Bewoonster zorgcentrum Beth-San: Lege plaatsen, maar de Heere ondersteunt
Bijna zes weken geleden overleed haar man, kort daarna haar vriendin. „Maar ik mag de nabijheid des Heeren ervaren. Dat is het grootste geschenk dat je in je ouderdom kunt krijgen.”
„Verschrikkelijk” vindt K. van der Lelij-Boeder (84) het bericht dat de regering hulp bij zelfdoding van ouderen die niet meer verder willen leven, wil legaliseren. „Het wordt steeds erger.”
Mensen die niet bij een kerk horen, hebben soms met haast niemand contact, overpeinst de bewoonster van zorgcentrum Beth-San in Moerkapelle. „Daarom denken ze: Wat heeft het leven nog voor zin? En ze denken: Dood is dood. Maar menselijk leven is nooit waardeloos: je krijgt tijd om de Heere te zoeken. Hij bepaalt ons leven, ook het einde ervan. Maar als je dat niet gelooft, wat houd je dan over als je oud bent?”
Dat ouderen ook in hun aftakeling veel voor elkaar kunnen betekenen, weet Van der Lelij uit eigen ervaring. „Ik heb een ontzettend lieve man gehad. Hij had de ziekte van Parkinson. Zo lang mogelijk heb ik hem zelf verzorgd, tot het niet meer ging. Anderhalf jaar geleden zijn we van Lisse hiernaartoe verhuisd. We wilden graag naar een instelling van onze eigen signatuur. En de zorg is hier heel goed.”
Nu is ze weduwe. „Je bent je aanspraak kwijt; het is zo stil. Ik mis mijn man verschrikkelijk, maar ik heb hem aan de Heere terug mogen geven. Ik hoop dat Hij me voor opstand bewaart. In Hem is geen onrecht.
Toen m’n man boven aarde stond, bleven de kinderen beurtelings ’s nachts hier. Na de begrafenis heb ik gezegd: „Nu moeten jullie toch maar naar huis gaan.” En dan ben je alleen. Die avond ben ik echter vertroost toen ik uit het dagboek van ds. W. à Brakel las. Dat ging over de derde bede uit het Onze Vader: Uw wil geschiede. Dat heeft me zo getroffen. Ik heb dat gedeelte de afgelopen weken al aan meerdere mensen voorgelezen.”
De Heere betoont een Man der weduwen te zijn, zegt de bejaarde Moerkapelse. „Hij is altijd zo goed voor me geweest, en Hij is dat nog. De Heere geeft vrijmoedigheid om daarover te spreken. Niet om mezelf, maar het gaat om Zijn eer.”
Van der Lelij groeide op in Enkhuizen, maar woonde zestig jaar in Lisse. Zestig jaar herinneringen. „Mijn man werkte in de bloembollen; later was hij vertegenwoordiger van een bedrijf in Amsterdam.”
Veel viel er weg. „Ik mis de sociale contacten die ik in Lisse had; ook de gesprekken met Gods kinderen. En nu is hier in Beth-San mevrouw Jacobs-Vergunst, met wie ik van hart tot hart kon spreken, overleden. Kort na mijn man was ik ook mijn vriendin kwijt.”
De leegte is groot. „Dat merk je ook bij andere bewoners hier. Ik hoor nogal eens de klacht dat ze heel weinig bezoek krijgen. Iedereen heeft het druk, steeds meer moeders werken, en mensen hebben nergens tijd meer voor. Er is onder ouderen veel eenzaamheid. Maar toch mag je nooit twijfelen aan de waarde van de tijd die je nog krijgt.”