APELDOORN. De Duitse bondskanselier Merkel kan het sinds vrijdag nog bij weinig mensen goed doen. Ze gaf Justitie toestemming om de komiek Jan Böhmermann te vervolgen. Maar veel mensen vinden dat Merkel hiermee zelf voor rechter speelt.
Afwachten tot alle neuzen dezelfde kant uit staan, wat Merkel meestal doet, was vrijdag voor haar niet mogelijk. De zaak stond immers onder grote druk.
De Turkse president Erdogan had een aanklacht ingediend tegen Böhmermann. Dit was niet zozeer een juridisch feit, maar een politieke daad die deel was van de Europese vluchtelingencrisis. En op de achtergrond speelt de kritiek op het optreden van Turkije tegen kritische media in eigen land.
In de meeste reacties werd Merkels besluit daarom neergezet als een knieval voor de Turkse president. Maar haar medestanders zeggen juist dat ze de zaak legt bij wie deze het best past, namelijk bij de onafhankelijke rechter.
In de Duitse wet is het zo geregeld dat de regering toestemming moet geven tot strafrechtelijk onderzoek als een buitenlands staatshoofd een aanklacht vanwege belediging indient. Zo’n regeling brengt de regering en de rechterlijke macht natuurlijk wel heel dicht bij elkaar en het is nauwelijks denkbaar dat de politiek in zulke situaties schone handen houdt. De Duitse regering wil dit strafartikel daarom ook schrappen.
Rond de regeringstafel is vrijdag hard gestreden om tot een besluit te komen. De SPD-ministers toonden wel begrip voor het standpunt van de CDU/CSU-collega’s, maar stemden toch tegen. Satire is niet altijd leuk en soms zelfs onsmakelijk, maar de vrijheid van meningsuiting staat daar toch boven, aldus de SPD-bewindslieden na de vergadering.
Van de critici zegt vrijwel niemand dat Erdogan geen reden heeft om beledigd te zijn. In grofheid is het gedicht van Böhmermann –dat slechts enkele regels telt– waarschijnlijk moeilijk te overtreffen. In het satirische stuk is de bewering dat de Turkse president naar kinderporno kijkt nog zo’n beetje de lichtste beschuldiging.
De verdedigers van Böhmermann zeggen echter dat kunstenaars het recht hebben anderen te beledigen, en dat de komiek daarom steun verdient. Daarmee komt deze kwestie te staan in het rijtje van de Deense Mohammed-cartoons en de aanslagen op het Franse blad Charlie Hebdo.
Merkel heeft nu het woord aan de Duitse rechter gegeven. Die mag zeggen of dit recht op belediging inderdaad bestaat.