De gebroeders De Jong zijn aanbeland bij deel 6 van hun vierhandige Bachcantatereeks.
Deze keer werd het wereldberoemde Haarlemse Müllerorgel gebruikt. Hoewel dit instrument qua stemmenaantal en klankkleuren natuurlijk weinig te wensen overlaat, levert de akoestiek van de enorme Bavo wel de nodige problemen op voor dit genre. Daarom is ervoor gekozen met meerdere microfoonopstellingen te werken, die vervolgens gecombineerd worden.
Dit levert de beoogde transparante klank op, maar de luisteraar herkent niet meer direct de klankkarakteristieken van het Bavo-orgel. Op de website van de broers wordt dit nader uitgelegd: „in deze moeilijke ruimtes is bewust gekozen voor een wijze van opnemen die het orgel dienstbaar maakt aan de muziek, en niet andersom.” Ik houd er een enigszins dubbel gevoel aan over: je kunt weliswaar optimaal van de details genieten, maar het klankbeeld is soms wat raadselachtig.
Muzikaal valt er zoals altijd veel te genieten, vooral door de lekkere drive, die enorm veel energie uitstraalt. De rust blijft wel gewaarborgd, omdat de polsslag van de muziek niet aan verandering onderhevig is: de vele muzikale details krijgen een plek binnen de ‘piketpaaltjes’ van de doorgaande puls. Prachtig afgewerkte versieringen, fijnzinnig toucher: de broers maken muziek op het hoogste niveau.
Het drietalige boekje is zoals altijd eenvoudig, maar zeer informatief. Wel had de stofkam nog even door de genoteerde registraties gemoeten. Ook wordt per abuis het Bavo-orgel uit 1738 het destijds grootste orgel ter wereld genoemd, maar die eer was al sinds 1687 aan het Schnitgerorgel in de Sankt Nikolai te Hamburg toebedeeld.
Bach Cantatas – Euwe de Jong, Sybolt de Jong – volume VI; Westra Media (WM 230713); € 22,-; bestellen: www.dejongdejong.nl
BWV 114/1
BWV 100/6
BWV 194/5