UTRECHT. Het donderdag gepresenteerde adviesrapport van de commissie-Schnabel zorgt voor een broodnodige, vernieuwende kijk op de ”klaar-met-leven”-problematiek, vindt onderzoekster Els van Wijngaarden.
Met het werk van de commissie-Schnabel is lang niet iedereen content. Progressieve lobbygroepen voor een ruimere euthanasiewet noemen het donderdag verschenen rapport van de adviescommissie „conservatief” en spreken van een flinke stap terug.
Onterecht, reageert Els van Wijngaarden, onderzoeker aan de Universiteit voor Humanistiek en docent ethiek aan de Christelijke Hogeschool Windesheim te Zwolle. „De commissie benadrukt terecht dat euthanasie in Nederland sinds een paar jaar steeds ruimer wordt toegepast. Zodanig dat ook ouderen die klaar zijn met leven en kampen met een optelsom van ouderdomskwalen ervoor in aanmerking kunnen komen. Dat blijft ook zo. Wat je daar inhoudelijk ook van vindt, feit is dat een wetsverruiming voor deze categorie burgers zo bekeken inderdaad niet nodig is.”
Verwacht u dat de roep om hulp bij zelfdoding te reguleren door dit rapport verstomt?
„Eerlijk gezegd niet. Pleidooien daarvoor zijn voor een belangrijk deel afkomstig van mensen die bang zijn om in een situatie van afhankelijkheid te komen. Het ligt in de rede om te veronderstellen dat deze groep burgers blijft vragen om de garantie, de verzekering dat ze rond hun levenseinde niet op zichzelf teruggeworpen hoeven te zijn.”
U bracht als een van de eerste wetenschappers in kaart wat de onderliggende motivatie is van levensmoede ouderen die uit het leven willen stappen. Wat heeft deze groep aan dit rapport?
„Deze mensen voelen zich vaak eenzaam en uitgerangeerd. Ook uit ons eigen onderzoek blijkt dat dit waarschijnlijk voor een deel samenhangt met de negatieve manier waarop in de samenleving soms tegen ouderen en de ouderdom wordt aangekeken.
Dit rapport zegt: Laten we geen stappen nemen die deze negatieve beeldvorming alleen maar verder versterken. Maak werk van een maatschappelijke herwaardering voor de ouderdom en investeer in zingeving en spiritualiteit.
Let wel, aanbevelingen als deze zijn behoorlijk abstract. Het maken van een concrete vertaalslag is nodig. Het is tegelijk ook goed om te bedenken dat je mensen niet kunt dwingen tot zinervaring. We moeten niet doen of alles oplosbaar is.”
Wat is samengevat de meerwaarde van dit rapport?
„De ”voltooid-leven”-problematiek wordt vaak gezien als een juridisch vraagstuk dat alleen wetstechnisch valt op te lossen. Ik vind dat de commissie dat beeld knap heeft weten te kantelen. Haar boodschap is eigenlijk: voltooid leven is ook ons probleem. Laten we daarom breed in de samenleving kijken wat we eraan kunnen doen.”