Comité: Convenant heeft geen kerkelijke status
Het convenant van de hervormde classis Alblasserdam heeft geen kerkelijke status. Dit schrijft het Comité tot behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk in een persbericht. „Daarom lost het de principiële nood niet op.”
De classis Alblasserdam trad een jaar geleden met een zogenaamd convenant naar buiten. Binnen en buiten deze classis zijn er gemeenten die zich aan dit document hebben verbonden. Daarmee spreken ze uit binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) te blijven staan op het fundament van Schrift en belijdenis. Tegelijkertijd proberen ze op deze wijze de plaatselijke kerkelijke eenheid te bewaren.
In een recente brief van het synodebestuur aan het moderamen van de classis Alblasserdam, die tijdens de laatste hervormde synode werd bekendgemaakt, staat dat het synodemoderamen „de keus die gemeenten voor het convenant hebben gemaakt, positief wil duiden.” Het classisbestuur heeft inmiddels verheugd gereageerd op dit antwoord van het synodebestuur. Het moderamen van de classis zegt blij te zijn dat het convenant nu een kerkelijke status heeft en dat het synodebestuur bij de goedkeuring ervan geen voorwaarden vooraf heeft gesteld.
Het Comité echter vindt dat het convenant geen kerkelijke status heeft. Het verwijst hierbij naar besprekingen die in het verleden zijn gevoerd binnen de commissie-Stelwagen, de zogenaamde antibreukcommissie. Toen heeft het moderamen volgens het Comité een- en andermaal benadrukt dat het convenant meerdere elementen bevat die strijdig zijn met de kerkorde van de PKN. „Vandaar dat het moderamen het noodzakelijk achtte om een eigen ”verklaring” aan de kerk aan te bieden waarvan de bepalingen wel strookten met de aangenomen kerkorde en ordinanties.”
Het persbericht van het Comité wijst op een waarschuwing aan notarissen, die het moderamen recent heeft doen uitgaan. Daarin wijst het synodebestuur op ordinantie 4-4-2 van de PKN-kerkorde, waarin staat: „Bepalingen in regelingen van kerkelijke lichamen die in strijd zijn met hetgeen in de kerkorde en de ordinanties is bepaald, hebben geen kracht. Bepalingen die in strijd komen met hetgeen in de kerkorde of de ordinanties wordt bepaald, verliezen hun kracht.”
De gedachte dat het convenant zaken regelt die bij kerkorde niet mogelijk zijn, is dus een illusie, stelt het Comité. „Dat betekent dat een gemeente die onder het convenant tot de PKN toetreedt, rechtens zowel wat de grondslag als wat de beginselen betreft toch valt onder de kerkorde van de PKN, of ze het nu wil of niet.” Volgens het Comité betekent dit dat rechtens ook voor de convenant-gemeenten de Konkordie van Leuenberg en de Barmer Thesen van kracht blijven. „Het is binnen de PKN nu eenmaal niet mogelijk om uitsluitend te staan op de bodem van Schrift en de gereformeerde belijdenis”, aldus het persbericht.
„De brief van het moderamen heeft het convenant niet kerkelijk goedgekeurd”, meent het Comité. „De synode is daarom ook niet gevraagd het convenant in een officieel besluit te bekrachtigen.”