LONDONDERRY - John Hume wil best naar de kiezer toe, maar dan liefst wel per auto. Wat andere politici te voet doen, doet de leider van de Social-Democratic and Labour Party (SDLP) in Noord-Ierland met een geluidswagen.
„In dit huis ben ik geboren”, zegt John Hume als de geluidswagen stopt bij Nassaustraat 16 in Londonderry. Hij belt aan, duwt de bewoner een folder in de handen en vraagt hem te gaan stemmen. De man had nooit geweten dat hij in het huis van een Nobelprijswinnaar woonde. Die zoek je immers niet in een muffige arbeiderswijk.
Een vrouw die aan de overkant de deur opent, helpt hen echter uit de droom. Zij meldt dat Hume twee deuren verder het licht zag, op nummer 20. De stevig gebouwde zestiger fronst even zijn zware donkere wenkbrauwen, en haalt dan zijn schouders op. „Ach, wat maakt het uit? Ik ben al verhuisd toen ik nog maar een baby was. Mijn ouders hadden niet eens een huis en waren ingetrokken bij een tante.”
Hij stapt weer in, klikt de microfoon aan en het schalt door de straten: „Dit is John Hume van de SDLP. Sta schouder aan schouder met ons op woensdag zoals u altijd hebt gedaan, zodat we voortgang maken met het vredesproces en het bouwen van een nieuwe samenleving.”
Dat een van de belangrijkste Noord-Ierse politici van katholieke zijde is geboren in de Nassaustraat in Derry lijkt een historische vergissing. Londonderry (”Derry” voor de katholieken) was eens een van de belangrijkste vestingen van koning-stadhouder Willem III, die in 1690 de protestantse Britse regering vestigde in Ierland. ”King Billy of Orange-Nassau” is de afgelopen decennia uitgegroeid tot een geliefd symbool voor de protestanten, en daarom een gehaat object voor de katholieken.
De inzet van de strijd was niet zozeer religieus, maar politiek. De katholieken streefden naar een vereniging met de Republiek Ierland, terwijl de protestanten Noord-Ierland onder Brits bestuur wilden houden. In 1969 besloten de katholieken dit met geweld na te streven, omdat het via vreedzame weg niet te bereiken was. Het aantal slachtoffers van deze ”troubles” ligt ruim boven de 3000.
Londonderry heeft zijn deel hiervan gekregen. Berucht is nog steeds de protestmars in januari 1972 die uitliep op een bloedige slag met de politie, waarbij dertien doden vielen. Pas de laatste jaren is een tribunaal bezig ”Bloody Sunday” tot op de bodem uit te zoeken.
Maar Derry is ook de plaats waar de vrede oprees. John Hume nam enkele belangrijke initiatieven en voerde geheime besprekingen, waarmee hij de jarenlange patstelling vlot trok. Het gevolg was het Goede-Vrijdagakkoord in 1998, waarvoor hij samen met de protestantse leider de Nobelprijs voor de vrede kreeg.
Het gewelddadige Ierse Republikeinse Leger (IRA) nam ook het zakencentrum van het stadje op de korrel, om de economie te verlammen. Veel gebouwen in de stad zijn daarom nieuw.
John Hume is het ideaal van het verenigde Ierland steeds blijven ondersteunen, zegt hij. „De mensen van het eiland Ierland horen bij elkaar, dus waarom niet -zoals in elk land- onder dezelfde regering? Over het hele eiland is er ook een meerderheid onder de bevolking die dat wil. De grens zit voornamelijk tussen de oren.”
Hume erkent dat 75 procent van de Noord-Ierse bevolking onder Britse vlag wil blijven. „Juist om die meerderheid te krijgen, heeft men een grens getrokken. Maar ook in dit gebied komt er heus een meerderheid voor vereniging en zal Ierland één worden. Ik weet niet hoe lang dat duurt, maar hoe eerder hoe beter.”
Wanneer de vereniging van Ierland ook zal plaatsvinden, Hume heeft een afkeer van geweld. „Als je de mensen met geweld samenbrengt, is dat geen werkelijke vereniging. Een van de doelstellingen van het vredesakkoord is dat er een helingsproces komt.”
De SDLP is niet de enige partij aan katholieke zijde die achter het vredesakkoord staat, meent Hume. „Ook van Sinn Fein geloof ik dat het vastbesloten is de vrede te bevorderen. Ik hoop alleen dat het dat laat zien door te bewijzen dat het zich volledig heeft ontwapend en de banden met de IRA heeft opgeheven. Op dat punt ben ik wel teleurgesteld, maar we moeten ze nog tijd geven.”
De auto draait een volgende straat in, waar John Hume dezelfde oproep voor steun uitstrooit. „Zonder uw steun kunnen we niet verder met het vredesproces.”
De opkomst in Derry is altijd goed geweest, zegt Hume, „zo tussen de 60 en de 70 procent. Die verwacht ik woensdag weer.”
Een paar jongens op de stoep steken de duim op. Enkele voetgangers krijgen door de luidspreker een persoonlijke boodschap mee. „Hi Sam, hoe gaat het met je?” Hier en daar gaat hij een huis binnen, meestal om in een huiskamer vol kruisbeelden kiezers te adviseren over bureaucratische problemen rond de kiezersregistratie.
Tussen de bedrijven door dicteert Hume -die al sinds 1979 in het Europees Parlement zit- via de mobiele telefoon een persbericht aan een medewerker. „De Europese Unie is het beste voorbeeld van een vreedzame verzoening na twee wereldoorlogen. De SDLP is de enige grote partij in Noord-Ierland die voor het lidmaatschap van de EU is. Alle andere partijen zijn daartegen. Maar waar zou Ierland of Noord-Ierland zijn zonder de EU?”
De Europese Unie is goed voor Londonderry, meent Hume. „Zij steunt het bouwen van een brug en een haven voor ons. Ook veel Amerikaanse bedrijven investeren in Noord-Ierland en vestigen hier hun hoofdkantoor. Ondanks al die nieuwe bedrijvigheid is er nog steeds veel werkloosheid. Laten we daarom ons zweet verspillen en niet ons bloed.”