Binnenland

Veluwse evangelist met Bijbelkraam naar de Bijlmer

Hij staat al vijftien jaar maandelijks met een Bijbel­kraam in de Bijlmer. In die tijd zag evangelist Jan-Dirk Liefting de Amster­damse wijk ten goede veranderen. Te midden van talloze evangelische en pinkster­gemeenten is er volgens hem ruimte voor een kerk met een gereformeerde prediking.

Michiel Bakker

17 December 2015 07:26Gewijzigd op 16 November 2020 00:07
Evangelist Jan-Dirk Liefting in gesprek met bewoners van de Amsterdamse Bijlmer. beeld Stichting Evangelisatie Sjofar
Evangelist Jan-Dirk Liefting in gesprek met bewoners van de Amsterdamse Bijlmer. beeld Stichting Evangelisatie Sjofar

Liefting (48) neemt plaats aan de tafel in de woonkamer van zijn vrijstaande huis in Lunteren. De recente artikelen in deze krant over christenen in de Bijlmer liggen binnen handbereik. De evangelist, lid van de plaatselijke hersteld hervormde gemeente en oprichter van Stichting Evangelisatie Sjofar, las ze met meer dan gemiddelde belangstelling. Al vijftien jaar doet hij met een groep vrijwilligers maandelijks evangelisatiewerk in het Amsterdamse stadsdeel.

Hoe is uw betrokkenheid op de Bijlmer ontstaan?

„In het jaar 2000 ging ik met een grote groep christenen evangeliseren in Amsterdam ten tijde van het Europees kampioenschap voetbal. Bij het Bijbelhuis Bij Simon de Looier, de evangelisatiepost van de Gereformeerde Gemeenten in de hoofdstad, kwamen we in contact met een autochtone Nederlander die tot geloof was gekomen en daar de diensten bezocht. Hij woonde in de Bijlmer en zei: Waarom gaan jullie niet in mijn wijk evangeliseren? Daar komt zo veel ongeloof en bijgeloof voor.

Deze broeder –hij is inmiddels overleden– woonde boven het winkelcentrum Amsterdamse Poort. Hij vertelde dat daar elk weekend, als de winkels gesloten waren, mensen werden neergeschoten of neergestoken. We zijn daar toen naartoe gegaan met een bus en een Bijbelkraam. Vanuit de groep christenen waarmee we dat deden, is later de Stichting Evangelisatie Sjofar ontstaan. Al vijftien jaar komen we minimaal één dag per maand in de Bijlmer. Daarnaast evangeliseren we in diverse andere steden, zoals Arnhem, Hilversum en Den Bosch, en bij grote evenementen.”

Wat typeert de Bijlmer?

„Het leven in de Bijlmer speelt zich voor een belangrijk deel op straat af. Dat past bij de Antilliaanse en de Surinaamse cultuur die in deze wijk sterk is vertegenwoordigd. Tegen de middag wordt het druk op straat. Er is veel openheid om over het geloof te praten, los van wát mensen geloven. Ongeveer 25 procent van de Bijlmer­bevolking schijnt christen te zijn en naar een kerk te gaan. Dat is niet meer dan in Ede of Veenendaal, maar voor een grote stad is het een hoog percentage. Mensen hebben ook veel vrijmoedigheid om van hun geloof te getuigen.”

Welke reacties levert uw werk op?

„Dat is heel divers. Behalve een groep christenen wonen er mensen van andere religies: moslims, boeddhisten, hindoes. We worden vaak hartelijk begroet door medechristenen. Dat maakt het werk er prettig. Maar we proberen de gesprekken met broeders en zusters wat te beperken. Ons doel is aan niet-christenen het Evangelie te brengen. Veel mensen staan open voor een gesprek.”

Welke ontwikkeling zag u de afgelopen vijftien jaar in de wijk?

„Toen we er begonnen, was de Bijlmer een wijk met veel grijze betonmassa’s. Dat is enorm veranderd. Veel oude flats zijn tegen de vlakte gegaan en hebben plaatsgemaakt voor mooie nieuwe woonwijken. Er zijn parken en wandel- en fietspaden aangelegd. In het begin was er veel overlast van drugsgebruikers en daklozen. Dat is tot bijna nul gereduceerd. Dit heeft te maken met het beleid van het stadsdeel en de rol van kerken die opvang en hulp bieden, soms in samenwerking met de overheid.

De samenstelling van de wijk is behoorlijk veranderd. Hij bevat tegenwoordig naast sociale huurwoningen gebieden met duurdere koophuizen. Sommige flats worden nu voor een groot deel bevolkt door yuppen die uit andere delen van Amsterdam komen, hoofdzakelijk atheïsten. Zij zullen de komende jaren een grotere doelgroep in het evangelisatie­werk worden.”

De Bijlmer telt meer dan honderd kerken. Waarom gaat u ervan uit de Veluwe evangeliseren?

„Er zijn inderdaad veel kerken en van de vrijmoedigheid van christenen in de Bijlmer kunnen we iets leren. Tegelijk wonen er duizenden mensen die het Evangelie níét kennen. Bovendien zijn veel uitingen van het christelijk geloof er wat eenzijdig. Er wordt vooral gesproken in de trant van: God is liefde, je moet Christus aan­nemen, Hij is je Vriend.

Ook het welvaartsevangelie kom je er sterk tegen: geloof in God en het gaat je goed. Bijna maande­lijks ontmoeten we mensen die zijn afgeknapt op gedachtegoed zoals: wanneer je niet wordt genezen, geloof je niet genoeg in God. Mensen zeggen dan nog wel te geloven, maar niet meer naar een kerk te gaan. Ik vind het mooi dat wij in de Bijlmer de rijkdom die we vanuit de Reformatie en de Nadere Reformatie hebben ontvangen, kunnen uitdelen.

In onze kraam liggen altijd enkele Bijbels met psalmen, liturgische formulieren en gereformeerde belijdenisgeschriften. Daarvan hebben de mensen hier nog nooit gehoord. Ik heb weleens met iemand bij de kraam zondag 1 uit de Heidelbergse Catechismus gelezen, over de enige troost in leven en sterven. Die man reageerde verrast: Wow, halleluja, amen!”

Waar verwijst u mensen heen als ze naar een kerk willen?

„Dat is heel lastig. Regelmatig krijgen we de vraag: waar komen jullie op zondag samen? We proberen mensen dan in contact te brengen met christenen in hun omgeving. Er zijn één of meer degelijke baptistengemeenten in de buurt, maar daar houdt het wel mee op. Het werkt niet om mensen naar Bij Simon de Looier te verwijzen. Hun leven speelt zich af in de Bijlmer en als ze naar een kerk gaan, moet dat niet verder dan één of twee metrostations bij hen vandaan zijn.

Vanuit Sjofar zeggen we: Er is in de Bijlmer ruimte voor een gemeente met een gereformeerde prediking. Het is mijn verlangen dat die er komt. Het zou mooi zijn als reformatorische christenen daarin samen optrekken met mensen uit de Bijlmer met verschillende culturele achtergronden die verdieping zoeken in het Woord, maar geen behoefte hebben aan heftige muziek. Het moet daarbij om de hele Bijbel gaan. Voor sommige christenen blijkt het Oude Testament nauwelijks bekend.

We hebben de vraag om in de Bijlmer te gaan evangeliseren neergelegd bij de Hersteld Hervormde Kerk. De commissie evangelisatie doet daar nu onderzoek naar, in samenwerking met de classis Midden. Ik hoop dat het wordt opgepakt. Zodra er in de Bijlmer een reformatorische kerk komt die het evangelisatiewerk overneemt, trekken we ons als stichting terug.”

Wat viel u op in de serie interviews met christenen uit de Bijlmer?

„Er worden goede initiatieven ontwikkeld, zoals hulp en huiswerkbegeleiding voor jongeren, vanuit de pinkstergemeenten. Prachtig! Tegelijk bestaat het gevaar dat de nadruk zo sterk op sociale activiteiten komt te liggen dat de kern van het Evangelie naar de achtergrond verdwijnt.

Het initiatief van het protestantse Kleiklooster vind ik ook erg mooi. Het viel me wel op dat op de foto in de kapel alleen blanke mensen te zien waren. Het lijkt me belangrijk om bij zo’n initiatief juist ook christenen uit andere culturen in de kerngroep te hebben.

Verrassend vond ik het te lezen dat her en der enkele reforma­torische christenen in de Bijlmer wonen, zoals studenten van de CSFR. De artikelen bevestigden mij in de gedachte dat er in dit deel van Amsterdam behoefte is aan een gemeente met een gereformeerde achtergrond.”

Zou u zelf in de Bijlmer willen wonen?

„Vijftien jaar geleden zou ik nee hebben gezegd, maar nu zou ik dat wel zien zitten, al is het praktisch gezien op dit moment lastig. Gezinnen uit de gereformeerde gezindte kunnen er prima wonen. Er is bijvoorbeeld een evangelische basisschool in de wijk waar je je kinderen goed naartoe kunt sturen. En er wonen veel hartelijke mensen met wie je goede gesprekken kunt voeren. Van alle plaatsen waar we nu evangelisatiewerk doen, zou ik het liefst in de Bijlmer wonen.”


serie
Christenen in de Bijlmer

Dit is het slot van een serie artikelen.



Bijlmerkerk biedt „warmte en hulp”

„Amsterdam-Zuidoost telt duizenden bewoners die niet in Nederland zijn geboren. Kerken bieden hun warmte, een plek, haast een familie, waar mensen door het geloof worden verbonden. Ook helpen zij deze inwoners om succes­vol hun weg te vinden in onze samenleving.” Dat zegt Muriël Dalgliesh (60), voorzitter van de bestuurscommissie Zuidoost, met als speciaal aandachtsgebied Bijlmer-Centrum.

De PvdA’er is geboren in Suriname en woont sinds 1975 in Neder­land. Ze zegt als bestuurder regelmatig contact te hebben met „bewoners, 
ondernemers en organisaties in het stadsdeel, waar­onder ook kerken. Zuidoost 
–Bijlmermeer, Gaasperdam en Driemond– telt zeer veel kerken, waaronder tientallen Afrikaanse. Zij nodigen ons regelmatig uit om te komen kijken hoe ze hun rol in de samenleving invullen.”

Dalgliesh noemt het „fantastisch om te zien hoe kerken naast de diensten bewoners ondersteunen met taallessen en opvoedings­programma’s. De saamhorigheid en onbaat­zuchtige inzet voor de samenleving vind ik hartverwarmend. De kerken zijn voor een deel ook onze ogen en oren in de buurten. Zij zien vaak waar we als gemeente een extra stapje moeten zetten.”

De voorzitter noemt als voorbeeld problemen rond armoede. „Armoedebe­leid hoort tot de taken van de gemeente Amsterdam, niet van het stadsdeel. Vanwege signalen uit onder meer kerken zijn we in 2007 als stadsdeel toch begonnen voorlichting te geven, waarbij we mensen wijzen op de voorzieningen die er zijn. Ook zijn we bijvoorbeeld budgetterings­lessen gestart, evenals fietslessen, want je ziet vaak dat bij mensen in financiële moeilijkheden ook de gezondheid slecht is.”

Aanbevelingen voor de kerken in de Bijlmer heeft Dalgliesh, die sinds 1988 in het stadsdeel woont, niet. „Ik zou dat niet passend vinden vanuit mijn functie.” Ze is zelf geen lid van een kerk, maar bezoekt „vooral op de feestdagen” in de Wi Eegi Kerki de diensten van de evangelische broeder­gemeente in Zuidoost. Dalgliesh zegt dat het geloof haar in het dagelijks leven houvast geeft. „Mijn werk als voorzitter van het stadsdeel is leuk, maar vergt soms ook veel. Elke dag vraag ik voordat ik naar kantoor ga de Heer om kracht, wijsheid en geduld.”


Zie ook:

Koopman in gratis goud – interview met Jan-Dirk Liefting (Terdege, 11-12-2013)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer