Binnenland

Familie Kranenburg na 36 jaar ingeburgerd in het Duitse Barlo

Voor zijn kalverhandel verhuisde Gerard Kranenburg in 1979 naar het Duitse dorpje Barlo, net over de grens bij Aalten. Viehhandel Kranenburg is inmiddels een gerespecteerd bedrijf, maar „in de ogen van de Duitsers blijven we toch altijd „die Hollanders” uit Barlo.”

19 May 2015 21:08Gewijzigd op 15 November 2020 19:02
BARLO. Gerard Kranenburg en zijn dochter Francoise runnen net over de grens bij Aalten een kalverhandel. Als een boer in Nederland een kalf te koop aanbiedt, noemt hij als eerste de prijs die hij voor het dier wil hebben. Duitsers verwachten dat de koper
BARLO. Gerard Kranenburg en zijn dochter Francoise runnen net over de grens bij Aalten een kalverhandel. Als een boer in Nederland een kalf te koop aanbiedt, noemt hij als eerste de prijs die hij voor het dier wil hebben. Duitsers verwachten dat de koper

Vrijwel wekelijks rijdt Dina Kranenburg-van der Kamp (60) de 115 kilometer lange tocht van het Duitse Barlo naar haar geboorteplaats Uddel. „Mijn oude moeder woont er en veel familie.” Ook de gezinnen van haar vier zonen uit haar eerste huwelijk wonen allemaal in Nederland. „Ik probeer de verjaardagen zo veel mogelijk bij te houden, maar het is wel een hele rit iedere keer.”

De snelste route vanuit Nederland naar Barlo gaat via de A12 naar de grensovergang bij Zevenaar, dan zo’n 25 kilometer over de Autobahn en vervolgens nog zo’n afstand evenwijdig langs de Nederlandse grens naar Barlo. Af en toe is de bebouwing van Nederlandse plaatsen zoals Dinxperlo te zien. Aan de Duitse kant is het duidelijker rustiger en minder bebouwd.

Barlo is zelf ook het toonbeeld van rust. Ruim een kilometer buiten het dorp geeft een bord de bestemming aan. ”Kranenburg Viehhandel. Seit 1979 für Sie da!” Op het erf lossen twee werknemers kalveren uit een vrachtwagen. Links een kantoor waar twee dames aan het werk zijn.

„Vanaf dat ik van school kwam zat ik in de kalverhandel”, vertelt Gerard Kranenburg (80) in zijn woning achter het kantoor. „Ik kocht kalveren op markten zoals in Rotterdam, Den Bosch, Zwolle. Die moesten dan naar mijn zaak in Voorschoten om gekeurd te worden en daarna verkocht ik ze in Duitsland. Logistiek was dat niet echt handig.”

Geluk

Als Kranenburg net over de grens kalveren afleverde, vroeg hij weleens of er een boerderij te koop of te huur was. Dat was maar heel sporadisch het geval, maar in 1979 had hij geluk: er kwam een boerderij te huur in Barlo. Gerard en zijn toen 17-jarige dochter Françoise begonnen er een veehandel. Later kon de familie de boerderij kopen.

De Kranenburgs werden lid van de Duitse bond van veehandelaren en zochten adressen van kalverfokkers op in het telefoonboek om kalveren in te kopen. Vervolgens boden ze de dieren te koop aan in advertenties in het Wochenblat, vergelijkbaar met het agrarische tijdschrift Boerderij. Geïnteresseerden kwamen de kalveren bekijken en langzamerhand begon de handel te lopen. „Het vertrouwen van een Duitser heb je niet zomaar gewonnen”, zegt Gerard. „Maar door die Duitse punctualiteit zelf toe te passen kom je een heel eind. Dat betekent bijvoorbeeld dat je afspraken stipt nakomt.”

Op tijd zijn is daar een voorbeeld van, vult Françoise aan: „Nederlanders willen nog weleens iets later arriveren, maar Duitsers zijn vaak al een halfuur van tevoren aanwezig. Daar moet je echt rekening mee houden.”

Aan de Duitse manier van handelen moesten de Kranenburgs wennen. Gerard: „Als een boer in Nederland een kalf te koop aanbiedt, noemt hij als eerste de prijs die hij voor het dier wil hebben. Duitsers verwachten dat de koper als eerste een bod doet.”

Verschillen

Langzamerhand groeide het bedrijf en kwamen er werknemers in dienst. Zowel Duitse als Nederlandse. Françoise: „Er waren duidelijke verschillen. De Duitsers benaderen hun werk heel anders. Er een duidelijke hiërarchie: de chef is er echt de baas, ze verwachten duidelijke orders. Nederlanders zijn veel flexibeler, komen meer met eigen ideeën.”

De grens vormt op arbeidsrechtelijk gebied nog steeds een behoorlijke barrière. Als voorbeeld noemen de Kranenburgs de opbouw van het pensioen. Françoise: „Zodra je als Nederlander in Duitsland gaat werken, wordt dat gekort met 2 procent per jaar. Grote bouwbedrijven hebben dat inmiddels kunnen rechtzetten, maar voor kleinere bedrijven, zoals wij, is dat een heel gepuzzel.”

Buren

Ook bij het contact met de buren was het de eerste tijd puzzelen. „Gelukkig was er iemand die ons voorlichting gaf over Nachbarschaft. Buurman zijn houdt hier veel meer in dan alleen bij elkaar in de buurt wonen. Als je gevraagd wordt om iemands buurman te zijn, betekent dat ook dat je die persoon helpt en bijstaat tot in de dood. De buren helpen zelfs mee bij de begrafenis.

Als je hier een huis koopt, wordt verwacht dat je de buren van de vorige bewoner ‘overneemt’. Je moet dan ook een kennismakingsavond organiseren.

Er zijn veel Nederlanders die net over de grens gaan wonen. Hun sociale leven speelt zich echter nog helemaal in Nederland af. Ze hebben geen contact met de buurt en spreken geen Duits. Vaak zie je dat zulke mensen zich niet echt settelen en dat ze na verloop van tijd toch terugkeren naar Nederland.”

Wunderbarlo

De Kranenburgs hebben zich in die 36 jaar wel aardig gesetteld in het Duitse Barlo. Zo zijn ze lid van de vereniging Wunderbarlo, die zich inzet voor het dorp. Françoise: „Onder andere voor het fietspad dat nu voor ons huis loopt. Of voor een speeltuin en dorpshuis in Barlo. Eén keer per jaar is er een jaarvergadering waarop die dingen worden besproken.”

Gerards tweede vrouw werkt inmiddels twee ochtenden per week in de huishouding bij een ouder echtpaar in de buurt. „We kwamen daar weleens omdat het kalvermesters zijn. Ik vertelde dat ik eigenlijk best ergens zou willen werken en even later kreeg ik die baan aangeboden. Ik heb wel twee cursussen Duits gevolgd bij de Volkshogeschool en daar heb ik dagelijks gemak van.”

Toch blijft Nederland trekken. Zo luistert het echtpaar Kranenburg op zondag naar de kerkdiensten van de gereformeerde gemeente in Nederland van De Beek-Uddel. Af en toe zijn ze er ook een zondag. Kranenburg-van der Kamp: „Dat is heel fijn. Dan blijkt dat we onze roots nooit vergeten.”


serie
Grensverkeer

Dit is het tweede deel in een serie 
over wat er aan de andere kant van de grens te halen valt voor mensen uit grensregio’s.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Grensverkeer

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer