In Koeweit valt het parlement om de haverklap
U moet democratisch worden! Het opgestoken vingertje van het Westen richting de golfstaten is onmisbaar. Koeweit nam het ter harte, maar democratie creëerde daar niet het gedroomde walhalla. „Het parlement is een verzameling radicalen.”
Ronkend rijdt een Maserati voorbij. Aan de overkant van de weg staat een Bentley voor het verkeerslicht te wachten, met een paar auto’s daarachter een splinternieuwe Lamborghini.
Welkom in Koeweit, het stadstaatje in het noorden van het Arabisch schiereiland waar je spontaan een autoliefhebber wordt als je dat nog niet was.
Natuurlijk, Koeweit is bij lange na niet het enige golfstaatje dat zwelgt in de olierijkdom. Hetzelfde geldt voor de Verenigde Arabische Emiraten en voor Qatar. Maar een Koeweiti gaat er anders mee om, stellen de inwoners.
Dat laat het wagenpark goed zien. In Qatar tel je mee als je één bepaalde auto hebt: een Toyota Landcruiser (verkrijgbaar vanaf 70.795 euro). Of, vooruit, anders de pick-up van hetzelfde merk. Maar dan wel in de kleur wit en beslist niet in een andere uitvoering.
In Koeweit echter buitelen modellen, kleuren en merken over elkaar heen. „Dat komt door de ambitie en de individualiteit van de Koeweiti’s”, zegt Abdullah, een gemoedelijke 36-jarige Koeweiti die op het terras van een hamburgerketen een bak frietjes naar binnen werkt. „Kijk maar naar de kleding, dan zie je het ook. In de rest van de golfregio draagt bijna elke man de ”thawb”, het lange witte Arabische gewaad. Maar hier zie je ook andere kleren.”
Abdullah is soms bijna onverstaanbaar, omdat het terras aan een belangrijke verkeersader in de stad ligt. Jonge Koeweiti’s trappen het gaspedaal extra diep in om nog net het groene licht te kunnen halen.
Eigenzinnig
Een Koeweiti is eigenzinnig, dat is de boodschap van Abdullah. Hij gaat zijn eigen weg als het over auto’s en kleding gaat, en ook als het over democratie gaat. Want het land met een omvang van de helft van Nederland is de enige golfstaat met een min of meer functionerend parlementje.
Min of meer, want de emir, sjeik Sabah al-Sabah, heeft het alleenrecht om het parlement stante pede te ontbinden als hem dat belieft. En dat belieft hem regelmatig: de afgelopen zes jaar gingen de Koeweiti’s vijf keer naar de stembus om een nieuwe volksvertegenwoordiging te kiezen – voor het laatst in juli vorig jaar.
Bovendien zijn politieke partijen in Koeweit verboden: de leden van het parlement worden gekozen op basis van hun persoonlijke geschiktheid.
Schijnvertoning
Toch is het parlement van Koeweit altijd nog een baken van democratie, vinden de parlementariërs zelf. „Vergelijk het maar met Qatar of Bahrein”, zegt een van hen. „Daar ís helemaal geen democratie.”
En ook sommige oud-parlementariërs, die vaak wat vrijer kunnen spreken, voegen zich in dat koor. „De grondwet is goed, en daarin is de macht van het parlement vastgelegd”, zegt de salafistische Ahmed Baqer desgevraagd. Hij is 25 jaar lang parlementariër in Koeweit geweest en schopte het zelfs tot minister van Justitie. „Dat er zo vaak nieuwe verkiezingen zijn gehouden, ligt aan de huidige leden van het parlement. Die zijn lang niet zo ervaren als de volksvertegenwoordigers in het verleden. Maar de grondwet blijft hetzelfde.”
Gewone Koeweiti’s hebben daar wat minder fiducie in. „Het hele parlement is een schijnvertoning”, zegt Abdullah op het terras van het fastfoodrestaurant. „Het wordt aan alle kanten gemanipuleerd.”
Daarmee vertolkt Abdullah een standpunt dat meer Koeweiti’s in een openhartige bui prijsgeven. „Hoe kan een parlement er zijn voor de bevolking als het om de haverklap herkozen wordt?” zegt een Koeweitse sjeik die anoniem wil blijven. „Ik heb zelf een conflict met de regering over grond, maar elke keer als ik de volksvertegenwoordigers zover heb dat ze dat op de agenda willen zetten, wordt het parlement weer ontbonden. Ik geloof er niet meer in.”
Geen nieuwe kerken
En dan is er nóg een bezwaar tegen het parlement, dat misschien nog wel zwaarder weegt. Verkiezingen in Arabische landen brengen de laatste jaren vrijwel standaard groeperingen aan de macht die behoren tot de moslimbroederschap, waardoor de invoering van nog strakkere islamitische wetgeving op de loer ligt. Dat is de grote paradox: meer democratie helpt juist partijen die meer islam willen.
Ook in Koeweit is dat het geval. Een veelzeggend voorbeeld daarvan is het voormalige parlementslid Osama Ahmad Munawir, een islamist die in 2012 een wetsvoorstel indiende waarin stond dat er geen nieuwe kerken en andere niet-islamitische godshuizen mogen worden gebouwd, en dat bovendien alle bestaande kerken gesloten zouden moeten worden.
Hij beriep zich daarvoor op een uitspraak die aan de islamitische profeet Mohammed wordt toegeschreven. Die zou op zijn sterfbed hebben gezegd dat alle kerken en synagoges van het Arabisch schiereiland moesten worden verwijderd: het hele schiereiland is de heilige, exclusieve grond van de islam. Dat Munawir geen eenling is, bleek wel, toen korte tijd later de grootmoefti van Saudi-Arabië –toch niet de eerste de beste– een fatwa uitsprak waarin hij die opdracht van Mohammed nog eens bekrachtigde.
Verzameling radicalen
„Het parlement van Koeweit is een verzameling radicalen”, verzucht een Britse christen die al jaren als tentenmaker in het land werkt. „Voor de Golfoorlog was dit land heel liberaal. Maar dit parlement, dat er juist op aandringen van de Verenigde Staten is gekomen, heeft Koeweit jaren terug in de tijd gezet.”
De officiële kerken in Koeweit, want die zijn er ook, zijn een stuk terughoudender in hun reactie. „Het is zoals het is”, zegt de kleine maar gedreven pastor Emmanuel Ghareeb van de Nationale Evangelische Kerk in Koeweit in zijn kantoor op de compound van de kerk.
Ghareeb is geen expat, zoals de meeste voorgangers, maar een echte Koeweiti. Voor zover bekend is hij de enige pastor van het hele Arabische schiereiland die de lokale nationaliteit heeft. Maar dat maakt hem ook voorzichtig in zijn uitspraken. „Democratie is een groot goed”, zegt hij. Maar ook voor christenen en andere minderheden? Afwerend steekt hij zijn hand op. „Daar kan ik niets over zeggen.”
Grap
Oud-parlementariër dr. Nasser al-Sane, zelf een moslimbroeder, erkent dat zijn collega Munawir een voorstel heeft gedaan om de kerken te sluiten, maar volgens hem is lang niet iedereen het ermee eens. „Het heeft meer te maken met Munawir zelf. Hij is erg toegewijd in het praktiseren van de islam, vandaar.”
Maar vindt dr. Sane zelf ook dat de Koeweitse kerken gesloten moeten worden? „Je kunt niet zozeer tegen dit plan zijn, maar het is niet onze prioriteit”, is zijn reactie na even nadenken.
De salafistische Ahmed Baqer, die in een vorig kabinet minister van Justitie was, lacht als hij wordt geconfronteerd met het wetsvoorstel over de kerken. „Het was een grap. Niemand geloofde Munawir. Het is een soort traditie dat sommige Koeweiti’s deze dingen roepen. Natuurlijk was ik het niet met hem eens, dat geldt voor bijna alle parlementariërs.”
Niet iedereen wil dat van Baqer geloven. In zijn tijd als minister had hij regelmatig gesprekken met de Amerikaanse ambassadeur, die vervolgens bezorgde samenvattingen stuurde naar Washington. „Baqer vindt dat de Koeweitse samenleving schade oploopt als vrouwen politieke rechten krijgen”, stond in dat soort berichten. Of: „Baqer vindt dat wetten over onder meer het huwelijk niet veranderd kunnen worden omdat ze zo in de Koran staan.”
Dat soort ambtsberichten was altijd topgeheim, maar ligt sinds WikiLeaks voor iedereen open en bloot op straat. De teneur van de gelekte ”cables” is helder: Koeweit is voor de Amerikanen nog lang niet democratisch genoeg – en dat terwijl het hier over het meest democratische land van de golfregio gaat.
„Deze vorm van democratie werkt hier niet”, is de conclusie die de Britse tentenmaker in Koeweit-stad trekt. Dat vindt ook de 36-jarige Koeweiti Abdullah. Hij loopt naar zijn auto, een fraaie Mustang V8. „De koffers van de mensen hier zijn al vol”, zegt hij nog. „Een parlement voegt daar niets meer aan toe.”
Ook dit maak je mee: op bezoek bij een Koeweitse sjeik
Het parlement van Koeweit? Dat is natuurlijk aardig, en er wordt zelfs druk gebouwd aan een bezoekerscentrum bij het markante gebouw aan de Perzische Golf. Maar voor de echte gesprekken over de Koeweitse politiek moet je uitgenodigd worden in een typisch Koeweitse ”dewaniya”. Dat is een ontvangstruimte die iedere man van betekenis in Koeweit heeft, meestal aan huis. Hier zijn de (mannelijke) gasten welkom; hier wordt de politiek besproken.
In Koeweit geldt misschien nog wel meer dan in de rest van de golfregio dat de inwoners sterk op hun privacy en de vertrouwde sfeer van thuis zijn gesteld. Maar als je dan eenmaal bij de (uitgebreide) familie hoort, ben je buitengewoon welkom.
En als je geen familie bent? Blijven de deuren dan dicht? Ook dan ben je soms welkom. Het voordeel is dat familie in de Arabische wereld een breed begrip is. Ik kwam erachter dat een zwager met buitenlandse wortels via zijn stiefvader is gelieerd aan een sjeik in Koeweit. En dus was ik meer dan welkom in diens huis in Koeweit-stad. Overvloedige maaltijden werden aangericht, waarbij het nog een hele kunst is om alles te proeven en toch niet te veel te eten.
De sjeik, die 39 broers en zussen heeft –de op jonge leeftijd overleden kinderen niet meegeteld– stond erop om alles te regelen: van vervoer in de stad tot het kopen van een souvenir voor thuis. Net als bij het eten gold ook hier: zie maar eens nee te zeggen.
Een hoogtepunt was niet het gesprek over het parlement, maar ons gezamenlijk gesprek over geloof. De sjeik geeft, als vrijwilliger, Koranles aan jongeren in de moskee. Een leven voor Allah, wat is er mooier?
Hij drukte me weer eens met de neus op het feit dat ook veel moslims God oprecht zoeken, maar niet weten dat Hij Zichzelf laat kennen in Zijn Zoon. Daarom heeft het Evangelie dus haast, besef ik. Wat een dag zal het zijn als ook deze moslims ontdekken wie Hij is.
Het grote plaatje: meer democratie betekent meer islam
Democratie. Dat toverwoord is hét sleutelbegrip geweest in de Amerikaanse buitenlandse politiek van het vorige decennium. Als het Midden-Oosten maar democratisch zou worden, dan zouden de meeste problemen als sneeuw voor de zon verdwijnen.
De Verenigde Staten gaven zelf een voorzetje om dat te bewerkstelligen: ze zetten in 2003 de Iraakse dictator Saddam Hussein af. Sindsdien is Irak weliswaar een democratie, maar een die nauwelijks een dag zonder geweld heeft gekend. De inname van Mosul en andere Iraakse steden door radicale strijders, eerder deze week, onderstreept dat nog eens.
Andere dictators in de regio werden niet door Amerika, maar door het volk zelf afgezet sinds de Arabische opstanden die in 2011 begonnen. Het bekendste voorbeeld is Hosni Mubarak, die zich genoodzaakt zag terug te treden als president van Egypte. Maar ook daar brachten verkiezingen geen rust: de moslimbroederschap en de nog strengere salafistische partij behaalden een absolute meerderheid, waarna aan het leger gelieerde groepen opnieuw de macht grepen.
Daarbij vergeleken is Koeweit een oase van rust, maar toch laat ook dat landje zien dat vrije verkiezingen een groeiende invloed van radicaalislamitische stromingen opleveren – zij het dat de moslimbroederschap nu afwezig is in het parlement omdat de partij de laatste verkiezingen boycotte.
Het patroon is, kortom, eenduidig: meer democratie betekent in de Arabische wereld op dit moment haast per definitie meer islam. Dat is echter het tegenovergestelde van wat westerse krachten die democratie promoten, beogen.
De conclusie is eenvoudig: democratie volgens westers recept kan blijkbaar niet zomaar in een totaal andere samenleving als de Arabische worden geplant. Maar steeds weer blijkt dat die les blijkt buitengewoon moeilijk is te leren.
serie In het hart van de islam
Het uitgestrekte, moeilijk toegankelijke Arabisch schiereiland vormt de heilige grond van de islam. Toch zijn ook hier volgelingen van Jezus. In deze serie krijgen zij –en anderen– een stem. Vandaag deel 6: Koeweit en het democratische experiment. Hoe een parlement stem geeft aan salafisten.