Buitenland

Neanderthaler had mammoet op zijn menu

Een mammoet moet best lekker zijn geweest: de prehistorische mens at er smakelijk van. Maar ook de rest van de mammoet werd nuttig en creatief gebruikt. Kennelijk was de neanderthaler slimmer dan vaak wordt gedacht.

Bart van den Dikkenberg

7 January 2015 22:08Gewijzigd op 15 November 2020 15:41Leestijd 8 minuten
Mammoetjacht. beeld zoom1.net
Mammoetjacht. beeld zoom1.net

De mammoet smaakte beter dan bijvoorbeeld een rendier, ontdekten Duitse biogeologen. Ze schreven daar eind vorig jaar over in het vakblad Quaternary International. Evenals roofdieren zoals beren en wolven aten de mensen graag mammoetvlees. De –tamme– honden kregen echter rendiervlees voorgeschoteld, dat kennelijk een stuk minder lekker was.

Uit vindplaats La Cotte de St Brelade op het Kanaaleiland Jersey blijkt dat de neanderthalers daar zowel mammoet als wolharige neushoorn en bizon op het menu hadden staan. Sterker, ze hebber destijds bewust op mammoeten gejaagd; en niet alleen voor het vlees.

Voor de jacht beschikten de neanderthalers over dodelijke, vakkundig vervaardigde speren. Deze bestonden uit een vlijmscherpe vuurstenen punt, die met dennenhars of zwart berkenpek vastgelijmd zat op een taxushouten schacht van 2,5 meter lang, aldus dr. Bärbel Auffermann, directeur van het Neanderthalermuseum in het Duitse Mettmann, in haar boek ”Neanderthalers in Europa”.

Of ze daarmee in staat waren mammoeten te doden, is voor sommige wetenschappers nog de vraag. In ieder geval waren het zonder twijfel handige jagers. Zo hebben neanderthalers uit Frankrijk mammoeten over de rand van een klif gejaagd, waardoor deze hun poten braken of te pletter vielen in de diepte.

Uit onderzoek blijkt dat een huidige mens een zware neanderthalerspeer ongeveer 24 meter ver kan gooien. Een lichtere speer van de zogeheten cro-magnonmens uit een latere periode kan tot 42 meter ver worden geworpen. Neanderthalers waren echter door hun lichaamsbouw waarschijnlijk sterker dan tegenwoordige mensen, zodat ze hun zwaardere speren toch ver genoeg konden mikken om effectieve jagers te zijn. Vondsten in Duitsland wijzen er volgens Auffermann op dat een mammoet al met één speersteek kon worden geveld.

De meeste dieren werden ter plekke geslacht. Met vuurstenen gereedschap krabden de jagers het vlees van de botten. Ook werden de huiden afgeschraapt en geschikt gemaakt voor gebruik als kleding.

Naalden zijn niet aangetroffen, zodat wetenschappers veronderstellen dat de neanderthaler geen op maat gemaakt bontpak droeg, maar de huiden op een eenvoudige manier om zijn lichaam knoopte, meent Brian Fagan, emeritus hoogleraar antropologie aan de universiteit van California, in zijn boek ”IJstijd”. Auffermann wijst echter op de vondst van versierde priemen, gemaakt van kleine botten. „Deze werden aangewend voor het doorboren van leer om er kleding van te maken.”

Ook de botten en slagtanden van de mammoeten werden nuttig gebruikt. Auffermann beschrijft vondsten van kleine halfcirkelvormige constructies. Deze werden bij gebrek aan andere bouwmaterialen opgetrokken uit mammoetslagtanden en -botten, en vervolgens bekleed met huiden. „Deze schuilplaatsen konden slechts weinig mensen onderdak verschaffen. Neanderthalers leefden feitelijk nauwelijks in grotten. Daarin begroeven ze hun doden”, stelt de Duitse paleontologe (zie kader ”Kunst uit de oertijd”).

In het algemeen moeten neanderthalers in kleine groepen, van hooguit twaalf mensen, bij elkaar hebben gewoond. Die groepen groeiden door de jaren heen nauwelijks, stelt Fagan. Dat wijst volgens hem onder meer op de harde leefomstandigheden waarmee ze hadden te kampen.

Ze kozen hun verblijfplaatsen bij voorkeur in gebieden waar ze in een straal van 20 kilometer een flink assortiment van planten en dieren konden aantreffen, aldus Auffermann. Uit vondsten is echter bekend dat ze ook flink konden zwerven, soms tot wel 230 kilometer uit de buurt van een eerder kampement.

Tegen het harde klimaat van de ijstijd waren de neanderthalers goed opgewassen. Ze waren in het algemeen robuust en massief van bouw. Auffermann telt 57 uiterlijke verschillen tussen deze oermens en de huidige mens. Opvallend zijn het terugwijkende voorhoofd, de weinig uitgesproken kin en de forse wenkbrauwbogen. Een verklaring voor deze schedelvorm heeft ze echter niet (zie kader ”Waar bleven de neanderthalers?”).

Ze leefden in het algemeen op een menu waarin veel vlees zat. Uit onderzoek aan de botten blijkt dat ze nauwelijks gevogelte consumeerden; mosselen, vis, groot wild en planten van de Euraziatische steppe echter des te meer. Ze bewaarden ook eetbare planten, zoals zuring en paardenbloem, verpakt in zeehondenspek omwikkeld met zeehondenhuid voor de winter.

Wat Auffermann betreft, is de neanderthaler niet meer de behaarde aap of woeste grotbewoner die in het verleden van hem is gemaakt: het was een intelligente jager die er onder primitieve omstandigheden van maakte wat hij kon. „De dagelijkse voedselvoorziening verlangde complex denken, uitzonderlijke vaardigheden en een sterke sociale organisatie.”



Dit is het derde deel in een serie over mammoeten en de ijstijd. Volgende week deel 4.


Waar bleven de neanderthalers?

Op een gegeven moment zijn de neanderthalers plotseling verdwenen en worden ze in Europa opgevolgd door de ‘moderne’ mens. Wat is er gebeurd? Daarover bestaan momenteel vier theorieën; de ene nog wilder dan de andere.

Volgens een populaire opvatting heeft de ‘superieure’ cro-magnonmens de ‘primitieve’ neanderthaler zo’n 30.000 jaar geleden uitgeroeid. De neanderthaler zou niet opgewassen zijn geweest tegen de superieure bewapening van de moderne mens. Bewijs hiervoor ontbreekt echter.

De neanderthaler zou ook verdrongen kunnen zijn door de moderne mens. Ook hier blijft een aannemelijke aanleiding voor het volledig verdwijnen van de ‘oermens’ in het duister gehuld.

Een derde theorie is de vermengingshypothese. Ze zouden zich vermengd kunnen hebben aan de cro-magnonmens. Hij zou er als het ware in opgenomen zijn. Antropoloog Brian Fagan maakt melding van vondsten van skeletten van moderne mensen met trekken van neanderthalers. Dezelfde eigenschappen komen echter ook bij hedendaagse mensen voor, stelt paleontoloog Bärbel Auffermann.

Zij wijst er daarnaast op dat enige vorm van genetische verwantschap met deze ‘oermens’ lastig is aan te tonen. „Tot op heden zijn stukken van het mitochondriaal (mt-)DNA van de neanderthaler slechts vergeleken met mt-DNA van de huidige mens; en niet met dat van de cro-magnonmens. Wel lijkt het plausibel om aan te nemen dat neanderthalers en vroege vertegenwoordigers van de moderne mens genetisch dichter bij elkaar stonden dan men tot nog toe heeft aangenomen.” Een scherpe scheidslijn is volgens haar nauwelijks aan te wijzen.

Ten slotte heeft de Amerikaanse orthodontist Jack Cuozzo een opmerkelijk idee geopperd: de moderne mens stamt af van de neanderthaler. In zijn boek ”Buried alive”, het resultaat van twee decennia onderzoek, stelt hij dat opgravingen een ononderbroken ontwikkelingslijn laten zien van de neanderthaler tot en met de moderne mens.

De neanderthaler trad op in een periode voor het begin van welke beschaving dan ook. In Irak werden skeletten van tien neanderthalers aangetroffen die hebben geleefd voor de stichting van het Sumerische rijk, de oudst bekende beschaving.

Opmerkelijk is volgens Cuozzo dat veel neanderthalerskeletten ziektes vertonen waar oude mensen mee kampen, zoals artrose. Uit röntgenonderzoek aan schedels valt het hem op dat het uiterlijk van mensen verandert bij het ouder worden: de schedel wijkt terug, de wenkbrauwbogen ontwikkelen zich sterker en de kin wordt minder uitgesproken.

Zijn conclusie is rechttoe, rechtaan: neanderthalers waren bij hun overlijden heel erg oud. Het betreft de eerste generaties mensen die zich na de spraakverwarring –ruim 4000 jaar geleden– in groepjes over de aarde verspreidden. Doordat latere generaties steeds minder oud werden (zie Genesis 11), verdwenen de neanderthalers vanzelf uit de geschiedenis.


Kunst uit de oertijd

De neanderthalers hielden er een hoogstaande cultuur op na. Ze verzorgden hun zieken en ouden van dagen, en ze begroeven hen als ze waren overleden, concludeert paleontoloog Bärbel Auffermann. „De –diepe– grafkuilen werden zelfs in enkele gevallen erg verzorgd afgewerkt.”

Ook deden neanderthalers aan kunst. Ze maakten grotschilderingen, zoals in de Nerjagrotten in Spanje. Tijdschrift New Scientist maakte twee jaar geleden melding van deze opzienbarende vondst, die het idee van de neanderthaler als wilde bruut volledig omverwierp. Ook Auffermann concludeert uit vondsten van brokken pigmentstof dat „het gebruik van verfstoffen niet is begrensd tot het tijdperk van de moderne mens.”

De vondst in Slovenië van een fluit, gemaakt van een berenbot, maakt aannemelijk dat neanderthalers ook muziek maakten. De vier gaatjes waarmee verschillende tonen konden worden voortgebracht, waren nog intact.

Bovendien maakten ze sieraden en siervoorwerpen uit fossielen, botten, dierentanden en ivoor van de slagtanden van mammoeten. Beroemd is de zogeheten Löwenmensch van mammoetivoor, „het oudst bekende beeldje dat er bestaat”, aldus Svend Hansen, auteur van het boek ”Archäologische Funde aus Deutschland”. Het beeldje wordt gedateerd op 35.000 jaar oud, volgens de gebruikelijke evolutionistische tijdlijn; het is de periode dat de neanderthaler in het huidige Duitsland rondzwierf.

Wezens die overduidelijk meer deden dan alleen hun maag vullen, zijn ongetwijfeld gewone mensen geweest. Sterker, de neanderthaler beschikte kennelijk over een hoge graad van beschaving.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer