Bijlmerbewoner als enige blanke te gast op Surinaamse bruiloft
AMSTERDAM. „We krijgen een aardappeleter in de flat”, zei haar Surinaamse buurman toen Nelly Hotting drie jaar geleden haar woning in de Bijlmer betrok. „Als blanke ben ik hier in de minderheid.”
Op het afgesproken tijdstip staat Hotting (35) in de deuropening van haar woning op de zesde verdieping van een flat aan de Bijlmerdreef. „Ga maar naar binnen en zoek een plek. Ik ben nog even in gesprek”, zegt ze, waarna ze haar praatje met een monteur vervolgt. Ze heeft de man zojuist een kop koffie aangeboden.
„We hadden het over de invloed van sociale media en over het islamitische Suikerfeest”, vertelt Hotting als ze even later koffie schenkt in de woonkamer. De docent aardrijkskunde op het Driestar College in Leiden gaat gemakkelijk contacten aan met mensen die op haar pad komen. Dat kreeg ze van huis uit mee.
„Ik ben opgegroeid op een boerderij in Wieringerwerf, in de kop van Noord-Holland. Mijn ouders waren hartelijk voor iedereen en nodigden gemakkelijk mensen uit om koffie te drinken of mee te eten. Als meisje van een jaar of tien zag ik mijn vader op het land praten met een gekleurde man. Later overlegde hij even met m’n moeder en daarna gaf hij die man onze Engelse Bijbel.”
Antikraak
Sinds drie jaar woont Hotting in de Bijlmer. Eerder werkte ze op de reformatorische basisschool De Akker in Amstelveen. Ze woonde antikraak in Ouderkerk aan de Amstel, waar ze lid is van de christelijke gereformeerde kerk. Toen haar woning gesloopt zou worden, ging ze op zoek naar een betaalbaar alternatief.
„Ik kom niet in aanmerking voor sociale huur en woningen in de vrije sector zijn vaak behoorlijk prijzig”, zegt Hotting. Ze bekeek onder meer een woning in Leiden. „Er woonden in die buurt veel Marokkanen die op straat rondhingen. Ik voelde me daar niet prettig en dacht: Hier ga ik niet wonen.”
In de Bijlmer ervoer Hotting geen enkele aarzeling. „Deze buurt trok me altijd al. Vanuit Ouderkerk deed ik soms boodschappen in Amsterdamse Poort, een winkelcentrum in de Bijlmer. De mengelmoes van culturen in deze wijk spreekt me aan.”
Hennepkwekerij
Toen ze zich inschreef voor een betaalbare flat aan de Bijlmerdreef waren er acht gegadigden voor haar. „Ik dacht: als God wil dat ik dit huis krijg, dan zal het gebeuren. Na vier weken, toen ik er niet meer op rekende dat ik aan de beurt zou komen, werd ik gebeld door de woningstichting. Iedereen voor mij was afgevallen. Ik zag er Gods leiding in dat ik deze woning kreeg.”
Ze zegt zich in de Bijlmer nooit onveilig te hebben gevoeld, „ook niet als ik weleens ’s avonds laat of ’s nachts thuiskom.” Soms heeft er in de directe woonomgeving een incident plaats. „Onlangs is iets verderop een hennepkwekerij opgerold. En in een grote flat als deze kom je weleens iemand tegen die dronken is. Op de markt heb ik ook weleens een vechtpartij gezien. Maar ik denk dat dit soort zaken hier niet meer voorkomt dan in andere steden.”
In haar flat wonen veel Surinamers, Ghanezen, Nigerianen en Antillianen. „Verder zijn er wat Aziaten en nogal wat gemengde koppels, zoals een Nederlander die met een Maleisische vrouw is getrouwd. Boven mij woont een Brit. Hij was verbaasd toen hij zag dat ik op een middag het RD uit de brievenbus haalde. „Is dat een religieuze krant?” vroeg hij geïnteresseerd. Als we weer tegelijk bij de postbussen staan, kijkt hij altijd even wat er op de voorpagina van mijn krant staat.”
Hotting merkte al snel dat ze niet de enige christen in de buurt is. Op zondag ziet ze regelmatig Afrikaanse en Antilliaanse mensen met een Bijbel onder hun arm naar een kerk in de buurt lopen. „En als ik ’s ochtends thuiskom uit de kerk, zie ik mijn Surinaamse benedenbuurvrouw met een hoed op naar haar gemeente lopen. Blanke kerkgangers kom ik nooit tegen.”
Vrijmoedig
Soms ontstaat er op straat zomaar een gesprek over het geloof. „Afrikanen zijn daar vrijmoedig in. Toen ik een keer wat liep te peinzen, sprak een Afrikaan me aan en zei: „Gaat het goed? Ken je de Heere Jezus al?” Ik was wat overrompeld en zei: „Ja, jij ook?” „Voor alles is genezing te vinden bij de Heer”, ging hij verder. Waarop ik zei: „Ja, maar je krijgt niet altijd wat je wilt.” Daarna hadden we een heel gesprek over de Bijbel.”
Een andere keer ontmoette Hotting een Nigeriaan die in Londen in het bankwezen had gewerkt. „Hij vertelde dat hij daar de Bijbel was gaan lezen en de Heere Jezus leerde kennen. Daarna stopte hij radicaal met roken en drinken. Mooi hè? Zo heeft ieder z’n eigen verhaal.”
Hotting kan uren praten over haar veelkleurige contacten. Over de Ethiopische vrouw die in haar land om haar geloof werd vervolgd. Of over de Surinaamse schoonmaker die ze via haar werk leerde kennen. In de loop der jaren kreeg ze enkele kennissen uit het Zuid-Amerikaanse land, met wie ze soms eet. Ze woonde de bruiloft bij van een dochter van een Surinaamse vriendin. „Ik was de enige blanke op het feest. Het viel me pas op toen ik achteraf de foto’s bekeek.”
Bijzonder vindt ze ook het verhaal van de eigenaar van een kinderboerderij in de wijk. „Die zei tegen mij: „Ik kan hier op zondag nooit iets organiseren, want dan zeggen alle kinderen uit de buurt: Dan gaan we naar de kerk.” Waar vind je dat nog?”
serie Christenen in de Bijlmer
Dit is de achtste aflevering van een serie.