Binnenland

„Studeren in Antwerpen raad ik iedereen aan”

Zo’n 7600 Nederlandse jongeren studeren bij de zuiderburen. Veel Zeeuwen en Brabanders kiezen voor een Vlaamse hogeschool of ”unief”. Vier studenten „op een studentenkot” bij Antwerpen zijn er positief over.

Gijsbert Wolvers
23 May 2015 18:54Gewijzigd op 15 November 2020 19:10
Elise Jacobse schept medestudenten Miriam Francke (l.), Rémon de Hoon en Andrina de Leeuw ”Leidse kots” op. Het studeren in Antwerpen bevalt de vier Nederlanders prima. Het is aanpoten, maar de studie is grondiger, en het wonen en studeren zijn goedkoper.
Elise Jacobse schept medestudenten Miriam Francke (l.), Rémon de Hoon en Andrina de Leeuw ”Leidse kots” op. Het studeren in Antwerpen bevalt de vier Nederlanders prima. Het is aanpoten, maar de studie is grondiger, en het wonen en studeren zijn goedkoper.

Het is gezellig in de keuken van het ”kot” boven het laboratorium van een tandtechnicus in het Antwerpse voorstadje Merksem. Elise Jacobse (20) uit ’s-Gravenpolder, eerstejaars verpleegkunde aan de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, heeft gekookt.

Na het gebed schept ze ook het eten op voor huisgenoten Andrina de Leeuw (21), eveneens uit ’s-Gravenpolder, derdejaars verpleegkunde en tweedejaars vroedkunde (verloskunde), en Rémon de Hoon (22) uit Breda, vierdejaars fysiotherapie en revalidatiewetenschappen aan de Universiteit van Antwerpen. Ook Miriam Francke (20) uit Waarde, tweedejaars vroedkunde, is aangeschoven voor de ”Leidse kots”, pasta met spekjes en spinazie, en cola.

Goedkoper

De studenten hebben diverse redenen om in Antwerpen te studeren. De kwaliteit van het onderwijs bijvoorbeeld. Miriam: „Met mijn vwo-diploma kon ik in België zonder selectie vooraf starten. Ook stond het Vlaamse onderwijssysteem mij wel aan.” Elise: „De opleiding tot verpleegkundige staat goed bekend.” Andrina, die eerst verpleegkunde in Vlissingen studeerde: „Die studie wilde ik combineren met verloskunde. In Nederland kon dat niet in vijf jaar, in België wel. Daarom ben ik naar Antwerpen gegaan.”

Voor Elise en Rémon speelde de loting in Nederland een rol. Elise, die eerder in Leiden studeerde, was te laat met inschrijven voor de loting en Rémon werd uitgeloot. Elise: „Antwerpen was een logische keuze. Het is vlakbij. Bovendien leek me ook heel tof om in Antwerpen mijn studententijd verder door te brengen.”

Alle vier de studenten noemen verder de veel lagere studie­kosten in België ten opzichte van Nederland. Elise: „Het collegegeld bedraagt hier 900 euro, tegen 1950 euro in Nederland.” Ook 
de huisvesting in Antwerpen is over het algemeen een stuk goedkoper dan in een willekeurige Nederlandse studentenstad. Rémon: „Veel studentenkotten kosten minder dan 300 euro. Ik betaal 260 euro per maand voor 13 vierkante meter.” Miriam: „Ik 300 voor 18 vierkante meter.” Elise en Andrina betalen 230 euro voor hun 8 vierkante meter boven de tandtechnicus.

Boodschappen

Het leven in België is daarentegen wel duur. Behoort Albert Heijn in Nederland tot de duurdere supermarkten, bij de zuiderburen is de keten veruit de goedkoopste. Andrina, Miriam en Rémon nemen dan ook hun boodschappen vanuit Nederland mee.

Er zijn volop verschillen tussen het Nederlandse en het Belgische onderwijssysteem. Bij Vlaamse studies is het harder aanpoten. Elise: „Op de hogeschool heb je les van 8.00 tot 17.00 uur. Daarnaast moet je nog studeren. De opleiding bevat meer theorie dan in Nederland.” Miriam vindt dat prettig. „Het is heel gedetailleerd, je krijgt een enorme theoretische ondergrond.”

Volgens Rémon is het studeren aan de universiteit relaxter. „Van 8.00 tot 15.00 uur. En nog een halfuur thuisstudie. Maar als er tentamens zijn, is het keihard blokken.” Miriam: „Dan zie je bijna geen student op straat.”

Ook op stage is het harder werken dan in Nederland. Andrina: „In Nederland duurt de stage 32 uur per week. In België 40 uur.”

De gezagsverhoudingen in Vlaanderen zijn anders. De afstand tussen docent en student, en tussen arts en stagiair is groter. Miriam: „In Nederland zegt de arts: Noem mij maar Jeroen. In België is de sociale afstand groot. De stagiairs eten apart van de artsen. Je bent meer een nummer.”

In het sociale verkeer zijn de Belgen minder direct dan hun noorderburen. Andrina: „Belgen zijn introverter dan Neder­landers. Als in Nederland je stage niet goed is gegaan, hoor je dat direct. De Belgen rapporteren dat niet rechtstreeks.” Rémon: „Docenten houden van onze open benadering. Met Nederlanders in de groep komt er altijd reactie op het college.”

Grappig vinden de Nederlandse studenten de taalverschillen, hoewel die in het begin soms verwarring opleverden. Andrina: „Op een kraamafdeling hoorde ik dat ik het ”boeleke” moest pakken. Dat bleek gewoon de baby te zijn.” Elise: „Mijn vriend zegt dat ik Vlaams begin te praten.”

De drie zorgstudentes noemen het positief dat ze lid zijn van de enige protestantse studenten­vereniging in Antwerpen, Ichtus. Hoewel het merendeel van de leden Nederlander is, zijn er ook volop Belgen. Als Miriam en Andrina een weekend overblijven in Antwerpen, kerken ze in een Nederlandse gemeenschap: de evangelisatiepost van de gereformeerde gemeente in Merksem.

Al met al vinden de vier studenten studeren in België een aanrader. Rémon: „Absoluut, ik kan het iedereen aanbevelen.” Met één kanttekening van Miriam: „De Belgische studie vroedkunde sluit iets minder goed aan op de Nederlandse praktijk, met haar thuisbevallingen.”

Reisstudent

Het kan ook anders. Bijna dagelijks rijdt Adriaan Jansen (21) uit Kruiningen per auto op en neer naar Antwerpen-Zuid. Dat duurt drie kwartier, bij files één uur.

Voor hem stond het van meet af aan vast dat hij in Antwerpen geneeskunde zou gaan studeren. „Het is dichtbij, zodat ik thuis kon blijven wonen. Dat vind ik fijn. Ook is de opleiding in België wat theoretischer dan in Nederland. Dat past bij mij.”

Het studeren bij de zuiderburen bevalt goed. „De Belgen zijn een vriendelijk volkje. De Neder­landers mengen zich goed. Ik maak deel uit van een vriendengroepje van tien studenten, vijf Neder­landers en vijf Belgen.”

De vierdejaarsstudent is lid van de door Nederlanders opgezette Antwerpse afdeling van de christelijke studentenvereniging CMF. „Ik bezoek ook enkele verjaar­dagen, lezingen en etentjes. Belangrijk, omdat ik als ‘autostudent’ anders minder goed contact krijg met mijn medestudenten.”


serie
Grensverkeer

Dit is het derde deel in een serie over wat er aan de andere kant van de grens te halen valt voor mensen uit grens­regio’s.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Grensverkeer

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer