Opperrabbijn: Gijzeling wel schok, geen verrassing
APELDOORN. Om de extremistische moslimbroers Kouachi een vrijgeleide te geven, hield een andere moslimterrorist vrijdag in Parijs een aantal klanten in een Joodse supermarkt gegijzeld. Vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap in Nederland reageerden geschokt.

Nee, verzucht opperrabbijn Binyomin Jacobs van het Interprovinciaal Opperrabbinaat (IPOR), hoe hij tijdens de komende sabbatsdienst precies gaat verwijzen naar de gijzelingsactie en de trieste afloop ervan heeft hij nog niet overdacht. Daarvoor maken te veel Joodse broeders en zusters hem momenteel deelgenoot van hun vertwijfeling, hun zorgen. „Ze vragen me: Doe ik er nog wel verstandig aan morgen naar de synagoge te gaan?”, aldus Jacobs vrijdag tegenover deze krant.
Het nieuws over de gijzeling schokte de opperrabbijn, maar verraste hem niet echt. „Hoe wrang het ook klinkt, we konden het zien aankomen. Waar de terroristische groeperingen waaraan deze gijzelaar is gelieerd voor staan, konden we immers al zien aan IS. Ze staan voor het onthoofden van onschuldige slachtoffers, voor het als seksslavinnen aan het werk zetten van ontvoerde meisjes. Europa dacht: Dit speelt alleen ver weg, in landen als Syrië, en zweeg. Nu komt het dichtbij en zien we wat we al eerder hadden moeten opmerken. Deze extremisten vallen onschuldige burgers aan vanwege hun religie, hun zijn.”
Ook de dodelijke aanslag op het Joods Museum in Brussel, in mei, had voor Europa een alarmsignaal kunnen zijn, stelt Jacobs verder. „Pas nu, na de schietpartij in het kantoor van het satirische weekblad Charlie Hebdo, tonen we ons eindelijk collectief geraakt.”
Voorzitter Ron van der Wieken van het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom toont zich net als Jacobs geschokt, maar evenmin verbaasd. „Wij zijn het eerste target voor islamitische extremisten, de ergste vijand van de extreme islam.”
Volgens voorzitter Jaap Fransman van het Centraal Joods Overleg (CJO) bewijst de gijzelingsactie van vrijdag dat de Joodse gemeenschap opnieuw is beland in de hoek waar de klappen vallen. „Letterlijk en figuurlijk”, zegt hij. Ook Fransman ziet dat de angst binnen de Joodse gemeenschap in Nederland verder toeneemt. „Er was al angst, maar de gebeurtenis in Parijs is een extra impuls.”
Na de aanslag op het Joods Museum in Brussel werden ook in Nederland Joodse gebouwen en instellingen extra beveiligd. „Zeker na de gebeurtenissen die nu aan de orde zijn, moet de beveiliging op het huidige niveau blijven”, denkt Fransman. Van der Wieken: „Nu de beveiliging terugschroeven, is geen goede zet. De Nederlandse overheid moet zich nog eens goed achter de oren krabben als ze dat overweegt.”
Voor rabbijn en publicist Lody B. van de Kamp is de vraag cruciaal wat de recente golf van aanslagen en geweld Europa heeft te zeggen. Het antwoord geeft hij zelf: „Dat extremisme en terrorisme dreigen door te breken in een samenleving, waarvan wij dachten dat het onmogelijk was.”