Vonnis zet deur wietteelt op kier
GRONINGEN. De rechtbank Noord-Nederland (locatie Groningen) heeft donderdag besloten geen straf op te leggen aan een stel dat jarenlang bewust de Opiumwet negeerde door wiet te telen voor de bevoorrading van twee coffeeshops met een gemeentelijke vergunning.
Het is voor het eerst in Nederland dat verdachten die schuldig worden bevonden aan het bedrijfsmatig telen van wiet door een rechter niet worden bestraft.
De rechtbank ziet af van straf, omdat de twee hun werkwijze zouden hebben afgestemd op de doelstellingen van het softdrugsbeleid van de overheid, namelijk de gezondheid van de cannabisgebruikers optimaal beschermen en de openbare orde zo veel mogelijk handhaven.
Dat dit hun intentie was, blijkt volgens de rechter doordat de twee niet knoeiden met elektriciteit, hun elektriciteitsrekeningen steeds netjes betaalden, bij de hennepteelt geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikten en doordat er rond de kwekerij in Bierum nooit sprake is geweest van brandgevaarlijke situaties of overlast. Positief vindt de rechter ook dat ze de door hen gekweekte wiet nooit hebben geëxporteerd.
Het stel uit Bierum, een man van 48 en een vrouw van 39, legt zich uit idealistische overwegingen toe op de teelt van biologische cannabis. De twee vinden het hypocriet dat er in Nederland wel wiet mag worden gerookt en dat gemeenten de verkoop van wiet door coffeeshops gedogen, terwijl het verbouwen van wietplantjes voor de bevoorrading van coffeeshops verboden is.
Om deze „hypocrisie” aan te kaak te stellen, zetten zij de teelt bewust net zo lang voort totdat het openbaar ministerie overging tot strafvervolging.
Het openbaar ministerie, dat tegen de man 180 uur werkstraf had geëist en tegen de vrouw 120, tekende gisteren meteen beroep aan tegen het vonnis. In april kwam de rechtbank Noord-Nederland (locatie Leeuwarden) in een vergelijkbare zaak nog tot de slotsom dat een ideologische motivatie of een verwijzing naar een inconsistent hennepbeleid geen reden kan zijn om af te zien van straf.
Het bekend worden van het vonnis viel samen met een debat over het coffeeshopbeleid in de Tweede Kamer. „Baanbrekende uitspraak”, twitterde D66-Kamerlid Berndsen meteen.
GroenLinks riep minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) op om op het vonnis gebaseerde, nieuwe beleidsregels te maken, waardoor het kweken van wiet voortaan kan worden gedoogd. Een motie van de partij daarover werd gisteren alleen gesteund door D66, Partij voor de Dieren en SP.
Meerdere partijen in de Tweede Kamer, D66 en GroenLinks voorop, pleiten al maanden voor experimenten met gelegaliseerde wietteelt. Een grote Kamerminderheid van 73 zetels, inclusief de PvdA, ondernam gisteren een nieuwe poging, maar vond opnieuw minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) op zijn weg.
Legaliseren kost volgens Opstelten extra handhavingscapaciteit, trekt criminaliteit aan en staat haaks op allerlei internationale verdragen. Opstelten betwijfelt verder of legalisering de thuisteelt aan banden kan leggen, aangezien deze in hoofdzaak voor de export van wiet is bestemd.