ALMERE. Even in de cel zitten? Even voelen wat een gevangene voelt? Het kan in Almere. Mr. Pieter van Vollenhoven en minister Opstelten openen zaterdag PIT, de experience voor veiligheid. Brand, inbraak? „Het risicobewustzijn van burgers moet groter.”
In de etalage staat een stoere politie-Porsche. Striping op de zijkant, zwaailicht op het dak. Iets verder wacht een Faun-ladderwagen uit de vorige eeuw. De historische tankautospuit (1927-1950) –houten stuur en houten bekleding– bergt een koperen tank van 1000 liter water.
Een brede straat voert dwars door het PIT in Almere. Links en rechts staan glimmende voertuigen. Historisch en modern. Bezoekers maken op 3500 vierkante meter kennis met politie, brandweer en geneeskundige hulpdiensten. Maar ook met zware jongens, een crimescene, een wapenkluis en een politiecel.
PIT is twee jaar geleden ontstaan uit een fusie van het Nederlands Politiemuseum in Apeldoorn en het Nationaal Brandweermuseum in Hellevoetsluis. „Maar dan anders”, stelt directeur Harry van Boven. PIT is interactief, educatief ook. Niet alleen leuk, maar ook leerzaam.
Omslag
Het veiligheidscentrum maakt burgers op een eigentijdse manier bewust van veiligheid. PIT richt zich niet alleen op fysieke veiligheid, maar ook de sociale en virtuele veiligheid, op internet. Ook huiselijk geweld krijgt bijvoorbeeld een plek in PIT.
Een omslag in het veiligheidsbesef is nodig. „Veiligheid is niet vanzelfsprekend”, stelt Van Boven. Het veiligheidsbewustzijn van de gemiddelde burger kan beter, vindt de oud-brandweercommandant, tevens lid van de nationale operationele staf voor de multidisciplinaire inzet bij grote calamiteiten. „Mensen zijn onvoldoende gewend te denken in risico’s. En als er wat gebeurt, kijkt iedereen direct naar de overheid.”
De eigen verantwoordelijkheid van burgers is zeker zo belangrijk, benadrukt Van Boven. „Ze moeten zich meer bewust zijn van de risico’s in hun omgeving, terwijl de weerbaarheid moet worden vergroot. Wij willen hun daarvoor wat meegeven. Burgers moeten in plaats van consumenten van veiligheid ook producenten van veiligheid worden.”
Het ministerie van Veiligheid en Justitie steekt samen met de gemeente Almere (via Europese ontwikkelingsfondsen) dik 5 miljoen euro in de nieuwe aanpak voor de vergroting van het risicobewustzijn. „Een nieuw kanaal, om veiligheid bij iedereen tussen de oren te krijgen.”
De verschillende thema’s van de expositieruimte zijn verrijkt met verdiepingsschermen en zelftesten. Bezoekers kunnen door middel van het beantwoorden van vragen een ”zelftest” doen. Ben ik geschikt voor brandweerman? Kan ik werken op een ambulance? Hoe brandveilig is mijn huis?
Achter een raam flakkeren vlammen. Bezoekers kunnen met een brandslang –en een laserstraal als digitaal ‘water’– zelf een woningbrandje blussen. In dertig seconden, als het even kan. Van Boven richt de straal op de brandhaard. Hardnekkig brandje. Het vuur vlamt telkens weer op.
Iets verderop een auto-ongeluk. Een knalgele Seat GTi staat met z’n snuit tegen een pilaar geparkeerd. Aan de overkant kunnen bezoekers via een ”dilemmaspel” een ”motorkapoverleg” van politie, brandweer en geneeskundige hulpdiensten naspelen. Wat doen we eerst? Eerste hulp verlenen aan het slachtoffer, de plaats van het ongeval vrijmaken of de situatie stabiliseren? Alles is nodig, maar niet alles kan tegelijk.
Bezoekers
PIT hoopt zo’n 40.000 tot 50.000 bezoekers op jaarbasis te ontvangen. Een druppel op een gloeiende plaat, realiseert Van Boven zich. Het veiligheidscentrum wil graag een groter bereik. De directeur wijst ook op de mogelijkheden van internet. „Virtueel kunnen we wellicht een veelvoud bereiken.”
Van Vollenhoven en Opstelten maken morgen in Almere kennis met een gepantserd politievoertuig, een koddig DAF 33-blusautootje en een neerstortend vliegtuig van Turkish Airlines. En de veiligheidsbobo’s kunnen even in de cel plaatsnemen. Achter een originele deur van bureau Warmoesstraat.