„Allahoe akbar!”, klinkt het op contio van Gereformeerde Bond
UTRECHT. „Allahoe akbar! God is groter! Wie zegt daar amen op? Ik wel. Maar dan in bepaalde zin. Wij beleden die grootheid van God al voordat moslims dat deden.”
Aan het woord was donderdagmiddag prof. dr. J. A. B. Jongeneel, emeritus hoogleraar missiologie aan de Universiteit Utrecht. Hij sprak op de tweede dag van de predikantencontio van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland over ”Moslims liefhebben! – De islam haten?”.
De emeritus hoogleraar begon zijn lezing met een vergelijking tussen drie godsdiensten die zending bedrijven: het christendom, het boeddhisme en de islam. Hij toonde aan dat er goede reden is de eerste twee tegenover de islam te stellen. Begonnen christendom en boeddhisme vreedzaam, Mohammed begon in Medina met een oorlog. Terwijl de volgelingen van Jezus en Boeddha zich gemakkelijk aanpasten aan andere culturen en talen, „bidden in het Duits of in het Swahili staat gelijk aan bidden in het Grieks”, ontbrak dat in de islam. „Moslims moeten bidden in het Arabisch.”
Belangrijk noemde prof. Jongeneel het onderscheid tussen ‘-ismen’ en ‘-isten’, geloofssystemen en aanhangers van een godsdienst. Sinds het einde van de negentiende eeuw is de blik vaker gericht geweest op de -isten, stelde hij. „In de afgelopen decennia zijn oecumenische en evangelische christenen gaan beseffen, dat -isten en -ismen onderscheiden moeten worden, maar niet géscheiden kunnen worden.” Het is daarom zaak dat de ”scylla” en de ”charibdis” vermeden worden. „De scylla is zending bedrijven zonder levende mensen te zien, de charibdis is goede relaties opbouwen met andersgelovigen zonder het Evangelie te bedienen.”
Is Allah dezelfde als onze God?, vroeg een predikant uit de zaal. Prof. Jongeneel, die negen jaar in Indonesië werkzaam was: „Alle Indonesische christenen bidden tot Allah. Ze roepen God daarbij echter tegelijk aan als Vader, iets wat moslims niet kennen. En ze eindigen hun gebed met: „Dit bidden wij U in Jezus’ Naam.” Als je dat niet doet als christen, heb je je geloof verloochend.”
Moeten we bang zijn voor de moslims die in groten getale naar het Westen komen? „Niemand kan de gevolgen over honderd jaar overzien. Wij hebben als christenen een vrijheid in Christus die er niet is in de islam. Het eindoordeel is in handen van Jezus Christus. ”Allahoe akbar” betekent: Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden.”
John Owen
Tijdens het ochtendprogramma sprak dr. M. Klaassen, hervormd predikant te Arnemuiden, over ”Een ‘oud perspectief’. John Owen over rechtvaardiging en unio cum Christo”. Dr. Klaassen noemde het verbond de sleutel waarmee Owen de vermeende tweedeling tussen rechtvaardiging en het deel hebben aan Christus wordt overbrugd. Ook constateert hij dat Owen de vernieuwing bij een gelovige positiever waardeerde dan Calvijn.
De laatste dag van de contio werd geopend door ds. J. A. W. Verhoeven uit Leerdam. De tweede voorzitter van de Gereformeerde Bond las Psalm 100 en mediteerde over ”Dien de Heere met blijdschap”.
„De Heere wil dat wij Hem dienen met blijdschap. Als er had gestaan: „Dien de Heere met ernst”, dan had ik er misschien minder moeite mee gehad.” Blijdschap is een vrucht van de Heilige Geest. Het gaat in het Nieuwe Testament ook vaak gepaard met lijden om Christus wil.
Verder onderstreepte ds. Verhoeven het belang van liturgie die gedenken en verwachten inhoudt. Hij stelde geleerd te hebben met „een soort hardnekkigheid” naar de kerk te gaan. „Tegen de zure zwartgalligheid in tóch hopen. Tegen de omstandigheden in tóch de zegen ontvangen. Tegen mijn eigen zonde in tóch dienen.”