Drie keer per week steken ze hun hoofd in de vuilnisbak om weggegooid voedsel op te duikelen. Wiljanne en Theo Vreugdenhil uit Nieuwegein schamen zich er niet voor. „We vinden het juist mooi om een statement te maken en anderen aan het denken te zetten. Ziek zijn we er nooit van geworden.”
Wiljanne (26) leeft met haar man Theo (25) en dochtertje Damaris (zes maanden) in woongroep Huize Humus in Nieuwegein. „We zijn met negen volwassenen, delen zo veel mogelijk, zoals de wasmachine en gereedschap, en eten elke avond samen. Het is een uitdagende manier van leven. Onze woning is echt een inloophuis, waarbij ook mensen uit de buurt makkelijk aankloppen.”
Bij hun manier van leven hoort dat ze eten uit de vuilnisbak. Wiljanne: „Bij 80 procent van wat we nodig hebben, lukt dat. Groenten, fruit, brood, kaas en beleg kopen we nooit. Zuivelproducten zo weinig mogelijk. We halen onze spullen uit de containers bij supermarkten. Het is onvoorstelbaar wat er allemaal wordt weggegooid. Zo veel, dat wij van onze oogst zelfs kunnen uitdelen aan anderen.”
Graaien
Zich ervoor schamen doen Wiljanne, die pedagogiek studeert, en haar man Theo, installateur van zonnepanelen en missionair werker, niet meer. „De eerste keer moesten we een drempel over. Je duikt met je hoofd de vuilnisbak in om te graaien en dat is toch iets wat een normaal mens niet doet. Maar het went snel. We zijn het zelfs interessant gaan vinden. We maken een statement en zetten anderen ermee aan het denken. Sommige supermarkten vinden het prima wat wij doen, andere gedogen het. Ook hebben we de politie er een keer bij gehad. Een bekeuring kregen we niet.”
Mensen gaan „angstig” om met de houdbaarheidsdatum van producten, vindt Wiljanne. „Ze denken dat je iets een dag na het verstrijken van de datum al niet meer kunt eten. Dat is absoluut niet zo. In yoghurt bijvoorbeeld zit zo veel suiker dat het niet snel bederft. Die kun je een week later nog prima eten. Vieze stukjes, bijvoorbeeld bij groenten, kun je er afsnijden. En je kunt altijd ruiken en proeven. Ook al zou een hapje niet helemaal goed meer zijn, daar krijg je niks van.”
Hun levenswijze is gunstig voor de portemonnee. Wiljanne: „We betalen 20 euro per persoon per week aan boodschappen, gas, licht en water. Dat is een schijntje. Maar belangrijker vinden we dat we op deze manier als christen ons geloof concreet kunnen uitleven. God geeft ons de opdracht om zorgvuldig met Zijn schepping om te gaan. Daar past het op grote schaal weggooien van voedsel niet bij. Natuurlijk is wat wij doen iets kleinschaligs en lost het het probleem van voedselverspilling niet op. Maar we stellen wel een daad.”
Argwanend
Anderen worden erdoor geïnspireerd, merkt Wiljanne. „Onze voorganger is mee gaan doen. Een aardige bijkomstigheid is dat hij daardoor geld uitspaarde om een reis naar India te maken. Op verjaardagen en familiebijeenkomsten nemen we vaak iets mee van weggegooid voedsel. Soms reageren mensen argwanend. Maar als ze horen dat wij dit dagelijks eten en er nog nooit ziek van zijn geworden, krijgen ze waardering. En vaak is het een stimulans om kritisch te kijken naar hun eigen voedselgebruik.”
Wiljanne hoopt dat meer mensen hun voorbeeld volgen. „Als we aan tafel zitten, gebeden hebben en gaan eten, genieten we ervan dat bijna alles gratis is. We voelen ons daardoor extra gezegend.”