Blokfluittalent Lucie Horsch (17) wil gelukkig maken met muziek
Lucie Horsch (17) speelt zich al langer met haar blokfluit in de kijker: ze trad meermalen op voor koningin Beatrix en koningin Máxima, won belangrijke concoursen en kreeg eerder dit jaar de Concertgebouw Young Talent Award. Nu is er haar eerste cd op het gerenommeerde label Decca. Haar droom? „Ik wil mezelf en anderen gelukkig blijven maken met muziek.”
Het is niet eenvoudig om een interview met Lucie te plannen. De Amsterdamse zit niet alleen in het examenjaar van het Barlaeus Gymnasium, ook volgt ze sinds haar 12e de Sweelinck Academie voor jong talent aan het Amsterdamse conservatorium. Daar doet ze behalve blokfluit ook piano. „Eigenlijk volg ik een driedubbele opleiding. Dit jaar ben ik daarnaast met zang begonnen.”
Daar komt nu de drukte bij rond de release deze week van haar eerste cd met blokfluitmuziek van Vivaldi (zie ”Vivaldi”). Later deze maand start ze met de promotieconcerten.
Het concertleven is haar niet vreemd. Vader Gregor Horsch speelt als eerste solocellist in het Concertgebouworkest en ook haar moeder is celliste. Haar broer speelt viool. „Bij ons is er altijd wel iemand ergens in huis muziek aan het maken.”
Jij koos niet voor de cello, maar voor de blokfluit.
Lachend: „M’n ouders wilden het me misschien niet aandoen om mij ook cello te laten spelen.” Serieus: „Ik weet het niet. Het was niet hun keus dat ik blokfluit ging doen. Ik heb die muziek ooit ergens gehoord, en toen dacht ik: Dat is míjn instrument. Toen was ik 5. M’n ouders zullen wel gedacht hebben dat ik na een paar jaar een ander instrument zou gaan bespelen.”
Maar je bleef bij de blokfluit.
„Het beeld heerst dat de blokfluit een schoolinstrument is waarmee je begint, om later op een echt instrument over te stappen. Maar voor mij was het duidelijk dat de blokfluit wel degelijk een echt instrument is. Er zit veel meer aan vast dan mensen vaak denken. Daarbij heb ik veel geluk gehad met mijn leraren. Op de muziekschool enthousiasmeerde Rob Beek me voor de blokfluit. Mede daardoor ben ik verdergegaan.”
Vanaf je 5e jaar zong je. Sinds je 11e doe je ook piano erbij. Heb je die breedte nodig?
„Ja. Als ik alleen blokfluit zou doen, zou ik de muziek voor dit instrument minder interessant vinden. Fluiten en zingen liggen heel dicht bij elkaar. Piano is totaal iets anders. Die afwisseling maakt het leuk. Bovendien trekt het romantisch repertoire voor de piano me. De blokfluit heeft de romantiek een beetje overgeslagen; er zijn bijna geen romantische componisten die voor dit instrument componeerden. Het voelt machtig om ook Schubert, Schumann en Brahms te kunnen spelen. Ik heb de piano nodig voor het romantische element.”
Doe je nog weleens iets anders dan muziek maken?
„Meestal studeer ik twee uur per dag blokfluit en twee uur piano. Maar dat is geen straf. Ik pak voor de lol mijn blokfluit. En áls ik iets doe, wil ik er uithalen wat erin zit. Ik ben best perfectionistisch en heel fanatiek. Sinds dit jaar krijg ik ook zangles. Ik dacht: Dat doe ik er voor de aardigheid bij. Maar zo werkt het bij mij niet. Ik ben er weer helemaal door gegrepen. M’n vrije tijd gaat inderdaad grotendeels op aan muziek maken. Maar ik zit op een normale school en spreek gewoon af met vriendinnen.”
Is het dan cool om te vertellen dat je blokfluit speelt?
„De blokfluit is geen cool instrument, maar dat geldt ook voor de viool. Het is wel cool als klasgenoten merken dat je een passie hebt waar je buiten schooltijd heel serieus mee bezig bent. Daar hebben ze respect voor.”
Welke blokfluitisten zijn voorbeelden voor jou?
„Het klinkt een beetje raar, maar ik wil me helemaal niet spiegelen aan anderen. Ik wil m’n eigen ding doen en dat verder ontwikkelen. Ik zie Frans Brüggen als de grondlegger van de Nederlandse blokfluitschool. Mijn docent aan het conservatorium, Walter van Hauwe, is een leerling van Brüggen. Dat is grappig. Brüggens dochters zaten ook op het Barlaeus, dus ik maakte hem voor zijn overlijden weleens mee.”
En Erik Bosgraaf?
„In bepaalde opzichten. Ik vind het met name mooi dat hij zo veelzijdig en flexibel is. Ik wil zelf ook zo’n allround blokfluitist worden. Dat moet ook, want het repertoire is beperkt. Je kunt niet alleen muziek van Jacob van Eyck spelen. Dat moet je afwisselen met barok- en moderne muziek.”
Wat waren muzikale hoogtepunten in de achterliggende jaren?
„Dat zijn niet altijd de momenten dat je een concours wint of een concert geeft. Natuurlijk blijft het speciaal als je voor koningin Máxima speelt, of in je eentje op het podium van de Grote Zaal van het Concertgebouw staat. Maar vaak ben je dan gewoon bezig met muziek maken: het lastige loopje dat eraan komt of zorgen dat het zuiver blijft. Ik ben zelden echt met alles tevreden. Voor mij zijn hoogtepunten vaak momenten tijdens de les. Dat je leraar iets zegt waardoor je een nieuwe ontdekking doet: Wow, dat wist ik niet!”
Je hebt nu een exclusief contract met het Engelse label Decca. Hoe ging dat?
„Sinds een paar jaar is er contact. Mensen uit Engeland kwamen naar me luisteren. Daardoor is er een vertrouwensrelatie ontstaan. Het contract voelt als een logische stap. Het is heel bijzonder dat zo’n gerenommeerd label mij het vertrouwen geeft om een blokfluit-cd te maken.”
Kun je ook te jong zijn om een cd te maken?
„Toen het contact met Decca ontstond, was het nog te vroeg. Je moet qua repertoire wel een hele cd vullen met muziek waar je boven staat. Bovendien moet je over allerlei zaken die bij een cd komen kijken bewuste keuzes kunnen maken. Voor alles wat je doet, kunnen mensen je ter verantwoording roepen. Maar ik denk dat dit het goede moment was. Ik ben er zelf heel tevreden over. Niet dat ik me niet meer verder hoef te ontwikkelen. Gelukkig niet. Maar anders kun je net zo goed nooit een cd maken. Je ontwikkeling gaat altijd door.”
Je hebt inmiddels een agent en een artist management. Hoe blijf je de gewone vwo-scholiere?
„Inderdaad staat er een team om me heen. Dat voelt wel raar. Maar ook veilig. En het is fijn dat anderen zich bezighouden met een cd-boekje en de promotie. Of ik niet het gevaar loop naast m’n schoenen te gaan lopen? Ik ben altijd bang geweest om arrogant te worden. Volgens mij grijpen m’n ouders en vrienden wel in als dat zou gebeuren.”
Waarom een Vivaldi-cd?
„Je moet een componist nemen die je al goed kent. Ook heeft Vivaldi binnen zijn oeuvre veel contrasten, zodat je er goed een hele cd mee kunt vullen. Het is ook nog eens energieke, aansprekende muziek die goed in het gehoor ligt. Iedereen kent Vivaldi.”
Als het om de toekomst gaat, waar droom je dan van? Wil je de Janine Jansen van de blokfluit worden?
„Ik denk dat niemand zich Janine Jansen kan noemen. Zij is zó uniek. Ik wil ook niet hetzelfde worden als zij. Ik wil de Lucie Horsch van de blokfluit worden. Mezelf blijven ontwikkelen, steeds nieuwe dingen blijven ontdekken. Op meerdere fronten, zowel blokfluit als piano. En met verschillend repertoire: barok, modern, kamermuziek op piano. Reizen en concerten geven vind ik leuk, maar ik hoop genoeg momenten over te houden om alleen door te brengen met mijn instrument. Waar ik van droom? Het klinkt misschien cliché, maar ik wil mezelf en anderen gelukkig blijven maken met muziek.”
Meer informatie: www.luciehorsch.nl
----
Vivaldi
Op de debuut-cd die Lucie Horsch maakte, speelt ze muziek van Antonio Vivaldi (1678-1741). „Ik houd ontzettend van Vivaldi”, zegt ze in het booklet. „Het is ritmische, lichte, energieke muziek. En de langzame delen zijn ontzettend mooi.”
De 17-jarige vertolkt niet alleen bekende blokfluitconcerten van de Italiaanse componist, maar ook de variaties over de melodie ”La follia” (oorspronkelijk voor twee violen en basso continuo), het onderdeel ”Lente” uit de ”Vier jaargetijden” en twee oorspronkelijk vocale werken uit opera’s.
Voor de cd werd het begeleidingsensemble Amsterdam Vivaldi Players samengesteld, waarin onder anderen Lucies vader Gregor Horsch (cello), Rick Stotijn (contrabas) en de Russische klaveciniste Alexandra Nepomnyashchaya spelen.
Klik hier voor meer informatie over de cd en geluidsfragmenten.
----
Lees ook in Digibron
Young Talent Award voor blokfluitiste Lucie Horsch (Reformatorisch Dagblad, 10-10-2015)