Vluchtelingen, wordt het thema van de eerstvolgende bondsdag van de Bond van Vrouwenverenigingen van de Gereformeerde Gemeenten, zegt presidente A. Teerds-Gertenbach. Geen Nederlander kan om het onderwerp heen. „Wie weet wat God met deze mensen voorheeft.”
Voor Teerds stond de problematiek lang op de achtergrond. „Ik had er niet veel aandacht voor. Zo nu en dan las ik erover, maar het bleef een eind bij me vandaan staan. Er zijn altijd vluchtelingen geweest, net zoals er zo veel andere ellendige situaties zijn, (zeer) dichtbij en ver weg.”
Nu er zo’n grote stroom aan vluchtelingen is en er dagelijks verhalen over hen verschijnen, wordt het anders, zegt Teerds. „Niet alleen persoonlijk, maar ook in breder verband is er meer aandacht voor. Juist vorige week, tijdens de bestuursvergadering van onze vrouwenbond, spraken we erover. Het zal het thema zijn op onze bondsdag. Was ook niet de Heere Jezus al vluchteling, toen Hij Kind was en in eigen land vervolgd werd? We hopen aandacht te vragen voor de vluchtelingenproblematiek zoals we die nu via de media hebben leren kennen.”
Ondertussen staan de gedachten van de bondspresidente uit Hendrik-Ido-Ambacht niet stil. „Vluchteling zijn… hoe is dat? Stel dat ik moest vluchten? Alles achterlaten, bijna niets meer bezitten, een gevaarlijke reis ondernemen om een onbekende toekomst tegemoet te gaan. Wil je zover komen, dan moet je wel in grote nood zitten.
Die nood is er. Oorlog, vervolging, verwoesting… Maar ook de reis geeft meestal veel ellende. Hoe aangrijpend is het beeld van het jongetje op het strand, de vrachtwagen met dode lichamen, en zo veel meer. Dat maakte me wel wakker. Het zijn ménsen, het zijn kinderen, baby’s. Wat een angst, wat een leed!”
Maar dán de vraag hoe West-Europa ermee om moet gaan. „Moeten de grenzen meer opengesteld worden? Of moet de overheid een terughoudend beleid voeren? Ik weet daar geen sluitend antwoord op. Wie kan de gevolgen overzien? Het is zo complex en ingewikkeld. Er zit zo veel aan vast.
Ik hoop dat de overheid wijsheid krijgt om daarin goed te handelen, ook wat betreft de veiligheid. Want wat, als er zo veel buitenlanders voor kortere of langere tijd in ons land verblijven?
Ik sprak een jonge vrouw die zich angstig afvroeg of haar kinderen dan nog wel veilig waren. „Tussen al die vluchtelingen kunnen wel IS’ers en terroristen zijn, die onze scholen binnenvallen of een aanslag plegen op de kerk...” Hoe reëel is zo’n gedachte?”
Liefhebben als uzelf
„Eén ding staat voor mij wel vast: mensen in nood moeten geholpen worden”, zegt Teerds. „Dat is onze christenplicht. Wie belijdt een christen te zijn, moet ook christelijk handelen: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Daar zijn we zomaar niet meer klaar.
De kerk heeft een taak. „In samenwerking met professionele organisaties kan er hulp geboden worden. Ongetwijfeld wordt er ook gecollecteerd. Wellicht kunnen er Bijbels worden uitgedeeld. Wie weet wat God met deze vluchtelingen voorheeft? De uitbreiding van Zijn Koninkrijk? Hij regeert!”
serie Vluchtelingen
Dit is het zesde deel in een serie over meningen in de gereformeerde gezindte rond de vluchtelingenproblematiek.