Coördinator SGP-actie ”Uur van licht”: Confronteren, maar op een zachte manier
Honderd vrouwen plaatsen dinsdagavond 30.000 ledlampjes bij het Tweede Kamergebouw. Het aantal verwijst naar het jaarlijkse aantal abortussen in ons land. Vier deelnemers over het ”Uur van licht”.
Anna van der Meij (19), actiecoördinator: „Mijn oom attendeerde mij op een personeelsadvertentie van de SGP met het oog op de Week van het leven. Ik heb gesolliciteerd en kon kiezen tussen het schrijven van een initiatiefnota of het organiseren van deze actie. Het werd de actie, iets regelen trok mij het meest. Abortus wordt vaak voorgesteld als de enige oplossing voor een ongewenst zwangere vrouw in nood. Maar moet een ongeboren kind dan maar afwachten of het gewenst is? Wel of niet mogen leven kan toch geen kwestie zijn van willekeur?
Voor deze actie heb ik van alles gedaan. Deelnemers geworven, vragen beantwoord, persberichtjes verstuurd. En ik heb het Plein voor het Tweede Kamergebouw opgemeten, om te zien hoe de lichtjes het beste kunnen staan.
Bij het vormgeven van de actie speelt mijn achtergrond als psychologiestudente een beetje mee. Ik heb geleerd dat schokkende acties hun doel vaak voorbijschieten, die schrikken mensen af. Mede daarom voeren we een actie met ledlampjes. Je zou het confronterend kunnen noemen, maar dan op een zachte manier.”
Ans van Panhuis-Ouwehand (67): „Ik heb in 2013 meegeholpen met het van de grond krijgen van een nieuwe werkgroep tegen abortus, vanuit de reformatorische kerken. Jammer genoeg heeft die maar even gefunctioneerd, er was onvoldoende belangstelling voor. Het thema heeft sindsdien wel mijn aandacht. Daarom gaan mijn schoondochter en ik beiden naar de actie. Samen met Stijntje Coster uit Staphorst, die ook bij de werkgroep betrokken was.
Als ik aan onbekenden vertel wat er echt gebeurt in een kliniek zeggen ze: „O, dat wisten wij niet. Wat erg.” Verder komt het vaak niet; veel mensen zien de keus voor abortus als de verantwoordelijkheid van de vrouw. Het zal dus niet meevallen om toeschouwers te raken met onze boodschap. Toch zie ik dat als mijn taak.
Het is goed dat SGP en NPV weer meer van zich laten horen in het abortusdebat. Misschien zijn onze inspanningen rond de werkgroep dan toch niet voor niets geweest.
Elk kind dat wordt geboren is een licht in deze wereld. Ik hoop dat we dat mogen uitstralen. En mogen heenwijzen naar Christus, Die het licht der wereld is.”
Rianda Visser (19): „Ik studeer verpleegkunde aan de CHE. In het kader van mijn opleiding werk ik momenteel in een ziekenhuis in Dordrecht. Overigens niet op een afdeling waar ik te maken krijg met geboorte en zwangerschap.
Tijdens de lessen ethiek op de CHE heb ik geleerd mijn eigen mening te vormen over abortus. Mijn standpunt is dat God het leven geeft. Mensen mogen dat niet afbreken omdat ze het beter denken te weten dan God.
Op de CHE leer je om in gesprekken goed te luisteren naar wat de ander zegt. Het is belangrijk dat je eerst nadenkt voordat je iets terugzegt en iemand niet gelijk veroordeelt. Vrouwen in crisissituaties hebben aandacht en ondersteuning nodig. Ik sta vanavond niet op het Plein om uit te stralen: wij zijn goed en zij zijn slecht.
Als iemand om uitleg vraagt, zal ik wel duidelijk maken dat ik het leven zie als een gave van God. Wij laten vanavond geen 30.000 lichtjes branden voor 30.000 klompjes cellen. Wij staan daar om stil te staan bij al die ongeboren levens die vroegtijdig afgebroken zijn.”
Emma Bosselaar (19): „Ik volg de lerarenopleiding Engels op de Hogeschool van Rotterdam. Toen ik mijn medestudenten vertelde over deze lichtjesactie waren ze niet verbaasd. Zelf staan ze niet achter zo’n bijeenkomst en mij sponsoren zat er ook niet in. Maar dat ik meedoe, vinden ze positief.
Als een 19-jarige vertelt dat ze ongepland zwanger is, is het heel normaal dat aan haar gevraagd wordt: Houd je het, of laat je het weghalen? Abortus wordt in Nederland als een normale optie gezien. Afkeuren doen mensen het eigenlijk vooral als de foetus al levensvatbaar is. Dat zie ik ook bij mijn medestudenten, dan gaat het hun echt te ver.
Ik volg het abortusdebat niet op de voet. Ik kijk wel naar De Wereld Draait Door of naar een ander tv-programma als Van der Staaij daarin zijn abortusstandpunt komt uitleggen. Protesteren tegen abortus moet in mijn ogen geen routine worden, want dan haalt iedereen zijn schouders erover op. Een actie zoals deze is heel goed en heel belangrijk. Daarmee geven we een signaal af: abortus is niet normaal.”