Antiquaar G. Kool: „Je vindt geen kwartjes meer tussen de centen”
EDERVEEN. Boeken koop je niet als geldbelegging, maar om ze te lezen. Voor antiquaar G. Kool staat de inhoud van de oude schrijvers die hij verhandelt voorop. Hoofdschuddend: „Soms neuzen mensen met witte handschoenen tussen de boeken.”
Kool (Leerdam, 1951) verkoopt sinds 1961 boeken. In 1972 opende hij een winkel in Veenendaal; sinds 1995 is zijn antiquariaat in Ederveen gevestigd. Zijn dochter runt de bijbehorende boekwinkel. „Maar het antiquariaat vormt de hoofdzaak, daar ligt mijn hart.”
Govert Kool groeide op in „een keurig, net socialistisch nest.” Zijn ouders deden aan God noch gebod, maar Kool is er de man niet naar om af te geven op zijn opvoeding. Dat hij toch een kerk vanbinnen zag, had een „wonderlijke” oorzaak. „Ik was negen toen ik op een zaterdagavond met mijn broer naar de kermis ging. De draaimolen ging zó hard dat ik het doodsbenauwd kreeg en een geopende afgrond zag. Vanaf die tijd ging ik naar de kerk.”
Via de kerk leerde Kool het echtpaar De Groot kennen, die hem de oude druk leerden lezen. „Daar heb ik in mijn latere leven veel profijt van gehad.” Niet veel later bracht hij voor A. de Redelijkheid, hervormd voorganger in Ouderkerk aan den IJssel, zijn eerste boekje aan de man. „Hij vroeg me om ”Gods knechten en hun Zaad” te verkopen, een rouwpredikatie over Psalm 102:19 en 29. Ik was toen tien jaar. In de jaren daarna heb ik heel wat door de Bommelerwaard en de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden rondgefietst, onder meer voor boekhandel Romijn en van der Hoff in Gorinchem.”
Er is verschil tussen boekhandelaars en boekverkopers, legt Kool uit. „Een handelaar wil alleen maar geld aan boeken verdienen. Een verkoper weet wat hij verkoopt. Ik heb het voorrecht gehad dat ik goede leermeesters heb gehad als het gaat om oude boeken. Albert Schreurs uit Oosterwolde, bijvoorbeeld. Dat was een echte boekenkenner. Zelfs zijn bedstede had hij volgestopt met oude schrijvers. Maar ook van de predikanten J. van der Haar en P. J. Dorsman heb ik veel opgestoken. Met ds. Van der Haar heb ik in de jaren tachtig veel bibliotheken in Engeland, Duitsland en Zwitserland bezocht. Boeken moet je leren kennen. Daarom is het belangrijk om een bibliotheek met naslagwerken op te bouwen.”
Met de komst van internet is er veel veranderd, merkt ook Kool. „Internet is onmisbaar voor de verkoop, ik maak er ook gebruik van.” Hij klopt op de antieke Bijbel die voor hem op het bureau ligt. „Deze Bijbel uit 1580 kocht ik op een veiling. Voor mijn klanten maak ik altijd een nauwkeurige beschrijving van de boeken dit ik aanbied. Naast mijn speurtocht op internet ontdekte ik in diverse oude naslagwerken dat het ging om een heel zeldzame Bijbel, de zogenoemde Dordtse druk van de Deux-aesbijbel.” Tegelijk is internet de grootste concurrent van de antiquaar, ervaart Kool. „Mensen weten vaak heel goed wat een boek waard is. Dat zoeken ze via internet wel op, al kijken ze vooral naar de prijs en niet naar de druk en de kwaliteit van het boek. Je vindt geen kwartjes meer tussen de centen.”
Lukt het nog om het hoofd boven water te houden? Kool haalt de schouders op. Hij kan rondkomen. „Het doorsneeboek daalt in prijs. Vorig jaar heb ik 18 ton boeken weggedaan, als oud papier voor de gehandicaptenzorg. Goede, zeldzame werken houden hun waarde. Belangrijk is dat je je specialiseert. Het is geen kunst om je magazijn vol boeken te zetten. Het aantal boekenverzamelaars neemt wel sterk af, de laatste jaren. Echte kenners zijn er ook steeds minder. Je schrikt weleens als je de bibliotheken van predikanten ziet. Je treft er vaak nauwelijks nog oude schrijvers aan. In het algemeen neemt de belezenheid af. Men leest korte aantrekkelijke stukjes in plaats van goede werken. Uitgevers spelen daarop in door theologische boeken de verknippen of te hertalen. Maar ik geloof niet dat mensen zo bij de oorspronkelijke werken terechtkomen. Anderzijds merk ik dat jongeren soms weer naar de oude druk grijpen.”
Of er veel wordt gesjoemeld in de branche? Kool kent de verhalen wel van boekhandelaren die oude, zieke mensen bezoeken om op dubieuze wijze waardevolle werken te bemachtigen. Maar hij denkt dat het over het geheel genomen meevalt. Zelf probeert hij naar eer en geweten zaken te doen. „Je snijdt jezelf in de vingers als je niet eerlijk bent. Je zult mij niet zien in bejaardenhuizen of op begrafenissen om een slag te slaan. Ik koop alleen boeken als ze me worden aangeboden. Dat is mijn erecode. Soms benadeel ik mezelf op die manier, ja.”
1961 – Govert Kool verkoopt zijn eerste boekje, een preek van A. de Redelijkheid.
1966-1970 – Kool werkt bij uitgeverij De Banier in Utrecht op de afdeling verkoop en verzending. In zijn vrije tijd gaat hij als boekverkoper op pad.
1970-1972 – Kool trekt met een auto vol boeken door het hele land.
1972 – Kool begint als zelfstandig boekverkoper in Veenendaal.
1995 – Antiquariaat Kool verhuist naar Ederveen.
Gespecialiseerd in Bijbels, theologie en geschiedenis uit de zestiende tot de negentiende eeuw.
Dit is het vierde deel van een serie over theologische antiquariaten. Vandaag Kool Boeken in Ederveen. Volgende week woensdag deel 5.