. „Je vist in dezelfde vijver”, zegt Koelewijn. „De punten waar zij zich op richten, waren en zijn onze standpunten. Maar hun deelname heeft me nooit bang gemaakt. Dat komt ook door mijn geloof. Als je politiek bedrijft met een zuiver geweten, mag je erop vertrouwen dat je werk gezegend zal worden.”
Een bedreiging bleek de SGP niet te zijn. De partij scoorde in één klap twee –bijna drie– zetels, zonder dat dit ten koste ging van de CU, want die kreeg er ook twee bij. Hoe dat kan? Ongetwijfeld heeft meegespeeld dat de Bunschotense gemeenteraad met twee zetels werd uitgebreid door het gegroeide aantal inwoners. Daarnaast verloor de Christelijke Arbeiders Partij twee van de vier zetels.
Maar waar komen al de SGP-stemmers ineens vandaan? Heinen moet een sluitend antwoord schuldig blijven. Kerken in de rechterflank van de gereformeerde gezindte, op een kleine oud gereformeerde gemeente in Nederland na, zijn er niet in Bunschoten. Heinen weet dat zijn kiezers uit de CGK, PKN, NGK, GKV en evangelische gemeenten komen. Inderdaad, daar zitten ook CU-kiezers, beaamt Koelewijn. Hij ziet in de politieke keuze eenzelfde soort tweedeling als bij discussies in de kerk. „Neem de vrouw in het ambt. Mensen die op de behoudende lijn zitten, kiezen ook eerder voor de SGP.”
Hoewel de SGP stemmers haalt uit de meer traditionele CU-achterban, willen de partijen elkaar niet als concurrent zien. De twee versterken elkaar juist, ervaren beide fractieleiders. Koelewijn: „Ik denk niet dat we bij een fusie acht plus twee zetels zouden halen. We zijn apart waarschijnlijk groter dan samen. Maar dat staat los van de vraag of het beter is dat we één zouden zijn.”
De verhoudingen zijn goed, maar verschillen zijn er ook. Heinen wijst op een recent besluit van het college dat winkels op feestdagen als tweede kerstdag en Hemelvaartsdag ook ’s morgens open mogen zijn, onder kerktijd. „Ik vind dat niet kunnen.”
Roeping
Koelewijn vindt het toch wel jammer dat een Bunschotenaar op de landelijke CU-lijst ontbreekt. „Mensen hier hebben nu eenmaal meer met onze wethouder Koops dan met Kamerlid Voordewind. Niet omdat hij geen goed werk levert, maar voor de herkenbaarheid is het goed om kandidaten te hebben uit plaatsen waar veel CU-stemmers zijn.”
Of hij zelf de Tweede Kamer in wil? „Ik heb politiek altijd als een roeping gezien. Toen ik werd gevraagd als lijsttrekker, heb ik niet zomaar ja gezegd, maar eerst nagedacht: is dit de weg die ik moet gaan? Ik zou me zelf niet aanmelden voor de kandidatenlijst, maar als God het wil, wie ben ik dan om nee te zeggen?”
----
Grootse partij
Deze serie belicht landelijke partijen die bij de raadsverkiezingen in 2014 het grootst werden. Wat kan de moederpartij van ze leren met de Tweede Kamerverkiezingen in het vooruitzicht? Vandaag deel 7: de ChristenUnie.
----
Bunschoten
Aantal inwoners: 20.850
Samenstelling raad:
CU 8, CDA 4, SGP 2, VVD 2, Christelijke Arbeiders Partij 2, Spakenburgse Vrijheidspartij 1
Samenstelling B en W:
burgemeester: CU, wethouders: CU 2, CDA 1