Binnenland
Met asielzoekers bidden om een status

AMERSFOORT. Wat doe je als een vluchteling je vraagt om te bidden voor een asielstatus, terwijl je weet dat de kans daarop klein is? Voor dergelijke dilemma’s kwam Jarieke van de Vliert (24) uit Vaassen te staan, tijdens haar stage bij stichting Gave.

25 September 2015 19:55Gewijzigd op 15 November 2020 22:05
Vrijwilliger Jarieke van de Vliert (l.) samen met een Iraanse vluchtelinge die zij regelmatig bezoekt in het asielzoekerscentrum in Amersfoort. beeld RD, Anton Dommerholt
Vrijwilliger Jarieke van de Vliert (l.) samen met een Iraanse vluchtelinge die zij regelmatig bezoekt in het asielzoekerscentrum in Amersfoort. beeld RD, Anton Dommerholt

Gave is een christelijke stichting die zich inzet voor vluchtelingen. Van de Vliert liep er afgelopen schooljaar stage voor haar studie godsdienst pastoraal werk aan de hogeschool Viaa in Zwolle. Ze bezocht wekelijks een aantal vluchtelingengezinnen in het asielzoekerscentrum in Amersfoort, een opvangplek voor uitgeprocedeerde asielzoekers­gezinnen. „Ik wil het Evangelie met hen delen en de liefde van God aan hen laten zien.”

Hoewel haar stage is afgelopen, bezoekt Van de Vliert de vluchte­lingen nog steeds één keer per maand. „Ik heb een band met hen opgebouwd en kon het niet over mijn hart verkrijgen om afscheid van hen te nemen. Dat voelt alsof ik hen alleen maar nodig had voor mijn stage.”

Ze komt regelmatig bij een Iraanse alleenstaande vrouw 
met een zoontje van vier en 
doet Bijbelstudie met haar. 
„De vrouw was moslima, maar 
is in Nederland tot geloof ge­komen. Ik lees met haar uit 
de Bijbel, vertel soms een ver-
haal en bid met haar.”

Ook gaat ze langs bij een christelijk Armeens gezin met drie kinderen. „Hun kans op een status is heel klein, maar ze willen niet terug. Ze geloven dat ze in Nederland iets moeten doen voor het Koninkrijk van God. Het echtpaar leeft in angst voor uitzetting.”

Depresssief

Tijdens haar stage had ze contact met een ander Armeens gezin. Van de ene op de andere dag hoorde ze echter niets meer van hen. „Hun kans op een status was nihil. Ze waren allebei depressief. Ik probeerde af en toe met de vrouw te gaan wandelen. De ene keer lukte dat, de andere keer kwamen we slechts tot het balkonhek. Toen ik op een dag kwam om hen te bezoeken, waren ze er niet meer. Waarschijnlijk zijn ze ondergedoken.”

Moeilijk aan het contact met vluchtelingen vindt Van de Vliert het feit dat ze weinig aan de situatie van de vluchtelingen kan veranderen. „Het enige wat ik doen, is luisteren en met hen bidden. Dat geeft soms een machteloos gevoel. De Armeniërs begrijpen niet dat ze niet kunnen blijven en dat ik niets voor hen kan doen.”

Een van de Armeense echtparen vroeg haar om te bidden voor een status. Van de Vliert stond voor een dilemma. „Menselijkerwijs is de kans daarop heel klein. Des­ondanks heb ik hun verlangens voor God neergelegd. Wel heb ik God gevraagd om geduld en wijsheid als de weg anders is.”

Tijdens de bezoeken loopt ze nogal eens tegen cultuurverschillen aan. „In ben, net als veel andere Nederlanders, erg gericht op resultaat. Toen ik een tijdje moest stoppen met Bijbelstudie met die Iraanse vrouw omdat ze niet lekker in haar vel zat, voelde ik me daar vervelend over. Ik had het idee dat het weinig nut meer had dat ik daar kwam. Gaandeweg leerde ik mijn hoge verwachtingen bij te stellen. Ook een bezoekje waarbij ik alleen maar luister, kan van grote waarde zijn.”

Wederkerigheid

Vluchtelingen stellen een praatje op prijs, is Van de Vlierts ervaring. „Asielzoekers mogen niet werken en zitten vaak hele dagen in het centrum. Bezoek zorgt voor afleiding. Wel is het van belang dat een bezoeker bereid is om te ontvangen van vluchtelingen. Anders kom je er slechts als hulpverlener. Die zien ze al genoeg.”

Het contact met de vluchtelingen ervaart Van de Vliert als verrijkend. „Toen die Iraanse vrouw hoorde dat ik jarig zou zijn, beloofde ze spontaan voor mij die dag te koken. Die wederkerigheid vind ik belangrijk. Ik wil voorkomen dat ik daar als hulpverlener zit en zij als ontvangende partij. Daarom probeerde ik ook bewust iets te delen van dingen die ik lastig vind, bijvoorbeeld in mijn studie.”

Over de huidige vluchtelingenstroom maakt de studente zich soms zorgen. „Ik heb het idee dat niemand de situatie echt meer in de hand heeft. Er is zo veel nood. Wie gaat dat oplossen? Tegelijkertijd geeft het rust dat God erboven staat. Hij weet ervan en het loopt Hem niet uit de hand.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer