De Akenaren redden de woningmarkt in Vaals
Van een crisis op de woningmarkt heeft Vaals niets gemerkt. Duitsers kopen veel vrijkomende woningen in de ”voorstad van Aken”. De middenstand dankt zijn omzet voor een fors deel aan de oosterburen. „Als zij vertrekken, hebben we een probleem.”
Aan de Maastrichterlaan in Vaals staat een vrachtwagen met Duits kenteken. Twee mannen zijn bezig een keuken te installeren in een vrijstaande woning, door Duitsers gekocht. Af en toe stopt er een auto met Duits kenteken om even bij de makelaar aan de overkant door de ruit te kijken.
„Van de 76 huizen die we vorig jaar hebben verkocht, zijn er zo’n 30 door Duitsers gekocht”, zegt makelaar Roy Bergs van WijzerWonen. De oorzaak: Nederlandse huizen zijn goedkoper dan de woningen net over de grens. „In Aken is momenteel een woningtekort”, zegt Bergs. „Een van de redenen is dat de Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule enorm groeit. Deze hogeschool trekt steeds meer studenten. Aken gaat nu aan de Nederlandse kant van de stad een nieuwe campus bouwen. Dat levert duizenden extra studenten en banen op.”
De Duitse docenten Winfried en Beate vertellen in een informatieboekje van de gemeente Vaals waarom ze over de grens zijn gaan wonen. „We zochten een huis met op zijn minst zes kamers en een tuin. Zo’n huis was in Duitse nieuwbouwwijken niet te betalen. De gunstige koopprijs in Vaals heeft ons doen besluiten in Nederland wat te kopen.” De gemeente Vaals verspreidt het Duitstalige informatieboekje in Aken en omgeving.
Ook WijzerWonen werft klanten over de grens. Bergs laat een Duitstalige folder zien van een huis dat precies bij de Duitse wensen past. Ook bij het opzetten van een nieuwbouwwijk in Vaals wordt rekening gehouden met de wensen van de eventuele Duitse kopers. „Een slaapkamer moet minimaal 10 vierkante meter tellen, terwijl Nederlanders met zo’n 6 vierkante meter wel tevreden zijn. Een huis met een badkamer zonder daglicht koopt een Duitser niet. En ze zijn gek op kelders.”
Een huis is volgens Bergs voor een Duitser geen statussymbool, terwijl dat voor Nederlanders wel zo is. „Een tussenwoning vindt een Duitser prima, als er maar genoeg ruimte in zit. Zijn statussymbool is de auto. Ze hebben vaak matig onderhouden huizen, maar in de garage staat wel de nieuwste Mercedes.”
De verschillen tussen Duitsers en Nederlanders leiden volgens Bergs in Vaals weleens tot wat irritatie. „Op zondag is het hier filerijden omdat er in Duitsland geen winkels open zijn en hier wel. Veel Duitsers komen hier winkelen en maken er gelijk een dagje uit van. Sommige inwoners van Vaals ergeren zich aan de verduitsing van hun dorp.”
Aan de andere kant kan Vaals ook niet meer zonder de Duitsers. „Als ze zouden vertrekken, hebben we wel een probleem. Ik weet bijvoorbeeld dat de omzet in de HEMA voor meer dan 40 procent uit Duitse portemonnees komt.”
De trek van Duitsers naar Vaals is van alle tijden, vertelt burgemeester Van Loo van de gemeente Vaals in zijn sfeervolle werkkamer. „Dit was ooit het kantoor van Johann Arnold von Clermont, een lutheraan uit Aken die hier een lakenfabriek startte. Als protestant voelde hij zich in het katholieke Aken aan alle kanten geknecht. In Vaals was een relatieve godsdienstvrijheid omdat het door Willem van Oranje in 1568 op de Spanjaarden was veroverd. Ook in de 17e eeuw bleef dit staatsgebied. Lutheranen tot aan Keulen kwamen naar Vaals.” Van Loo wijst door het raam naar buiten: „De lutherse kerk staat er nog steeds.”
De Duitse lakenfabrikanten zorgden ervoor dat Vaals het economisch centrum van Zuidoost-Limburg werd. Er was veel grensverkeer. In veel stambomen komen Duitse namen voor omdat er over en weer huwelijken werden gesloten. Van Loo: „Mijn grootmoeder groeide op in Wahlwiller, een Nederlands dorp 7 kilometer verderop. Ze leerde op de basisschool al Duits. En in de kerk werd zeker één keer per week een Duitse mis gehouden.”
Pas in de Eerste Wereldoorlog werd de grens een barrière. De Tweede Wereldoorlog zorgde voor nog meer afstand tot de Duitsers, niet alleen fysiek maar ook gevoelsmatig. „En in mijn persoonlijke analyse werd die afstand alleen maar groter toen Nederland in 1974 de finale van het wereldkampioenschap voetbal verloor van Duitsland. Je moet de invloed daarvan helaas niet onderschatten”, aldus Van Loo. „Een invloed die vaak nog wordt versterkt door de media die appelleren aan oude sentimenten.”
Anno 2015 is die weerstand tegen Duitsers volgens de burgemeester alleen nog onder enkele ouderen te vinden. „Het gros van de Vaalsenaren heeft er geen probleem mee dat ze bijvoorbeeld Duitse buren krijgen.”
Terwijl makelaar Bergs beweert dat de Duitsers die in Vaals wonen beperkt deelnemen aan het verenigingsleven en hun kinderen bij voorkeur naar Duitse scholen sturen, vindt de burgemeester juist dat de meeste Duitsers goed integreren in Vaals. „Ik kom net terug van een reis naar München met de harmonie en diverse koren uit Vaals. Zeven van de tien gesprekken heb ik in het Duits gevoerd, waarmee ik wil zeggen dat de Duitsers volop lid zijn van onze koren en verenigingen.”
Vaals heeft juist veel te danken aan de oosterburen, zegt Van Loo. „Hotels in deze omgeving draaien voor een belangrijk deel op Duitsers die hier congressen en bruiloften houden. Op de wekelijkse markt is het vaak steendruk vanwege de vele Akenaren die er hun inkopen komen doen.”
De gemeente werkt nu volop aan het aantrekkelijk maken van Vaals voor Duitse studenten. „In Aken studeren tussen de 45.000 en de 50.000 studenten. In Vaals wonen er maar een paar honderd. Terwijl de ov-verbindingen ontzettend goed zijn. Dus verspreiden we een brochure in Aken om aan te tonen dat Vaals een prima plek voor studenten is.”
Studenten brengen volgens Van Loo leven in de brouwerij. „Een café zal beter bezocht worden als er een wat studentikoze sfeer is. Daarnaast heeft Limburg de ambitie een toptechnologische regio te worden waar volop ruimte is voor technische talent. We zijn heel blij met Duitse afgestudeerden die hier in Vaals ruimte zoeken voor hun startende bedrijfje. We hopen dat ze in Limburg blijven en zo bijdragen aan de ontwikkeling van deze regio.”
Dit is het slot in een serie over wat er aan de andere kant van de grens te halen valt voor mensen uit grensregio’s.