Wilders in laatste woord: Rutte was kwaadaardig en vals
In een vlijmscherp betoog keerde PVV-leider Wilders zich woensdagmiddag in zijn laatste woord in zijn strafzaak tegen het kabinet en het openbaar ministerie (OM). „Het is mijn plicht me te blijven keren tegen het mega-Marokkanenprobleem.”
Pure haat tegen de PVV. Een kwaadaardig en valse hetze tegen de PVV. Laaghartiger kan de strijd tegen PVV niet. Kennelijk met nauwelijks ingehouden boosheid keerde Geert Wilders zich woensdagmiddag in de extra beveiligde rechtbank het Justitieel Complex Schiphol tegen strafrechtelijke vervolging wegens zijn omstreden minder-minder-Marokkanen-uitspraken in 2014. Het openbaar ministerie eiste vorige week een geldboete van 5000 euro tegen de PVV-leider.
Zoals viel te verwachten vroeg Wilders vrijspraak en betoogde hij dat de vrijheid van meningsuiting op het spel staat. „De vrijheid van meningsuiting is onze belangrijkste vrijheid. Zeggen wat ons op het hart ligt, dat maakt ons land groot. We spreken in dit land nooit met meel in de mond. Ik zal dat ook nooit doen.”
Hetze
Hard haalde de PVV-leider uit naar het kabinet. Hij noemde het optreden van premier Rutte na de minder-minder-uitspraken op een verkiezingsavond in Den Haag in 2014 „kwaardaardig en vals.” „Het kabinet heeft een hetze tegen mij gecreëerd. Rutte zei in het Jeugdjournaal dat Marokkaanse kinderen het land niet zouden worden uitgezet. Alsof ik dat zou hebben gezegd. Laaghartiger en valser kan de premier haast niet zijn.”
Wilders noemde leden van het openbaar ministerie (OM) „marionetten” van het kabinet. „Dit absurde proces tegen mij stinkt aan alle kanten. In Turkije of Iran zou een dergelijke proces tegen een oppositieleider niet misstaan. Hier is sprake van een aanfluiting voor de rechtsstaat, een blamage voor Nederland. Als u als rechter een oppositieleider die premier dreigt te worden gaat veroordelen, gaat dit mooie land naar de knoppen.”
Meermalen sprak de kennelijk getergde Wilders de leden van de rechtbank aan. „Als u mij veroordeelt, veroordeelt u half Nederland. In 2012 stemde bijna een miljoen mensen op mij. Komend jaar bij de Kamerverkiezingen zijn dat er misschien meer dan 2 miljoen. U rechters, ontmoet die PVV’ers ook iedere dag. Het zijn gewone mensen. Het kan gaan om uw huisarts, uw chauffeur, uw tuinman, uw verpleegster. Wanneer u mij veroordeelt, vonnist u over miljoenen mensen. Dat zijn gewone Nederlanders die hun eigen land terug willen. Ik ben trots op hen. Ik zeg wat zij denken. Rechtbank, u vonnist over de toekomst van Nederland.”
Slogans
Wilders vroeg zich „in hemelsnaam” af wat hij verkeerd heeft gedaan. „Ik heb op een verkiezingsavond in 2014 onder meer de mensen gevraagd of ze meer of minder Marokkanen willen. Zo’n avond zit vol oneliners, vol retoriek, vol slogans, zo werkt het nu eenmaal. Een verkiezingsspeech is geen lezing voor een universiteit waarvan iedere alinea van zes kanten wordt bekeken. Ik sta hier voor een rechtbank alsof ik een moord heb gepleegd, of een bank heb overvallen. Ik heb gewezen op een gigantisch Marokkanen-probleem. Bijna niemand durft daarover te spreken, alleen mijn eigen partij. Afgelopen weken waren rovende, Marokkaanse gelukszoekers in Groningen nog in het nieuws. In Almere, Ede en Maassluis terroriseren Marokkanen buurten. Marokkanen zijn oververtegenwoordigd in de criminele statistieken. Als u die problemen niet kent, leeft u in een ivoren toren.”
Kogelvrij vest
Wilders wees de rechters erop dat zijn leven sinds zijn kritiek op de islam is veranderd in „een hel.” „Mijn vrouw en ik slapen in kazernes, safehouses en gevangenissen. Ik weet wat onvrijheid is. Vanmorgen nog werd ik wakker in een safehouse. Ik stapte in een gepantserde wagen en werd in een kolonne naar de extra beveiligde rechtbank op Schiphol gereden. Ik mag niet zelf mijn post uit de brievenbus halen. Ik ga in kogelvrije vest naar bijeenkomsten. En dat allemaal omdat islamitische terroirsten van de Taliban en IS mij willen vermoorden om wat ik zeg.”
De PVV-leider stelde dat op dit moment „een wereldwijde beweging korte metten maakt met de elite.” „Zie het aan de brexit, aan de Amerikaanse verkiezingen. De wal is bezig het schip te keren. Burgers pikken het niet meer. Ik zeg u: De bevolking zal de strijd tegen de elite winnen. Hij vrije woord laat zich niet opsluiten. Het vrije woord schreeuwt het uit.”