De NEST, een kleine reflector in Beiroet
Hoe kunnen christenen en moslims in vrede samenleven? Die vraag staat centraal tijdens een van de laatste colleges ”Christian-Muslim Relations” op de Near East School of Theology (NEST) in de Libanese hoofdstad Beiroet.
Ze zijn met zijn vijven, de studenten in het college van dr. Peter Ford. Twee komen er uit Kenia, één uit Amerika, één uit Duitsland en één uit Syrië. Alle vijf studeren ze een jaar of langer aan de NEST (zie kader ”Oudste protestantse seminarium in M-Oosten”). In het afgelopen halfjaar dachten ze tijdens de collegereeks na over de verhouding tussen christenen en moslims in het Midden-Oosten, maar ook in de westerse wereld.
Dit keer bespreekt Liza Titizian, een Armeens-Syrische student afkomstig uit Kessab (West-Syrië), het boek ”The Crescent Through the Eyes of the Cross” van dr. Nabeel Jabbour (”De halvemaan door de ogen van het kruis”, in het Nederlands vertaald als ”Anders leren kijken”). Liza vertelt dat de schrijver, die geboren werd in Syrië en opgroeide in Libanon, aanvankelijk moeite had met het aanvaarden van moslims, maar later leerde dat hij hen moest liefhebben, omdat God liefde is.
„Jabbour, die nu in de Verenigde Staten woont, schrijft zijn boek voor een westers publiek en nodigt zijn lezers uit voor een interculturele ervaring”, aldus de studente. „Hij wil zijn christelijke lezers leren om moslims vanuit hun eigen denkkader aan te spreken. Zowel moslims als christenen hebben een geschiedenis met donkere kanten van vooroordelen en geweld. Daarom moeten wij als christenen ons tolerantieniveau verhogen en zo anderen in de richting van Jezus leiden.”
Sleutelwoord
Het boek helpt Liza antwoorden te vinden en haar houding te bepalen ten opzichte van de islam, zegt ze. In het werk komt een verzonnen persoon voor, Achmed. Hoe representatief is hij voor de moslims die Liza in Syrië heeft ontmoet, vraagt dr. Ford. Liza: „De moslims die ik kende, waren heel open. We kwamen in gesprekken nooit tot dezelfde conclusie, maar door het contact met hen kon ik wel iets van Christus’ liefde reflecteren.”
Ook nu nog heeft de studente, van wie de woonplaats twee jaar geleden door moslimextremisten werd veroverd en verwoest, contact met deze moslims. „Een relatie opbouwen kost tijd en vraagt investeringen. Dat zal op dit moment in Syrië veel moeilijker zijn dan vroeger. Maar de vrienden die ik toen had, heb ik nog steeds.”
Hoe zouden moslims en christenen in het Westen zulke contacten kunnen opbouwen, vraagt de docent door. „Ik weet niet hoe het daar is”, antwoordt ze. Dr. Ford: „Je kunt je voorstellen dat moslims die naar het Westen gaan, zich niet direct heel open opstellen. Dat verwacht men daar echter wel, waardoor er direct een kloof ontstaat. Ook in de westerse cultuur is relatie het sleutelwoord om bij elkaar te komen.”
Chapel
Na ruim een uur waarin ook John Khamala een boek bespreekt, gaan de studenten de zaal uit. Er zijn deze 25e mei geen colleges meer, omdat Libanon het vertrek van het Israëlische leger uit het zuiden van het land in 2000 viert. Wel vindt er om 12.10 uur een zogenoemde ”chapel” plaats, zoals op iedere doordeweekse dag. De studenten en docenten van de NEST –vandaag zo’n twintig– komen dan twintig minuten bijeen in de kleine kapel op de begane grond. Een student houdt een Bijbelstudie, er wordt gezongen en gebeden.
Dit keer leest de Amerikaanse Griffin uit Markus 10, de geschiedenis van Bartimeüs. „De Heere Jezus laat hem weer zien. Voor christenen geldt dat Jezus hen ook weer laat zien. Met andere ogen. Wij zien het lijden aan met mededogen en krijgen van Hem bereidwillige handen om te helpen.”
Na het gebed geeft de student ”Amazing Grace” op. De aanwezigen gaan staan en zingen uit volle borst alle coupletten van het door John Newton gecomponeerde lied. „I once was lost, but now I’m found; Was blind, but now I see.”
Jordaans paspoort
Tijdens de gezamenlijke lunch op de tweede verdieping van het pand vertellen de studenten over hun motivatie om aan de NEST te gaan studeren (zie overige kaders). Dit jaar zijn er zo’n 25 naar het seminarie gekomen, volgend jaar komen er vermoedelijk 35. Eerdere jaren waren aantallen van 40 of 50 geen uitzondering, maar de kerk in het Midden-Oosten krimpt en de kerken houden daar rekening mee door minder studenten naar de NEST te sturen.
Ook de relatie met Israël –Libanon en Israël zijn officieel nog met elkaar in oorlog– beïnvloedt het studentenaantal. Voorheen kwamen er heel wat Palestijnse studenten naar de NEST, vooral leden van de episcopale kerk in Jeruzalem. Dat kan nu niet meer, omdat je niet van Libanon naar Israël kunt reizen en andersom. De enige Palestijnse studente aan tafel vertelt dat zij met haar Jordaanse paspoort wel naar Libanon kon reizen. Ze moest daarvoor wel eerst naar Jordanië en zo moet ze binnenkort ook weer terug.
Maken de studenten zich zorgen over het dalende aantal studiegenoten? „Aantallen zeggen niet alles”, vindt er één. „Wij leren hier juist om met weinig mensen het verschil te maken. Dat is waartoe we geroepen zijn.”
„Ik hoop op een wonder”
Naam: Liza Titizian
Leeftijd: 38 jaar
Woonplaats: Kessab, Syrië
Kerkgenootschap: Unie van de Armeense Evangelische Kerken in het Nabije Oosten (UAECNE)
„Ik studeer sinds 2014 weer aan de NEST. Kort daarvoor was ik in dienst van onze kerkelijke gemeente in Kessab. Dat deed ik na mijn bacheloropleiding Christian Education aan de NEST. Op dit moment doe ik mijn master of divinity hier en tegelijkertijd studeer ik bibliotheekwetenschappen aan de Libanese universiteit.
De mensen van onze Armeens-protestantse gemeenschap hebben altijd in vrede geleefd met andere etnische groepen in ons overwegend christelijke stad. We hadden een school waar ook Armeense-orthodoxe en Armeens-katholieke kinderen op zaten. Met sommige moslims in Kessab had ik goed contact.
Totdat op 21 maart 2014 extremisten ons stadje in het noordwesten van Syrië aanvielen. Een maand daarvoor was ik naar Beiroet vertrokken voor mijn studie. Ik maakte mij grote zorgen om mijn familieleden, maar gelukkig waren ze allemaal nog in leven. Drie maanden later heroverde het regeringsleger Kessab. Onze huizen en kerken waren geplunderd en platgebrand. We hadden niks meer. Nu vindt de herbouw van Kessab plaats. Mensen die vroeger zichzelf konden redden, zijn nu afhankelijk van de hulp van anderen.
Ik ben een tijdje ziek geweest. Ik kon niet goed meer eten. Na even terug te zijn geweest bij mijn familie gaat het nu weer beter.
In februari rond ik mijn studie hier af. Daarna ga ik in de bibliotheek in de NEST werken. Misschien kan ik later weer aan de slag in mijn kerk.
Of ik hoop heb voor Syrië? Niet genoeg. Ik hoop dat God een wonder doet.”
„Thuis betekent vooral taal”
Naam: Natalie Jahn
Leeftijd: 23 jaar
Woonplaats: Ludwigshafen am Rhein, Duitsland
Kerkgenootschap: Evangelische Kirche der Pfalz (Protestantische Landeskirche)
„In 2014 werkte ik korte tijd als vrijwilliger bij een team archeologen in Tel Aviv in Israël. Daar werd mijn belangstelling voor het Midden-Oosten gewekt. Ik ontwikkelde mijn interesse voor de Arabische taal en cultuur en het christendom hier, dat al heel oud is.
Tegelijk kwam in deze periode Islamitische Staat (IS) op. Ik vind dat je als westerse christen weet moet hebben van de oorsprong van het christendom, en daarom koos ik ervoor hier te gaan studeren. Eerst wilde ik naar Israël, maar ik merkte dat ik te kritisch was op de Israëlische politiek, bijvoorbeeld op het optreden in de Gazastrook.
Het is prachtig om hier te studeren, maar tegelijk mis ik mijn vaderland. Eigenlijk heb ik hier pas echt ontdekt wat thuis betekent. Het is vooral de taal. Ik merk dat ik erg gehecht ben aan mijn eigen taal en dat ik niet goed mezelf kan zijn als ik Engels spreek. Op de NEST is Engels namelijk de voertaal.
Het is niet makkelijk om in een andere context te leven. Ik merk hoe vast ik zat aan mijn woonplaats. Als ik terugkeer, zal ik er met andere ogen naar kijken.
Toen ik nog in Duitsland was, moest ik er niet aan denken om predikant te worden. Je bent namelijk eerder een boekhouder dan een predikant in onze kerk. Nu sluit ik het niet langer uit, maar zeker weten doe ik het ook niet.
Ondanks mijn interesse voor het Midden-Oosten, is missionaris worden hier als vrouw geen optie. Ik ga binnenkort terug naar Duitsland, als het studiejaar erop zit. Ik studeer theologie in Heidelberg en moet daar nog twee jaar voordat ik klaar ben. Tijd genoeg om erover na denken wat ik daarna ga doen.”
Verstandelijker en volwassener
Naam: Aram Babajanyan
Leeftijd: 28 jaar
Woonplaats: Jerevan, Armenië
Kerkgenootschap: Unie van de Armeense Evangelische Kerken in het Nabije Oosten (UAECNE)
„Om twee redenen ben ik dit jaar bij de NEST gaan studeren. Allereerst is het een heel goed protestants seminarium. Ze bedrijven hier objectieve wetenschap en hebben goede docenten.
Ten tweede koos ik voor de NEST vanwege de geografische ligging. We zijn hier in Beiroet, in het Midden-Oosten, de regio waar de kerk ontstond. In Armenië hebben wij als kerk lange tijd geleden onder het Sovjetregime. Na de val van de Sovjet-Unie herrees de kerk. Maar zij had geen geschiedenis. Onze traditie halen wij daarom hiervandaan, omdat er honderd jaar geleden heel veel Armeniërs naar Libanon en ook naar Syrië zijn vertrokken.
Wat ik ook leerzaam vind: de kerk heeft hier al eeuwen naast de islam geleefd. Dat heeft spanningen gegeven, maar is ook lang goed gegaan. Daar kunnen wij tegenwoordig allemaal van leren, denk ik.
Ik geniet erg van mijn verblijf hier. De mensen op de NEST weten wat missionair zijn betekent. De NEST is klein, maar heeft een grote geschiedenis. Hij leert zijn studenten de kerk te beschermen en sterker te maken. Uniek is het ook dat hier zo veel verschillende kerken samenkomen.
Mijn beeld van God is veranderd sinds ik hier ben. Verrijkt. Ik ben in mijn geloof verstandelijker en volwassener geworden.
Als ik terugga naar Armenië, ben ik klaar om mijn kerk daar te dienen.”
„Meer leren over islam”
Naam: John Jacob Khamala
Leeftijd: 38 jaar
Woonplaats: Busia, Kenia
Kerkgenootschap: Anglicaanse Kerk
„In Kenia ben ik al jarenlang priester in het bisdom Nambale. Ik heb gestudeerd aan de St. Paul’s University in Limuru. Hier op de NEST wil ik mijn kennis verbreden. Ik wil meer leren over liturgie en over de islam.
In ons land is 80 procent van de bevolking christen, terwijl de rest andere religies aanhangt. Ons buurland Somalië heeft juist veel islamitische inwoners. De situatie daar is niet stabiel, waardoor veel Somaliërs naar Kenia vluchten. We zijn een gastvrij land, maar hoe kunnen we onze buren op de juiste manier ontvangen? Hier hoop ik een antwoord te vinden op dergelijke vragen.
Ik mis mijn familie, mijn gezin wel. Deze zomer ga ik terug, maar in september ben ik weer op de NEST te vinden. Nog twee jaar te gaan.
Ik geniet van de ontmoetingen met zo veel verschillende mensen die toch samen één lichaam vormen.”
Oudste protestantse seminarium in M-Oosten
De Near East School of Theology (NEST) bestaat sinds 1932. Hij ontstond uit een fusie van de School for Religious Workers in Beiroet en de School of Religion in Athene (Griekenland). De geschiedenis van de opleiding in Beiroet gaat terug tot 1835, het jaar waarin ds. William Thompson het eerste protestantse seminarium in het Midden-Oosten oprichtte. Het bestuur van de opleiding bestaat uit leden van de Episcopale Kerk in Jeruzalem, van de Nationale Evangelicale Synode van Syrië en Libanon, van de Unie van de Armeense Evangelische Kerken in het Nabije Oosten (UAECNE) en van de Evangelisch-Lutherse Kerk van Jordanië en het Heilige Land.
Doel van de NEST is predikanten en voorgangers van kerken en protestantse bewegingen in het Midden-Oosten op te leiden. De NEST heeft sinds de jaren zeventig een eigen gebouw in de wijk Hamra.
Vanuit Nederland krijgt de NEST steun van de GZB (Gereformeerde Zendingsbond) en Kerk in Actie, die alle twee deel uitmaken van de Protestantse Kerk in Nederland. In 2002 werden Wilbert van Saane en zijn vrouw Rima Nasrallah door de GZB uitgezonden naar Beiroet. Van Saane werkte van 2006 tot 2008 in deeltijd aan de NEST. Op dit moment is het echtpaar via Interserve uitgezonden naar Beiroet, maar zij worden op onderdelen nog steeds mede ondersteund door de GZB.
serie Kerk in Libanon
Dit is het vierde deel in een serie over het leven van christenen in Libanon. Woensdag deel 5.