Het plan voor een ruimere koopzondag voor supermarkten –nu mogen er slechts twee op zondag hun deuren openen, vanaf 2015 mogen ze dat allemaal– is het afgelopen jaar tijdens de coalitiebesprekingen als een compromis uitonderhandeld tussen CDA, SGP, CU en Burgerbelangen, nadat die laatste partij rond de verkiezingen zwaar had ingezet op een ruimere zondagsopenstelling.

Afgesproken is toen dat er een behoefteninventarisatie onder supermarkten zou plaatsvinden. Uit die inventarisatie bleek dat de meeste supermarkten ’s zondags open willen. De verordening die dit regelt, en waarin om verstoring van de kerkgang te voorkomen de openstelling beperkt wordt van 12.00 tot 17.00 uur, wordt mede gesteund door de wethouders Van den Heuvel (SGP) en Oskam (CU). Naast Burgerbelangen steunden de voltallige fracties van CDA en CU het collegevoorstel. Volgens CU-fractieleider De Groot is de zondag voor zijn partij weliswaar „een rustdag en een dag van aanbidding”, maar is de CU „geen partij van de zondag alleen.” Bovendien zou volgens hem „een nee tegen dit voorstel een ja zijn tegen algemene openstelling.” De SGP-fractie stemde verdeeld. Fractievoorzitter Van der Smit keerde zich uit principiële overwegingen tegen het voorstel dat door zijn fractiegenoten Mattiessing en Weerheim werd geschraagd. Hoewel zij beiden het besluit, net als Van der Smit, als een „worsteling” hebben ervaren, woog het willen zijn van een betrouwbare partner voor de medecoalitiegenoten voor hen zwaar mee. „We wisten dat er hierover klip-en-klaar een coalitieafspraak is gemaakt bij het aantreden van het college. De voorgestelde wijziging was helder. Dan moet je daar ook voor gaan staan”, stelde SGP-raadslid Weerheim na afloop. „Alles wat met winkels open op zondag te maken heeft, vind ik waardeloos. Iets van het gevoel dat je eigenlijk erg neigt naar een tegenstem hebben we laten doorklinken in het besluit van één persoon in onze fractie”, aldus Weerheim.

Volgens Mattiessing is met de afspraak voor een ruimere zondagsopening voor supers een nog verdere verruiming van het aantal koopzondagen door andere partijen voorkomen. „Ondanks dat je qua principes eigenlijk helemaal niet voor deze keuze gesteld had willen worden, hoort dit soort dingen erbij als je verantwoordelijkheid neemt als partij. Zoals we als SGP ook bestuurlijke verantwoordelijkheid namen toen we in de vorige coalitieperiode het aantal koopzondagen van twaalf naar acht wisten terug te brengen.”

Van der Smit „respecteert” het standpunt van zijn fractiegenoten. „Dit was een zeer aangelegen punt. Ik zou haast zeggen: dit zijn duivelse dilemma’s waar je voor komt te staan.”

Voor niet-supermarkten blijft gelden dat er per jaar acht koopzondagen worden toebedeeld. Omdat supers daarmee „oneerlijk worden bevoordeeld” stemde –hoewel alle voorstander van meer koopzondagen– geen enkele oppositiepartij voor het voorstel.