Kledingvoorschriften voor school „niet zo raar”
DELFT. Naveltruitjes, te korte broeken en rokjes zijn op het Delftse Stanislas College taboe. Etiquettedeskundige Lilian Woltering uit Laren vindt het „niet zo raar” dat een school kledingvoorschriften heeft. „Een school is nu eenmaal geen strand.”
De Delftse scholengemeenschap heeft het gehad met leerlingen die er bloot bij lopen. Maandag kwam een recent aan ouders verstuurde brief in de openbaarheid. Daarin staat dat de school „bij leerlingen en medewerkers geen te korte broeken/rokjes en te korte truitjes wil zien zoals deze worden gedragen op het strand of bij het uitgaan.” Zo nodig worden de leerlingen naar huis gestuurd „om gepastere kleding aan te trekken.” Uit protest tegen de brief zouden leerlingen dinsdag in korte broekjes en naveltruitjes naar school gaan.
Etiquettedeskundige Lilian Woltering (47) uit Laren, bij Hilversum, kan begrip opbrengen voor de kledingvoorschriften. „Ik vind het niet raar dat een school kledingvoorschriften heeft. De achterliggende gedachte kan zijn dat leerlingen niet worden afgeleid door andermans kleding, maar zich kunnen concentreren op de les. Er moeten grenzen zijn. Een school is nu eenmaal geen strand of disco. Kinderen kunnen niet in bikini naar school gaan.”
Het stellen van kledingregels op scholen ligt „gevoelig”, stelt ze. „Je moet oppassen om iemands persoonlijke levenssfeer te beïnvloeden. We zijn in Nederland zó gewend om te doen wat we willen. Ik zou als school in kledingregels geen uitdrukkingen als „aanstootgevende of sexy kleding” gebruiken. Woorden als ”nette kleding” kunnen al moeilijk liggen. Ik vind dat de helft van de ouders er niet netjes bij loopt. Waar ligt de grens? Wel zou een school kunnen schrijven: „Wij willen dat uw kinderen er niet bloot bij lopen en staan geen naveltruitjes en extreem korte broekjes toe.”
In het buitenland gaat het er op kledinggebied soms anders aan toe, merkt Woltering, moeder van twee dochters van 8 en 10 jaar. „Ik kom net uit Dubai. Daar dragen scholieren verplicht een uniform. Daar kun je van alles van vinden, maar zo’n regel voorkomt wel toestanden over naveltruitjes en korte rokjes. Ik zou het prima vinden als in Nederland enkele scholen een uniform zouden invoeren. Al zou ik mijn dochters niet op zo’n school doen.”
De christelijke scholengemeenschap Groene Hart Rijnwoude in Hazerswoude kwam in 2013 in het nieuws vanwege protest van de schoolleiding tegen schaars geklede leerlingen. „Naast ons school zit een zwembad”, aldus directeur A. L. Hol dinsdagmorgen. „Leerlingen trokken ’s ochtends naar school al de kleding aan die ze ’s middags op weg naar het zwembad zouden dragen. We spraken de jongeren daarop aan: „Trek gepaste kleding naar school aan.” Dat aanspreken van de leerlingen is goed gevallen.”
De school stelt geen kledingregels op schrift, zegt Hol. „Als je dat doet, is het voor pubers een uitdaging regels te overtreden. Als een docent een leerling met een naveltruitje ziet, zal die leraar zich achter de oren krabben. Die docent moet dan in overleg gaan met de directie.” Een paar weken geleden werd een jongen aan zijn jasje getrokken. „Hij droeg een trui met een extreemrechtse tekst. We hebben zijn ouders gemeld dat we dat kledingstuk niet gepast vonden.”
Het ministerie van Onderwijs stelde in 2005 een ”Leidraad kleding op scholen” op. Die vermeldt dat een school „in principe vrij is” kledingvoorschriften voor te schrijven. Die mogen „niet discriminerend” zijn en de „vrijheid van meningsuiting niet aantasten.”
Een school mag leerlingen niet verbieden om een hoofddoek of een keppeltje te dragen. Zo’n verbod is in strijd met de gelijke behandelingswetgeving. Een uitzondering geldt bijzonder onderwijs. Bijzondere scholen mogen kledingeisen stellen als „die nodig zijn voor de verwezenlijking van de grondslag.” „Een katholieke of protestants-christelijke school mag leerlingen of docenten verbieden een hoofddoek te dragen.”