Dat zei de Bodegraafse historicus Ton van der Schans vrijdag in Hoevelaken tijdens een SGP-bijeenkomst over de vraag of de SGP tolerant is.

Van der Schans, leraar geschiedenis aan hogeschool de Driestar, vraagt zich af of de SGP zich sinds haar oprichting voldoende rekenschap heeft gegeven „van de implicaties van de grondslagen van onze democratie, waarvan de scheiding tussen kerk en staat een fundamentele is.”

De principiële kanttekeningen die de SGP vanouds maakte bij de parlementaire democratie zijn sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw zwakker geworden: „Deze werd eerst als aanvaardbare werkruimte gezien, maar het lijkt er nu soms op dat de SGP er niet alleen wil werken, maar ook wil in wil wonen.”

De SGP moet volgens Van der Schans in het eerste artikel van het beginselprogramma duidelijk maken dat artikel 36 van de NGB geen politiek programma is, maar een geloofsartikel van de kerk. Ook het artikel in het beginselprogramma waarin gesproken wordt over de taak van de overheid om ongeloofspropaganda uit het openbare leven te weren, dient volgens de historicus herschreven te worden. „De politieke praktijk van de SGP loopt hierop al vooruit als we zien hoe ook door SGP’ers het principe van godsdienstvrijheid en vrije meningsuiting aanvaard worden.”

Van der Schans, oud-wethouder in Bodegraven, vindt dat de kern van de SGP-politiek overeind dient te blijven, namelijk dat de partij staat voor „een samenleving en overheid die gehoorzamen aan de heilzame geboden en inzettingen van God.” Een mooi moment om met de herschrijving te komen, is volgens de inleider het honderdjarig bestaan van de partij in 2018.