Binnenland

De herder en zijn schapen in veelvoud

De schapen op de Vierhouter hei zoeken de schaduw van een grote den. Honderd jaar geleden trokken verschillende schilders naar de Veluwe om een dergelijk tafereel vast te leggen. Het Noord-Veluws Museum in Nunspeet heeft heel wat kudden bij elkaar gebracht.

José van der Meer

18 August 2015 08:29Gewijzigd op 15 November 2020 21:07
”Schaapskudde bij Laren”, door Anton Mauve. beeld Noord-Veluws Museum, Nunspeet
”Schaapskudde bij Laren”, door Anton Mauve. beeld Noord-Veluws Museum, Nunspeet

De Elspeter schaap­herder Willem Mouw (1883-1973) was een gelovig man. Hij kende ongetwijfeld het lied dat Vondel maakte naar aanleiding van Psalm 23: „D’Almachtige is mijn Herder en Geleide, wat is er dat mij schort? Hij weidt mij als een schaap in vette weide waar gras noch groen verdort.” Willem Mouw werd regelmatig door toeristen gefotografeerd. Het kwam voor dat hij hun het advies gaf: „Denk thuis eens aan de goede Herder.” Wanneer koningin Wilhelmina de Veluwse herder ontmoette als zij op de hei ging schilderen, ontstond nogal eens een diepgaand gesprek over zaken van het geloof. In 1961 verscheen er een publicatie van Wilhelmina getiteld ”De Heer’ is mijn Herder”. Bij haar begrafenis was Willem Mouw een van de dragers van de kist.

Op de expositie ”Schapenschilders. Van Mauve tot Van Vuren” in het Noord-Veluws Museum in Nunspeet is een schilderij te zien waarop de schaapherder uit Elspeet, geleund op zijn staf, tussen zijn schapen staat. De kunstenares, jonkvrouw Irma van Eysinga, portretteerde hem in 1920. Zij woonde in Elspeet, een dorp dat in die tijd veel schilders aantrok om er schapen op het doek te zetten. Het was Anton Mauve die deze trend zette. Deze schilder van de Haagse school was geboeid door het leven op het platte­land. Zijn heidelandschappen met schaapskudden waren zeer geliefd. Tot in Amerika toe was er grote belangstelling voor de schapenschilderijen. De vraag overtrof zelfs het aanbod, wat ertoe leidde dat er etsen van zijn werk werden gemaakt. Een etsplaat is meerdere keren af te drukken. Zo diende een aquarel van Mauve voor Willem Steelink als voorbeeld bij de totstandkoming van zijn ets ”Herder met schapen bij een stal”, op de tentoonstelling een bruikleen van het Teylers Museum in Haarlem. Vakmanschap ten top.

Mauve vond zijn inspiratie vooral op de Larense hei, maar ook in de omgeving van Elspeet. Meerdere werken van zijn hand zijn te zien op de tentoonstelling in Nunspeet. Prachtig, hoe het licht op de ruggen van de schapen valt wanneer ze op een zandpad op de heide lopen of op weg zijn naar de schaapskooi. Een schilderij of ets met komende schapen –die in de richting van de toeschouwer lopen– was meer gewild dan gaande schapen en was dan ook duurder.

Kunstenaarsdorp

In 1869 kreeg Nunspeet een station en werd het dorp bereikbaar per spoor. Een doorgaande trein naar Groningen bracht schilders uit het westen naar de Veluwe, en Nunspeet werd een kunstenaarsdorp, vertellen conservator Margot Jongedijk en directeur Erik Stotijn van het Noord-Veluws Museum. „De expositie hoort hier in Nunspeet, waar in de omgeving nog altijd schapen met hun herder rondtrekken”, stelt Jongedijk. „Kijk om je heen, is ons devies, en word je bewust van de schoonheid van de natuur.” En, vult Stotijn aan, „we vragen ook aandacht voor het behoud van schaapskuddes nu subsidies onder druk staan.” Een van de topstukken van de expositie is volgens Jongedijk een intiem schilderij van François Pieter Termeulen: op een bospad loopt een kudde schapen op je toe, bewaakt door de herdershond; op de achtergrond de herder en aan de rand van het pad, in de schaduw tussen de struiken, een paar verdwaalde schapen. Naast Termeulen behoren Willem Steelink jr. en Herman Johannes van der Weele tot de meest getalenteerde navolgers van Anton Mauve. Op de expositie hangt onder andere een sfeervolle aquarel van Steelink: ”Schapen bij een ven”. De lichte lucht, weerspiegeld in het water, geeft ruimte aan het geheel. Van der Weele schilderde, om een voorbeeld te noemen, een ooi met twee lammetjes. Geduldig laat het moederdier een van de twee drinken. En dit is wat de kunstenaars rond 1900 naar de Veluwe trok: de puurheid, de eenvoud en de ongereptheid van de natuur. Een van hen, Jan van Vuuren, vestigde zich in 1903 in Nunspeet en werd dé Veluwse landschapsschilder. Zijn ”Schaapskooi op de Veluwe” is representatief voor het landleven in die tijd. In Elspeet, bijvoorbeeld, waren er destijds elf schaaps­kuddes. De Engelse kunstenares Blanche Douglas Hamilton maakte er mooie schetsen van schapen­koppen.

Multiculti schaapskudde

In Nunspeet valt de wereld van de herder en zijn schapen te bezien door de ogen van schilders als Anton Mauve en zijn navolgers. De onbekendheid van die laatsten is na het zien van de expositie voorbij.

Een kleine hoek van de expositie is ingericht met werk van hedendaagse kunstenaars in verschillende disciplines. Zij geven hun visie op ”het schaap”, waarbij het experiment niet geschuwd wordt. Dromerige foto’s van schapen­wolken, maar ook een geboetseerde multiculti schaapskudde met koppen van klei en wollen vachten in verschillende kleuren. Op een sokkel een groepje schapen in brons, heel levensecht.

”Schapenschilders. Van Mauve tot 
Van Vuren” is tot 5 december te zien in 
het Noord-Veluws Museum, Nunspeet.



www.noord-veluws-museum.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer