DEN HAAG. Nederland gooit het roer om in de strijd tegen Islamitische Staat. De Koninklijke Luchtmacht komt waarschijnlijk binnenkort ook in actie boven Syrië. „Een moeilijke en spannende missie.”
Nederland maakt sinds september 2014 deel uit van de coalitie van 63 landen tegen het kalifaat. Het eerste jaar met zes F-16’s (plus twee reserve), op dit moment nog met vier jachtvliegtuigen (plus twee reserve). Nederland opereert vanaf de luchtmachtbasis Azrak in Jordanië.
Nederland breidt de acties tegen IS –sinds de PvdA-omslag van gisteren– waarschijnlijk binnenkort al uit naar Syrië. Het kabinet neemt mogelijk vrijdag al een besluit. „Een logische stap”, verklaart Peter Wijninga, defensiespecialist bij het Haags Centrum voor Strategische Studies (HCSS). „IS moet je overal bestrijden, niet alleen boven Irak. Anders blijft het dweilen met de kraan open.”
Groot kwaad
Ook voormalig commandant der strijdkrachten Dick Berlijn vindt het wel een goede zaak dat Nederland in actie komt in Syrië. „Hoe groter de druk, hoe sneller we van IS af zijn. Niemand zit op dit kwaad te wachten.”
Een Nederlands besluit om de bombardementen uit te breiden naar Syrië is van militaire en van politieke betekenis, zegt Wijninga, oud-luchtmachtofficier. „Het is vooral van belang om tegenover de buitenwereld de eensgezindheid van de coalitie te demonstreren. Een belangrijk signaal voor Assad, voor de Russen én voor IS.” Bovendien betekent uitbreiding van het Nederlandse mandaat een steuntje in de rug van de VS.
De Nederlandse bijdrage met een handvol F-16’s doet er wel degelijk toe in de strijd tegen het kalifaat. De luchtmacht heeft sinds eind 2014 ruim 700 missies uitgevoerd, waarbij 1100 keer bommen zijn gegooid of het boordkanon is gebruikt. „Wij doen verwonderlijk genoeg meer dan de Britten en de Fransen. Nederland is met een beperkt aantal mensen en vliegtuigen ongekend efficiënt en effectief in het uitvoeren van bombardementen.” De VS weten volgens de defensiespecialist „heel goed” welke kwaliteit Nederland in de strijd gooit. „Nederlandse inzet betekent een grote kans op succes.”
Nederland levert, na de VS, de grootste bijdrage aan de internationale coalitie qua wapeninzet. Bij uitbreiding van de missie naar Syrië blijft het totaalaantal Nederlandse luchtaanvallen waarschijnlijk gelijk. Het westerse hoofdkwartier in Qatar verdeelt de inzet van de jachtvliegtuigen straks over Irak en Syrië.
Complex
De Nederlandse vliegers wacht boven Syrië een spannende en moeilijke missie, zegt oud-jachtvlieger Berlijn, van 2005 tot 2008 de hoogste baas van de krijgsmacht. „De vliegers zijn zeer ervaren en weten waar ze aan beginnen. Ik heb ook zeer veel vertrouwen in deze missie, maar een extra dreigingsfactor maakt het wel moeilijk en spannend.”
De F-16’s zijn volgens Berlijn niet beschermd tegen de allernieuwste grond- en luchtraketten die het Syrische leger gebruikt. „Deze raketten zijn niet op de radar te zien. De huidige toestellen zijn daar niet op aan te passen. Het gevaar zal vooral komen van IS, maar het kan zijn dat het Syrische leger per ongeluk een raket richting de F-16’s afvuurt. Zo’n raket kan ook in handen komen van IS. Dit is een extra complexe factor bij deze missie.”
Volgens Berlijn hoeft dit geen onoverkomelijk probleem te zijn. De vliegers zijn hiervan op de hoogte en zijn hierop getraind. „Nederlandse vliegers kunnen bovendien extra bescherming krijgen van bijvoorbeeld Britse en Amerikaanse jagers.”
Defensie-expert Wijninga maakt zich niet direct zorgen over de dreiging vanuit Syrië voor de Nederlandse vliegers. „De internationale coalitie bombardeert IS boven Syrië, maar treedt niet op tegen de Syrische troepen. Assad heeft er daarom geen enkel belang bij westerse toestellen aan te vallen.”
Verder hebben de VS en Rusland deconflicterende afspraken gemaakt. „Dat werkt goed.” Nederland kan daarop meeliften, verzekert Wijninga. „Door de open lijnen tussen Russen en Amerikanen verwacht ik geen problemen.” Bovendien is Rusland sinds de internationale opschudding over de ramp met vlucht MH17 extra voorzichtig, schat hij in.
Het definitief uitschakelen van IS kan uiteindelijk alleen met de inzet van grondtroepen. Wijninga verwacht echter geen westerse manschappen op Syrische grond, afgezien van de inzet van ”special forces”. „Syrische troepen zullen uiteindelijk zelf grondgebied moeten veroveren.”