Het is belangrijk om na te gaan met welke reden asielzoekers in Nederland aankloppen, denkt Steven Middelkoop, programmamanager bij organisatie Yona, die zich voor verantwoord internetgebruik inzet. „Op mijn naïeve momenten wil ik geloven dat elke vluchteling in volle oprechtheid zijn verhaal doet, maar de werkelijkheid is weleens anders.”
Moet Nederland uit oogpunt van christelijke barmhartigheid de grenzen meer openstellen om vluchtelingen op te vangen?
„Allereerst is het denk ik goed dat mensen maximaal worden opgevangen in regio waar ze vandaan komen. Daar sluiten hun cultuur en religie het meest op aan, wat kan helpen als hun leven verdergaat.
Anderzijds: als vluchtelingen werkelijk ontheemd zijn en voor onze deur staan, dan zie je dat de Bijbel maar één weg wijst. Jezus is daar in Mattheüs 25 helder over, als Hij spreekt over barmhartigheid, een beker koud water en omzien naar de enkeling. We mogen daarom niet wegkijken van het vluchtelingenprobleem, maar moeten onze verantwoordelijkheid nemen. Ook hebben we de opdracht hen met het Evangelie te dienen.
Ik denk dat we wel heel goed moeten na gaan waarom vluchtelingen hier naartoe komen. Is hun toekomst dermate in gevaar dat er in hun eigen land geen leven voor hen mogelijk is? Zo ja, dan moeten we hun alle barmhartigheid bewijzen. Zo niet, dan kunnen ze niet blijven.
Tegelijkertijd denk ik dat je hun motieven nooit helemaal helder krijgt. De vluchtelingenproblematiek blijft daarom een enorm complex vraagstuk.”
Wat doet u persoonlijk om vluchtelingen te helpen?
„Ik ben het afgelopen jaar voorzitter geweest van een achterbancommissie voor een medewerker bij Stichting Gave, Alies van Ark. Zij ondersteunt asielzoekers, met name christenen, in de juridische weg die ze moeten afleggen om in Nederland te kunnen blijven.
Wat me is opgevallen in dat jaar, is dat het ontwarren van fictie en werkelijkheid in vluchtverhalen heel lastig is. Op mijn naïeve momenten wil ik geloven dat elke vluchteling en elke bekeerling in volle oprechtheid zijn verhaal doet. De werkelijkheid is echter weleens anders.
Een afweging maken in de vluchtmotieven vraagt om wijsheid en kunnen we nooit honderd procent goed doen. Maar als ik zie wat Stichting Gave doet, wil ik daar graag aan meewerken. Met de nodige realiteitszin.
Vanuit de kerkelijke gemeente waar ik diaken ben, de hersteld hervormde kerk in Apeldoorn, verkennen we wat we vanuit diaconaal oogpunt voor de vluchtelingen kunnen betekenen. Ik zie mijn opdracht om wat voor asielzoekers te doen meer in zulke zin dan in actievere zin. Je moet toch woekeren met je tijd.
Ik ben heel kritisch over mensen die tegen asielzoekers zeggen: Kom maar bij ons slapen. Weet wel wat je zegt, denk ik dan. Gastvrijheid is goed en een Bijbelse opdracht. Maar houd wel de draagkracht van jezelf en je gezin voor ogen. Ook vraag ik me af of al die kleine, individuele initiatieven wel zinnig zijn. Het vluchtelingenvraagstuk is te complex om allemaal los van elkaar maar wat te gaan doen.
Ik denk wel dat elke christen een taak heeft om te helpen, hetzij via een gift of het actief participeren in de hulp. Ik zie ook dat veel mensen om mij heen die opdracht serieus nemen. Nu is dat in Apeldoorn natuurlijk makkelijker dan in een dorp dat geen asielzoekerscentrum in zijn achtertuin heeft.
Het is goed dat we als christen de vluchtelingen helpen, ook voor onszelf. Ga de confrontatie maar aan met mensen die een ander geloof aanhangen en uit een andere cultuur komen. Daar leren we van, heb ik ervaren. Het maakt je minder naïef, en ook barmhartiger.
Ook besef ik dat we allemaal asielzoekers zijn. Ons huis is als het goed is hierboven. Dat maakt dat je anders naar je medeburgers kijkt, uit welk land die ook komen.”
Dit is het laatste deel in een serie over meningen in de gereformeerde gezindte rond de vluchtelingenproblematiek.