Enquête: Kerkdeur moet open op koopzondag
Kerken moeten hun deuren openzetten tijdens de openingstijden van winkels op zondag. Dat vindt driekwart van de deelnemers aan een enquête over de kerken en zondagsopenstellingen van winkels. Over de vraag welke activiteiten de kerk op zulke zondagen zou moeten ontplooien, wordt verschillend gedacht.
Het onderzoek is de afgelopen weken uitgevoerd door christelijk opinieblad De Nieuwe Koers in samenwerking met het Reformatorisch Dagblad, het Nederlands Dagblad en de Evangelische Omroep. De resultaten zijn donderdag openbaar gemaakt. In totaal deden 1027 mee.
Een duidelijke meerderheid van de deelnemers is voor het organiseren van activiteiten door kerken op koopzondagen. Zo is ruim 66 procent van de ondervraagden het eens of zeer eens met de stelling ”Het is een goede zaak als kerken een speciaal programma (bijvoorbeeld een dienst, een viering of een moment van bezinning) organiseren tijdens de openstelling van hun kerk op koopzondag”. Een nog groter percentage (ruim 77) is voorstander van het open zetten van de kerkdeuren op koopzondagen, slechts 3,7 procent is het daar volstrekt niet mee eens.
De belangrijkste argumenten om een kerk open te stellen vinden de ondervraagden: een ultieme kans om een doelgroep te bereiken die anders niet in de kerk komt (27,5 procent), het bieden van een plaats van rust (16,8), en gastvrijheid tonen als kerk (16,5). Bijna 20 procent vindt al deze en andere argumenten vóór openstelling allemaal even belangrijk.
Argumenten tégen openstelling krijgen niet veel bijval. Ruim de helft van de geënquêteerden vindt geen van de argumenten belangrijk genoeg om de kerk dicht te laten. Wel vindt een op de vijf dat de kerk op zondag al open is en dat mensen die geïnteresseerd zijn tijden de reguliere openingstijden er terecht kunnen. Een op de tien noemt als argument dat de kerk zich door openstelling of activiteiten aanpast „aan de grillen van het koopzondagbeleid.”
Kerkdiensten verplaatsen vanwege de koopzondag vindt bijna 80 procent geen optie. Wel vindt 57 van deze groep het een goed plan om de deuren van de kerk tussen de diensten als de winkeliers actief zijn open te zetten. Ruim 10 procent is wél voor verplaatsing van de kerktijden zodat het winkelend publiek kan aanschuiven. Bijna 10 procent „zit helemaal niet te wachten op het winkelend publiek” en wil helemaal geen verandering.
Meer dan de helft van de ondervraagden vindt dat de kerk ook op zondagen dat de winkels dicht zijn open moet zijn voor bezoekers.
Als de kerk op koopzondagen de deuren openzet, is het bieden van de mogelijkheid tot gesprek met een gemeentelid, pastor of voorganger de beste invulling daarvan, vindt 78 procent van de onderzoekdeelnemers. Als tweede wordt het bieden van stilte genoemd (51 procent). Andere goede vormen om de openstelling in te vullen zijn volgens het onderzoek: samenzang (38 procent), uitvoering van liturgische of klassieke muziek (33), Schriftlezing (27), rondleiding door het gebouw (21). Een reguliere dienst scoort hierbij ook nog 18 procent en een preek 15.
Activiteiten die de ondervraagden „absoluut onwenselijk” vinden voor een zondagse openstelling zijn de avondmaalsviering (60 procent) en doopsbediening (53). Bij deze vraag wordt de preek (25) en ook een reguliere dienst (21) vaak genoemd als onwenselijk. Ook het lezen van wet of geloofsbelijdenis wordt door 24 procent als niet wenselijk gezien.
Is het de missionaire taak van kerken op koopzondagen het winkelend publiek te bereiken, luidde een andere vraag. Ruim 55 procent vindt van wel, bijna 30 procent vindt van niet of absoluut niet. Over de stelling ”Een kerk die de dicht zit op een koopzondag is niet missionair” zijn de ondervraagden verdeeld van mening. Datzelfde geldt voor de reacties op de vraag of de toenemende zondagsopenstelling van winkels een kans is voor de kerk: 43 procent vindt van wel, 21 procent zit het als een bedreiging en 35 procent vindt geen van beide geldend.
De deelnemers zien de koopzondagen niet als bedreiging van de eredienst van kerken in het winkelgebied (bijna 60 procent), ruim 30 procent vindt dat wel. Een meerderheid van 58 procent vindt dat kerken zich bij de politiek moeten uitspreken tegen winkelopenstellingen op zondag als dat punt op de lokale politieke agenda staat.
Bijna 20 procent van de ondervraagden heeft overigens geen (religieus) bezwaar om zelf naar de winkel te gaan op zondag. Zestig procent doet dat niet dan alleen in noodgevallen als bijvoorbeeld medicijnen nodig zijn. Ruim 18 procent doet liever geen boodschap op zondag, maar gaat voor een vergeten boodschap wel op zondag naar de winkel.
Over de visies op de zondag als van God gegeven rustdag zijn diverse gedachten. Ruim 73 procent ziet de zondag als de geschonken rustdag, maar ruim 23 procent vindt dat (volstrekt) niet. Ruim de helft ziet de zondagsopenstelling als in strijd met het sabbatsgebod in de Tien Geboden; ruim 35 procent ziet dat (volsterkt) anders.
Bijna 55 procent vindt dat christenen elkaar rond het thema koopzondagen meer vrij moeten laten en er geen halszaak van moeten maken.
Nederland zou gebaat zijn bij het in acht nemen van de zondagsrust vinden vier van de vijf ondervraagden. Een meerderheid ziet het toenemend aantal koopzondagen als een gevolg van de secularisatie van Nederland.
Van de ruim 1000 deelnemers woont ruim 70 procent in de provincies Utrecht, Zuid-Holland en Gelderland. En 8,5 procent in Overijssel. Uit de andere provincies deden veel minder mensen mee.
Ruim 37 procent van de ondervraagden is lid van de Protestantse Kerk in Nederland, ruim 15 procent van de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt, bijna 7 procent van de Gereformeerde Gemeenten en ruim 6,6 procent van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Van de overige kerken lag het aantal deelnemers onder de 5 procent. Negentig procent van de ondervraagden is van huis uit gewoon de zondagsrust te handhaven.