De tunnels van kamp Mittelbau-Dora bleven onopgemerkt
Een bordje bij de ingang herinnert in drie talen aan „de slachtoffers van de aanvallen met ‘V-wapens’ op Antwerpen. Door de wapens die de gevangenen hier in de tunnels moesten fabriceren, kwamen van oktober 1944 tot maart 1945, in Antwerpen, meer dan 3500 mensen om het leven.”
Niet alleen Polen kent zijn ondergrondse tunnels – waarin al dan niet een goudtrein van de nazi’s verstopt zou zijn. In de Kohnstein, een berg nabij de Oost-Duitse stad Nordhausen, bevindt zich ook zo’n tunnelcomplex. Hier werden tussen 1943 en 1945, onopgemerkt door geallieerde bommenwerpers, de beruchte „Vergeltungswaffen” V1 en –met name– V2 geproduceerd.
Zeventig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog heeft het oord nog altijd iets huiveringwekkends. Links, tussen het gras, zijn de restanten van het treinstation te zien. De spoorrails ontbreken. Een stuk verderop is de ingang van voormalig concentratiekamp Mittelbau-Dora.
Jarenlang herinnerde weinig aan zowel kamp als tunnels. In 1947 blies de Sovjetbezettingsmacht de ingangen van het ondergrondse systeem op. In het DDR-tijdperk fungeerden eigenlijk alleen het crematoriumgebouw en enkele monumenten nog als gedenkplaats.
Anders werd dat na de Duitse eenwording. De belangstelling voor wat er in de oorlogsjaren was gebeurd, nam toe. Langzaam maar zeker werd kamp Mittelbau-Dora aan de vergetelheid ontrukt, en sinds 1995 is ook een deel van het tunnelsysteem weer toegankelijk.
Een déél, benadrukt de gids, terwijl hij de toegangsdeur opent. „Wat jullie straks te zien krijgen, is een klein gedeelte van hoofdtunnel A en drie verbindingstunnels die als onderkomen voor de gevangenen dienden.” Waarom niet méér? „Onbegonnen werk. Het complex is enorm omvangrijk. Een deel staat onder water, een deel is ook veel te onveilig. Om bezoekers toch een indruk te geven, is ervoor gekozen een klein gedeelte te ontsluiten.”
Daar is echter nóg een reden voor, zegt hij. „De omstandigheden waaronder de gevangenen werkten, zeker de eerste maanden, waren vreselijk. De kou, honger, het gebrek aan frisse lucht – erbarmelijk. Het is daarom niet uit te sluiten dat zich hier en daar nog lichamen van overledenen bevinden. Uit piëteit met deze slachtoffers willen we ook daarom niet verder gaan.”
Moordend
De ontwikkeling en bouw van het „raketwapen” A-4 (Aggregat-4, de eerste ballistische raket) had aanvankelijk plaats in Peenemünde, voor de Oostzeekust. Na een luchtaanval door de Britten, op 17/18 augustus 1943, besloten Adolf Hitler, zijn minister van Bewapening Albert Speer en SS-leider Heinrich Himmler de productie te verplaatsen naar de berg Kohnstein bij Nordhausen. De Wehrmacht beschikte hier al over een ondergronds brandstofdepot, dat nu verder uitgebouwd diende te worden ten behoeve van de „totale oorlog.”
Onder moordende omstandigheden gingen de dwangarbeiders aan het werk. Aan een van de wanden van de tunnel is een ets aangebracht, ”Schlafpritschen im Stollen”. Zó zag het er dus uit, eind 1943, begin 1944. Uitpuilende bedden, vierhoog, aan weerszijden van de tunnelbuis. Op de grond enkele olievaten die als latrine dienden.
Pas in het voorjaar 1944 werd ‘buiten’ een barakkenkamp ingericht. Het duurde nog tot juni ’44 voordat de laatste gevangenen hun onderaardse verblijf hadden verlaten. „Maar toen waren er al meer dan 5000 mensen om het leven gekomen.”
Ook een Nederlander, Albert van Dijk (1924), was hier tewerkgesteld. Hij noteerde: „De tunnels waren koud en vochtig en de lucht was sterk verpest door de persluchtboringen en dynamietontploffingen. Er was zo goed als geen hygiëne, omdat er geen water was. Als toilet dienden gehalveerde benzinevaten, waar zitelementen overheen waren gelegd. De gevangenen waren gebrekkig gekleed, kregen onvoldoende voedsel en rust en moesten lang op appel staan. De slaapomstandigheden waren ten hemel schreiend en de behandeling door de SS was meedogenloos.”
Bevrijding
In april trokken de Amerikaanse troepen Nordhausen binnen en bevrijdden zij ook Mittelbau-Dora en de daaraan verbonden kampen. De gids spaart hier zijn eigen vlees niet: „De Amerikanen dwongen de inwoners van Nordhausen in de kampen te komen kijken, om zo met eigen ogen te zien wat er gebeurd was. Het interesseerde het merendeel eigenlijk niet: „Wir haben es nicht gewusst.” Dat hun stad had geleden onder geallieerde bombardementen vonden ze veel erger.”
Von Braun
Weinig minder onthullend is echter wat de expositie in het kampmuseum vermeldt over dr. ing. Wernher von Braun, die aan de wieg stond van de V-wapens en ook in Mittelbau-Dora werkte. Hij gaf zich over aan de Amerikanen en emigreerde naar de Verenigde Staten. Daar wachtte hem een glansrijke carrière in het Amerikaanse ruimtevaartprogramma.
Nooit heeft The Rocket Man zich voor zijn daden hoeven verantwoorden.
Plattegrond barak zichtbaar gemaakt
Gedenkstätte (herinneringscentrum) Mittelbau-Dora probeert ook jongeren bij zijn activiteiten te betrekken. Zo had in augustus een internationaal zomerkamp plaats, dit jaar voor het eerst georganiseerd in samenwerking met Service Civil International (SCI). „Jongvolwassenen uit Duitsland, Japan, Kirgizië, Rusland, Servië, Spanje, Taiwan en Hongarije hebben samen de plattegrond van een voormalige barak weer zichtbaar gemaakt”, laat woordvoerster Nadine Jenke weten. Al eerder gebeurde zoiets, en er staan nog meer projecten op stapel. Bezoekers krijgen zo een steeds betere indruk van hoe het KZ er in de oorlogsjaren uitzag.
„Plaatsen van geweld” in Europa
Concentratiekamp (KZ) Mittelbau-Dora, dat in 1943 in het leven werd geroepen, vormde een onderkamp van Buchenwald, bij Weimar. Op zijn beurt bestond KZ Mittelbau uit zo’n veertig kleinere kampen. De grootste bevonden zich op de berg Kohnstein (Dora), in Ellrich (Juliushütte) en in de Boelckekazerne in Nordhausen.
Hoeveel kampen telde Hitlers Derde Rijk eigenlijk? Onderzoekers van het Holocaust Memorial Museum in Washington stellen de vraag anders: Hoeveel plaatsen van geweld (Duits: „Stätten der Gewalt”) telde het Derde Rijk? Zij komen dan uit op 42.500, zo maakten zij twee jaar geleden bekend – inclusief de getto’s en bordelen.
Tientallen jaren waren Oost- en West-Duitsland door een „Eiserne Vorhang”, een bijna 1400 kilometer lang IJzeren Gordijn, van elkaar gescheiden. Op 3 oktober 1990, deze maand een kwarteeuw geleden, herenigden de beide Duitslanden zich. In –onder andere– de deelstaten Hessen en Thüringen is er veel wat aan dit tijdvak in de Duitse geschiedenis herinnert. Maar de regio biedt nog meer, sterker: de (kerk)-historie ligt er bijna voor het oprapen. In een serie van zeven artikelen worden enkele interessante locaties voor het voetlicht gehaald. Vandaag deel 3.
Lees ook: