Kerk & religie

„Kerk in Libanon maakt het verschil in samenleving”

BEIROET. Ze wonen met hun kinderen Christina (11) en Pieter (8) op de vijfde verdieping in het pand van de Near East School of Theology (NEST) in Beiroet. Het appartement van Wilbert en Rima van Saane is sfeervol ingericht, maar klein: een woon­kamer, een keuken, een bad­kamer en twee slaapkamers.

Reinald Molenaar
14 June 2016 16:27Gewijzigd op 16 November 2020 04:15
Wilbert en Rima met hun kinderen Christina en Pieter. beeld Fam. Van Saane
Wilbert en Rima met hun kinderen Christina en Pieter. beeld Fam. Van Saane

Libanon bracht hen samen. Wilbert, geboren in Utrecht, opgegroeid Huizen, ontmoette hier zijn vrouw Rima Nasrallah. Ze is afkomstig uit een Libanese familie die al sinds de negentiende eeuw het protestantisme aanhangt. Vrouwen in de generaties voor haar werden ”Bible women” genoemd, vrouwen van de Bijbel. Ze stonden in nauw contact met Europese en Amerikaanse zendelingen. Zij gaven onderwijs, deden zondagsschoolwerk, bezochten zieken, boden hun natuurlijke geneesmiddelen aan en verspreidden zo het Evangelie.

Nu is Rima zelf een ”Bible woman”, in een ander opzicht. Ze doceert praktische theologie aan de NEST, een seminarium dat predikanten en kerkelijk werkers opleidt voor diverse protestantse kerken in het Midden-Oosten.

Het stel werd in 2014 uitgezonden naar Libanon door Interserve Nederland. Wilbert is studentenpastor en docent op de Haigazian University, een Armeens-christelijke universiteit iets verderop. Hier studeren sinds enkele decennia niet alleen christenen, maar ook moslims. Ze zijn in aantal inmiddels vrijwel gelijk. „De kwaliteit van het onderwijs trekt moslims aan. Een mooie kans voor mij om met hen in contact te komen.” De universiteit weerspiegelt zo de samenleving in Libanon, die voor ruim 40 procent bestaat uit christenen –voor de burgeroorlog van 1975-1990 waren zij in de meerderheid–, voor 54 procent uit moslims en voor 5,6 procent uit druzen.

Duur

Het leven in Libanon is duur. Wilbert: „Een uitzending is kostbaar en vergt offers van velen.” Toch zijn ze ervan overtuigd dat zij hier moeten zijn. Rima: „We hebben het gevoel dat we veel kunnen betekenen. En er is zo veel te doen. Hier op de NEST begeleiden we de studenten, onder wie een aantal Syriërs. Sommige van hen zijn diep getraumatiseerd door de oorlog. We proberen hen zo goed mogelijk op te vangen en naar hen te luisteren.

Ook de kerk heeft mensen nodig. Er is een tekort aan jonge christenen die leiding kunnen geven aan de zondagsschool en aan activiteiten voor jongeren. Veel Libanezen, vooral christenen, zijn hoogopgeleid. Zij zoeken hun heil in het buitenland, vooral in Canada en Australië, maar ook in Europa.”

Waarom blijven ze niet?

„Deze samenleving is vaak onrustig en instabiel. We zitten al twee jaar zonder president en het kabinet is demissionair. We hebben na de burgeroorlog geen lange periode van vrede gekend. De crisis in Syrië kan zomaar naar hier overslaan. In de grensgebieden wordt regelmatig gevochten. Verder werd vorig jaar juli de vuilstortplaats van Beiroet gesloten zonder goed alternatief, met als gevolg een afvalcrisis die acht maanden duurde en nu eigenlijk nog steeds niet helemaal is opgelost. De vuilnis lag overal op straat. Veel kraanwater in Beiroet is verzilt, we hebben niet 24 uur per dag elektriciteit en de lucht is vervuild. Geen wonder dat kansrijke jongeren wegtrekken. Er gaat met hun vertrek echter veel kennis en dynamiek verloren.”

En toch zijn jullie hier.

Wilbert: „Met weinig mensen maken de kerken hier, zeker de protestantse kerken, het verschil. Ook de studenten van de NEST zijn enorm betrokken op de samenleving. Zo hebben we voedsel en kleding ingezameld voor Syrische vluchtelingen. Onlangs zijn onze studenten op bezoek geweest in twee vluchtelingenkampen in de Bekavallei om daar te helpen en spelletjes te doen met de kinderen en jongeren.”

Rima: „De studenten zijn in de zomer, als zij zo’n drie maanden geen colleges hebben, volop actief als vrijwilligers op verschillende plaatsen. Dat leggen wij hun niet op, het komt bij de studenten zelf vandaan.”

Libanon is vanouds een land waar christenen en moslims vreedzaam samenleven, vertelt Wilbert. „Er waren wel perioden van oorlog, maar daarin speelden religieuze motieven nooit de hoofdrol, al wilden de politici je dat wel graag doen geloven.”

Komen er weleens moslims tot geloof in jullie omgeving?

Rima: „Het gebeurt wel dat moslims worden gedoopt, soms in het geheim. Daar gaat dan wel een lange periode van kennismaking en studie aan vooraf.”

Wilbert: „Toen ik in 2002 voor het eerst naar Libanon werd uitgezonden, vond ik het belangrijk dat moslims ook lid zouden worden van een kerk. Nu kijk ik daar anders tegen aan. Als een moslim zich bekeert tot het christendom en zich laat dopen, treedt hij uit zijn eigen gemeenschap. De breuk is dan definitief. Ik ken echter ook voorbeelden van moslims die in hun eigen gemeenschap blijven maar wel belijden dat Jezus de Zoon van God is en dat Hij uit de dood is opgestaan. Dat is voor mij de kern van het geloof.

Het huidige conflict in het Midden-Oosten draait niet om christendom versus islam. Er is eerder een strijd gaande om de ziel van de islam, om wat de juiste islam is. Moslims staan voor de keuzen om extremisme te omhelzen of te verwerpen. Christenen in deze regio kunnen gematigde moslims helpen in hun strijd tegen de extremisten die de islam kapen voor hun eigen ideologie.

De protestanten hebben daarbij nog het voordeel een minderheid te zijn. Ze zijn politiek ongevaarlijk. Daarom wordt het christelijk getuigenis van hen minder snel als politieke propaganda gezien. Het geeft hun kerken de vrijheid om profetisch en getuigend aanwezig te zijn. De maronieten –de grootste groep christenen in dit land, behorend tot de oosters-katholieke kerken– vormen een grotere bedreiging voor moslims. Zij leveren volgens ongeschreven regels de president, de soennitische moslims de premier en de sjiieten de parlementsvoorzitter. We hebben nu al twee jaar geen president en sinds 2009 zijn er geen verkiezingen meer geweest. Protestanten staan buiten de spanningen die dit oplevert. Zij kunnen in gesprek gaan met moslims die andere christenen met meer wantrouwen bekijken.”

>>rd.nl/libanon


Wilbert en Rima van Saane-Nasrallah

Ds. Wilbert van Saane (1976) studeerde theologie in Utrecht en aan de Near East School of Theology (NEST) in Beiroet. In 2002 werd hij door de hervormde gemeente Huizen namens de GZB (Gereformeerde Zendingsbond) uitgezonden naar Libanon, waar hij zendingspredikant werd in de National Evangelical Church (NEC) in Beiroet. Tot 2008 was hij actief binnen het Philemonproject, een samenwerkingsverband tussen de GZB en de NEC dat zich richt op kerkplanting, pastoraat en diaconaat onder migranten en vluchtelingen in de Libanese samenleving. Daarnaast werd hij in 2006 als docent theologie in deeltijd verbonden aan de NEST. In 2003 trouwde Van Saane met Rima Nasrallah, eveneens actief in het Philemonproject. Het stel kwam in 2008 naar Nederland, waar Wilbert tot 2014 werkte als stafmedewerker bij de Nederlandse Zendingsraad. In 2014 werden zij door Interserve uitgezonden naar Libanon. Kerk in Actie en de GZB ondersteunen de uitzending mede. Rima werkt sindsdien als docent praktische theologie aan de NEST en Wilbert is studentenpastor aan de Armeens-christelijke Haigazian Universiteit. Vorig jaar promoveerde Rima aan de Protestantse Theologische Universiteit in Amsterdam op het proefschrift ”Bewegend en mengend. De fluïde liturgische levens van antiocheens-orthodoxe en maronitische vrouwen in de protestantse kerken in Libanon”.


serie 
Kerk in Libanon

Dit is het tweede deel in een serie over het leven van christenen in Libanon. Donderdag deel 3.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer