De vlucht van Oost-Duitser Große in 1982 lukte... bijna
”Halt! Hier Grenze” maande het bord. Heinz-Josef Große wist het, maar deed toch een póging de Duitse Democratische Republiek (DDR) te ontvluchten. Zijn poging lukte... bijna.
Een eenvoudig kruis van boomstammen op de linkerhelling –voormalig West-Duitsland– herinnert aan de plek waar Große het leven liet.
Grenspost Bad Sooden-Allendorf, 29 maart 1982. Met zijn shovel verricht de 34-jarige Oost-Duitser grondwerkzaamheden voor de bouw van een nieuwe observatietoren, BT11. Een groepje grenssoldaten passeert, en ze maken een praatje. Als de militairen weer verder zijn gelopen, ziet Große zijn kans schoon. Met zijn shovel rijdt hij het dal in waar zich de eigenlijke grens bevindt, een 3,20 meter hoog ijzeren hekwerk.
Het is tegen drieën als hij er aankomt. Große legt de bak van zijn graafwerktuig op de bovenrand van het hek, klimt in de bak – en bereikt de andere kant, het vrije West-Duitsland.
Op dat moment keert het groepje grenssoldaten terug. Ze zien de shovel staan en de bestuurder wegrennen. De militairen lossen twee waarschuwingsschoten, waarna ze gericht het vuur op hem openen, minstens negen schoten. Große wordt dodelijk getroffen, in een slagader.
Machteloos moeten douanebeambten aan de West-Duitse kant van de grens toekijken hoe Großes lichaam weer wordt ‘teruggehaald’: het wordt onder het hekwerk doorgeschoven en in een vrachtauto afgevoerd.
Groot is in de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) de verontwaardiging. Een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken laat weten „verontwaardigd en geschokt” te zijn door deze „de mensenrechten verachtende praxis” aan de grens tussen de beide Duitslanden. De burgemeester van Bad Sooden-Allendorf spreekt van een „ontzettende en gruwelijke daad”, een staat die zich democratisch noemt (de DDR) onwaardig.
Jaren later, in 1996, voert de rechtbank van Mühlhausen een reconstructie van de gebeurtenis uit. De beide –destijds 20 en 23 jaar oude– DDR-grenswachters die de dodelijke schoten losten, worden veroordeeld.
Große was maar een van de vele honderden Oost-Duitsers die hun vluchtpoging niet overleefden. Anno 2015 is zijn shovel opgesteld in grensmuseum Schifflersgrund bij Bad Sooden-Allendorf. ”Originalfluchtfahrzeug” staat er op het informatiebord: origineel vluchtvoertuig. Eronder een foto van de vrachtwagen waarmee zijn lichaam werd afgevoerd.
Open wond
Het is bijna niet voor te stellen dat nog maar (ruim) 25 jaar geleden Oost- en West-Duitsland door een vrijwel ondoordringbaar IJzeren Gordijn –de term is van Churchill– van elkaar waren gescheiden. Wie door de vroegere grensregio rijdt, wordt er echter regelmatig aan herinnerd. Door grote borden: ”Hier waren Duitsland en Europa tot 18 november 1989 om 6 uur gedeeld” (bij Wahlhausen). Door kleinere gedenkstenen. Maar ook door ”Gedenkstätten”, herinneringsplaatsen: voormalige grensposten onder meer. Museum Schifflersgrund is er een van; een ander ”grensmuseum” bevindt zich bij Geisa.
Een „open wond”, noemt de tentoonstelling in museum Schifflersgrund deze periode in de Duitse geschiedenis – waarvan de contouren al snel na de ineenstorting van Hitlers Derde Rijk zichtbaar werden. „Door heel Duitsland heen liep de moordende grens met prikkeldraad, versperringen en wachttorens. In de jaren zeventig werden de hindernissen bijna onoverwinnelijk.”
Die grens ging overal dwars doorheen. Vormde de rivier de Werra in de streek rond Bad Sooden-Allendorf nog een vrij natuurlijke grens, elders werd deze dwars door dorpen heengetrokken. Van de ene op andere dag waren vroegere buren voorgoed van elkaar gescheiden.
Genadeloos
Als motivatie gold altijd weer dat de inwoners van de Duitse Democratische Republiek –die deel uitmaakte van het Warschaupact– beschermd dienden te worden tegen de vijand, het kapitalistische Westen. Schrijnend laat de expositie in museum Haus auf der Grenze bij Geisa echter zien dat het SED-regime niet zozeer het Westen als wel de eigen burgers als vijand zag. ”Genadeloos”, luidt de tekst bij een foto van een wapensysteem dat aan het stalen hekwerk dat als grens fungeerde was bevestigd. Het wapen, een SM-70, „was aan de oostelijke kant van het hek bevestigd en vuurde in de richting van de DDR. Dit maakt duidelijk dat het SED-regime de mensen in het Oosten bedreigde en niet de „agressors” uit het Westen.”
De beide grensmusea laten iets voelen van de sfeer van dreiging en dood die Duitsland –en Europa– vele jaren beheerste. Tanks, helikopters, mijnen, de politieauto’s (Trabant), politiehonden: het was ernst.
Wat DDR-chef Erich Honecker betreft, was dat ook zo gebleven. Op 19 januari 1989, het jaar dus waarin het communistische rijk ineen zal storten, verzekert hij: „De Muur zal er blijven zolang de bepalingen niet veranderd worden die tot zijn oprichting hebben geleid. Hij zal nog vijftig en zelfs honderd jaar bestaan, als de daarvoor bestaande basis niet wordt weggenomen.”
In de herfst van 1989 neemt de druk op de SED-leiding echter enorm toe, zowel van buitenaf als van binnenuit. Sovjetleider Michael Gorbatsjov staat zijn onderdanen steeds meer vrijheden toe. Overal hebben demonstraties plaats. Ook in Geisa en omgeving gaan inwoners de straat op voor „vrijheid en democratie.” In de kerken verzamelen zij zich voor de „vredesgebeden.”
Op 9 november 1989 is de val van de Berlijnse Muur een feit. Negen dagen later scheurt op tal van plaatsen –waaronder Geisa– het IJzeren Gordijn. Een klein jaar later, op 3 oktober 1990, herenigen Oost- en West-Duitsland zich. Voor Heinz-Josef Große en vele anderen is dat te laat.
Observatiepost Point Alpha
Het was de meest vooruitgeschoven post van de Amerikanen –en de NAVO– in West-Duitsland: Point Alpha, bij Rasdorf. Áls de Koude Oorlog in een echte oorlog zou veranderen, lag het voor de hand dat de strijd hier zou beginnen.
Dag in, dag uit, vier decennia lang, sloegen de militairen van 14. Armored Cavalry Regiment vanuit Point Alpha de bewegingen van de DDR-grenstroepen gade. Je kunt je er zomaar een voorstelling bij maken, vanaf het platform van de observatietoren (foto). Rechts is de vroegere wachttoren aan de andere kant van het IJzeren Gordijn te zien; in de verte de stad Geisa.
Groot was het kamp niet: zo’n 40 soldaten hadden hier hun onderkomen; in crisissituaties kon dat aantal worden opgeschroefd tot 200. Om de vier tot zes weken werden de manschappen verwisseld, deels omdat de psychische druk groot was, deels ook vanuit de gedachte dat zo veel mogelijk militairen zich een beeld van de tegenstander dienden te vormen. Om deze reden bezochten dagelijks ook tal van hooggeplaatste personen –vooral Amerikanen– de post.
Point Alpha vormde een onderdeel van de ”Fulda Gap”, centrum van de NAVO-verdedigingslinie. Zouden de troepen van het Warschaupact tot de aanval overgaan –wat jarenlang een reële dreiging leek–, dan konden ze van hieruit binnen 48 uur tot aan de Rijn doorstoten. Hier, in dit relatief vlakke landschap, moesten ze zo lang mogelijk tegengehouden worden. Regelmatig hield de NAVO in deze regio dan ook oefeningen.
Op 31 maart 1990, enkele maanden na de val van de Berlijnse Muur, had de laatste Amerikaanse grenspatrouille bij Point Alpha plaats. Vanaf 1995 ontwikkelde de vroegere observatiepost zich tot „Gedenkstätte.”
www.pointalpha.com/gedenkstaette
Groene band
Al snel na het opengaan van de grens kwam de vraag op wat er met de –1400 kilometer lange– grensstrook moest gebeuren. Jarenlang had de natuur hier vrij ongestoord haar gang kunnen gaan. Daarop werd het natuurbeschermingsproject ”Groene Band” in het leven geroepen, met als doel de voormalige „doodsstrook” tot „levenslinie” te ontwikkelen.
Serie
Tientallen jaren waren Oost- en West-Duitsland door een „Eiserne Vorhang”, een bijna 1400 kilometer lang IJzeren Gordijn, van elkaar gescheiden. Op 3 oktober 1990, deze maand een kwarteeuw geleden, herenigden de beide Duitslanden zich. In –onder andere– de deelstaten Hessen en Thüringen is er nog veel wat aan dit tijdvak in de Duitse geschiedenis herinnert. Maar de regio biedt nog meer, sterker: de (kerk)historie ligt er bijna voor het oprapen. In een serie van zeven artikelen worden de komende weken enkele interessante locaties voor het voetlicht gehaald.